Paragraaf 1
Belagers, zoals schimmels, bacteriën en virussen, worden door de mens, dieren en
planten op verschillende manieren tegengehouden om zo het individu te
beschermen. Mechanische afweer → dekweefsel, een fysische barriere,
bestaande uit een laag cellen waar ziekteverwekkers en grote moleculen niet
doorheen kunnen.
De huid bestaat uit drie lagen:
- De opperhuid → een dekweefsel bestaande uit twee delen
- De hoornlaag bestaat uit dode cellen die bij het afvallen bacteriën met
zich mee nemen
- De kiemlaag bevat de basale cellenlaag die uit stamcellen bestaat.
Nieuwe dochtercellen duwen hun oudere dochtercellen naar het
oppervlak (hoornlaag).
- De lederhuid → een laag bindweefsel bestaande uit elastische vezels die de
huid soepel maken. Ook bevat de lederhuid veel zintuigen.
- Het onderhuids vetweefsel → werkt als warmte-isolatie.
De pigmentvormende cellen, melanocyten, in de basale cellenlaag hebben lange
uitlopers met korrels melanine (bruine stof). Het melanine gaat rond de kernen van
naburige cellen vormen en beschermt zo het DNA. Zonder bescherming zorgt het
uv-licht voor mutaties in het DNA. De cellen met melanine komen uiteindelijk ook in
de hoornlaag en schilferen daarna af (daarom tijdje na vakantie niet meer bruin).
Je longen en darmen zijn aan de binnenkant bedekt met slijmvlies. Hierin scheiden
slijmbekercellen slijm af dat bacteriedodende stoffen bevat.
Andere dekweefselcellen (bijv. longen) bevatten trilharen die richting (dit geval) de
keelholte bewegen. Stoffen kunnen op die manier met slijm worden doorgeslikt.
De maag bevat een biochemische barriere met een extreem lage pH die meeste
bacteriën al gelijk dood.
Planten beschermen zich in de vorm van:
- Mechanische afweer → stekels, doornen, het lokken van vijanden van de
predators
- Chemische afweer → bittere, bijtende, brandende of giftige stoffen
Planten herkennen schadelijke schimmels en bacteriën via receptoren, waarna
bijvoorbeeld de huidmondjes worden gesloten.
Bij vraat scheiden bijna alle planten geur af, deze werkt vaak als signaalstof voor
andere planten. De vluchtige stoffen fungeren dan als waarschuwingssignalen.
Sommige planten maken in kliercellen buiten de bloemen speciale nectar (lokstof)
voor dieren die de belagers opeten.
, Paragraaf 2
Bacteriën: eencellige organismen; celwand, celmembraan & ribosomen.
Cirkelvormig chromosoom (DNA) ligt los in het grondplasma. Hebben kleine
cirkelvormige DNA-moleculen: plasmiden. Zijn prokaryoten (geen celkern).
Microbioom = alle bacteriën in en rond je lichaam.
Fotoautotrofe bacteriën maken door fotosynthese hun eigen organische stoffen.
Sommige maken giftige stoffen:
- Microsynstines: kleine, cirkelvormige peptidemoleculen die de lever
beschadigen
- Anatoxine-a: tast de zenuwen aan waarna de ademhaling stopt
Eukaryoten hebben wel een celkern en andere organellen zoals een RER en
Golgi-systeem.
Malaria ontstaat door parasieten. Deze vermeerderen in de lever en dringen in rode
bloedcellen waarna ze weer vermeerderen en rode bloedcellen stuk gaan.
Virussen maken gebruik van cellen om zich te vermeerderen. Bestaan uit erfelijk
materiaal omring door een eiwitkapsel. Sommige hebben nog een membraan met
eiwitten van de gastheercel en het virus: virusenvelop.
De eiwitten van deze virussen hechten aan receptormoleculen op het celmembraan
(gastheercel) en passeren via endocytose. Hierna integreert het DNA van het
DNA-virus via het virale enzym integrase in het DNA in de kern. Bij een RNA-virus
wordt het RNA naar enkelstrengs DNA gevormd door het enzym reverse
transcriptase en vervolgens verdubbeld door DNA-polymerase. Na transcriptie en
translatie ontstaan nieuwe virusdeeltjes.
De niet-specifieke afweer is een opruimsysteem van witte bloedcellen en
bloedeiwitten. Het maakt onderscheid tussen lichaamsvreemd en lichaamseigen.
Antigenen, moleculen die het afweersysteem kunnen activeren, zijn bevestigd aan
het celmembraan met behulp van MHC-I moleculen.
Het complementensysteem bestaat uit verschillende typen eiwitten die vreemde of
geïnfecteerde cellen opruimen. Een cascade lijdt tot drie mogelijke reacties:
1. Complementeiwitten stimuleren je lichaam tot de productie van signaalstoffen,
cytokinen die hechten aan de cellen en ze markeren. Het zorgt voor extra
bloed op de plek van infectie en ruimte tussen de epitheelcellen van
haarvaten waardoor de macrofagen makkelijker bij de infectie komen.
2. Complementeiwitten vormen een laagje eiwitten dat aan het oppervlak van de
ziekteverwekker bindt: opsonisatie.
3. Complementeiwitten perforeren het celmembraan van de bacterie: lysis.
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper novavanoosterom. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €5,39. Je zit daarna nergens aan vast.