Dit document bevat een samenvatting van hoofdstuk 20 uit 6 vwo biologie over planten. Het behandelt belangrijke processen zoals de lichtreactie en donkerreactie bij fotosynthese, waarbij planten energie uit licht omzetten in suikers. Daarnaast wordt uitgelegd hoe watertransport in planten werkt, me...
Arbeidsintensief klassiek veredelen wordt gebruikt om planten met wenselijke
eigenschappen te veredelen
Geslachtelijke veredeling hierbij worden mannelijke en vrouwelijke gameten stuifmeel en
eicellen gecombineerd om genetische combinaties te maken. Dit gebeurt door handmatige
bestuiving, waarbij stuifmeel uit meeldraden van de ene plant wordt overgebracht naar de
stempel van een andere plant.
Dit leidt tot genetische variatie en de mogelijkheid om nieuwe eigenschappen te combineren.
Door het herhaaldelijk selecteren kunnen andere eigenschappen mogelijk verdwijnen, wat
invloed heeft op de genenpool.
Ongeslachtelijke veredeling richt zich op het vermeerderen van planten zonder
bevruchting. Hierbij wordt een deel van een plant gebruikt om een nieuw individu te vormen.
Het resulterende nageslacht is dan genetisch identiek (een kloon) en dus is er gebrek aan
genetische variatie.
Bij stekken wordt een stukje plant (tak, blad, wortel etc.) afgesneden en in de grond gezet en
groeien uit tot een nieuwe, genetisch identieke plant.
Bovendien zijn er andere methodes als; knollen, bollen, uitlopers, splijting.
Schimmels produceren miljoenen kleine haploïde sporen die worden verspreid via lucht,
water of contact. De sporen ontkiemen en dringen plantenweefsels binnen en vormen een
netwerk van schimmeldraden.
In plaats van naar het fenotype te kijken, zorgt selectie op DNA-niveau ervoor dat het
genotype wordt onderzocht.
Dit gebeurt door DNA-markers geassocieerd met een specifieke eigenschap; bijvoorbeeld
ziekteresistentie. Het DNA wordt dan onderzocht en individuen met de gewenste genetische
markers worden geselecteerd.
Genetische modificatie is een techniek waarbij het DNA van een organisme wordt
aangepast door specifieke eigenschappen toe te voegen, verbeteren of verwijderen.
Transgeen: een gen dat uit een ander soort genoom afkomstig is.
Cisgeen: een gen dat afkomstig is van dezelfde soort of nauwverwante soorten.
Het gen van de donorplant wordt geïsoleerd met behulp van moleculaire technieken.
Vervolgens wordt het gen in het DNA van het doelorganisme geplaatst door plasmiden.
Bacteriën bevatten plasmiden: klein cirkelvormige stukken DNA.
Het over te brengen gen wordt in een bacterie geplaatst dat dient als een vector voor de
overdracht.
De bacterie vermeerdert zichzelf als kloon met het gewenste gen.
Die kloon wordt gekweekt met niet-veranderde plantencellen. Bij een aantal dringt de
bacterie met het aangepaste plasmide binnen, waarna restrictie-enzymen het in het DNA van
de plant inbouwen.
, Planten nemen water op via de wortelharen. De oppervlakte van de wortels worden dan
vergroot om water en voedingsstoffen op te nemen.
Apoplast route: celwanden en centrale cilinder (passief)
Symplast route: celmembraan en grondplasma (zowel passief als actief)
De centrale cilinder is omringd door Caspari; waterdichte muur endodermiscellen. Hier
kunnen water en voedingsstoffen niet doorheen. Hier gaat het verder via de symplast route
via het celmembraan en grondplasma.
Het zuurstofgehalte en de tempratuur van de bodem hebben invloed voor de opname;
actieve processen vinden plaats.
In de membranen is er selectie van gewenste zouten; er is actief transport tegen het
concentratieverschil in naar de centrale cilinder.
Watermoleculen volgen door osmose, waardoor worteldruk ontstaat. Deze druk duwt het
water en opgeloste zouten naar de houtvaten.
Het transport van water in de houtvaten wordt via anorganische sapstroom vervoerd en
wordt beïnvloed door 2 krachten:
Cohesie: aantrekkingskracht tussen polaire watermoleculen zorgt ervoor dat het water een
lange waterdraad vormt in de houtvaten.
Adhesie: aantrekkingskracht tussen watermoleculen en de wanten van houtvaten helpen om
het water omhoog te trekken.
De belangrijkste kracht voor het transport van water is verdamping via de huidmondjes.
Door de verdamping neemt de concentratie van opgeloste stoffen in de bladcellen toe,
waardoor de waterpotentiaal laag wordt in de bladeren.
Water stroomt van hoog potentiaal richting laag potentiaal (dus omhoog)
Dit gebeurt tegen de zwaartekracht in.
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper cetinc1. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €5,86. Je zit daarna nergens aan vast.