Kennisbasis rekenen
Toetsmatrijs, indeling toets kennisbasis rekenen:
Domein 1. Hele getallen (20 vragen, 30%)
Subdomein
● algoritmen, volgorderegels
● redeneren met getallen
● priemgetallen, deelbaarheid, KGV, GGD
1.1 kennis van wiskunde
● telproblemen/combinatoriek
● notatie, afronding
● talstelsels, anders dan decimaal
● beoordelen oplossingen leerlingen
1.2 specifiek leraar ● strategieën en eigenschappen
● modellen en schema’s
● schattend rekenen in praktische situaties en realistische contexten
1.3 maatschappelijke relevantie
● exact rekenen in praktische situaties en realistische contexten
Domein 2. Procenten, verhoudingen, kommagetallen en breuken (19 vragen, 29 %)
Subdomein
● breuken
● procenten
2.1 kennis wiskunde
● kommagetallen
● verhoudingen en kansen
● beoordelen oplossingen leerlingen
2.2 specifiek leraar ● strategieën en eigenschappen
● modellen en schema’s
● rekenen met kommagetallen en breuken in praktische situaties en realistische
contexten
2.3 maatschappelijke relevantie
● rekenen met verhoudingen en procenten in praktische situaties en realistische
contexten
Domein 3: Meten (11 vragen, 17%)
Subdomein
● metriek stelsel, eenheden, voorvoegsels
● verhoudingen, schaal
3.1 kennis wiskunde
● omtrek, oppervlakte en inhoudsberekeningen
● overige grootheden, zoals tijd, snelheid, gewicht, temperatuur
● beoordelen oplossingen leerlingen
3.2 specifiek leraar
● gebruik van modellen en begrippen
● gebruik van afstand, oppervlakte, inhoud in praktische situaties en realistische
3.3 maatschappelijke relevantie contexten
● gebruik van overige grootheden in praktische situaties en realistische contexten
Domein 4. Meetkunde (8 vragen, 12%)
Subdomein
● ruimtelijk tellen, uitslagen, bouwplaten
● symmetrie vlakke figuren
4.1 kennis wiskunde
● eigenschappen vlakke figuren, transformaties, assenstelsels
● eigenschappen ruimtelijke figuren
● meetkundige activiteiten met kinderen, begrippen
4.2 specifiek leraar
● beoordelen oplossingen leerlingen
● plaatsbepaling op kaarten en plattegronden
4.3 maatschappelijke relevantie ● meetkundige begrippen in praktische situaties en realistische
contexten
Domein 5. Verbanden (8 vragen, 12%)
Categorie
● aflezen en interpreteren van grafieken
● doel en gebruik van verschillende types grafieken zoals lijngrafiek,
5.1 kennis wiskunde cirkeldiagram, histogram, staafdiagram, stengel- en bladdiagram,
blokdiagram, puntenwolk, stroomdiagram en beelddiagram
● berekeningen van en met kentallen
● redeneringen en oplossingsmethoden van leerlingen
5.2 specifiek leraar
● statistieken leerlingvolgsystemen
5.3 maatschappelijke relevantie ● interpreteren van grafieken in realistische contexten