Aardrijkskunde: Globalisering
Verzameling processen die soms tegengestelde belangen hebben.
Snelheid: tijd-ruimtecompressie, vervoer, 3d printen, overboeking
Standaardisering: ikea, Mc Donalds, invoeren Euro, EU, taal, pictogrammen
Connectiviteit: verbindingen tussen plaatsen zijn alleen succesvol als ze gestandaardiseerd
zijn, wederzijds afhankelijk, knooppunten.
Mobiliteit: migratie, toerisme, informatie, goederen, geldstromen. Transport en ICT maken
dit steeds makkelijker.
Vermenging: meer eenvormigheid, diffusie en assimilatie, maar ook op gebeid van financiën
en economische modellen.
Risico: terrorisme, virussen, revolutionaire ideeën, sociale problemen, geopolitiek.
Hoofdstuk 1: De wereld: een mozaïek van regio’s
Paragraaf 1: De wereld indelen
Door moderne informatie- en communicatietechnologie zijn mensen van verschillende sociale en
culturele achtergronden en uit allerlei landen nauw met elkaar verbonden. De wereld is een global
village. Ook zijn er sociale, economische, politieke en culturele relaties die de afgelopen eeuwen
toenamen. Deze toenemende vervlechting = globalisering.
Geografie kijkt specifiek naar de ontwikkelingen op het gebied van cultuur, politiek, economie en
demografie. Je krijgt dan een voortgang van het globaliseringsproces. Op grond van overeenkomsten
tussen bewoners en gebieden is de wereld ingedeeld in gebieden met soortgelijke kenmerken.
Je kan de wereld indelen in cultuurgebieden, maar dit is moeilijk in te delen door grote aantal
cultuurelementen. Alle door de menselijke geest voortgebrachte elementen kun je ertoe rekenen,
zoals taal, religie, gewoonten, waarden en normen, kunst en technologie. Vaak op macroniveau
ingedeeld. De overgang van het ene naar het andere cultuurgebied gaat op een lager schaalniveau
meestal geleidelijk. (Figuur 1.3)
De bevolking van elk van de grote cultuurgebieden is niet volledig gelijk. Ieder heeft een eigen
cultureel bepaalde identiteit ontwikkeld. Taal en religie zijn hier belangrijk. Taal als belangrijk
communicatiemiddel. Soms is het taalverschil zo groot tussen 2 volken, dat alleen communiceren via
een derde taal, de lingua franca, mogelijk is. De godsdienst drukt een grote stempel op de normen
en waarden van een samenleving.
Manier om de wereld in te delen op grond van politieke kenmerken is te kijken naar spreiding van
politieke macht. Democratische gehalte kun je meten met de democratie-index, zoals vrije
verkiezingen en het omgaan met mensenrechten. Er wordt geacht hieraan te houden.
Indicator voor welvaart binnen cultuurgebieden is het bruto binnenlandse product per inwoner. Je
kan dit ook voor een kleiner gebied bekijken = bruto regionaal product per inwoner. Om de welvaart
te meten, deel je het bbp door aantal inwoners. Maar houd hier rekening mee met de
betrouwbaarheid van cijfers. Of alles wat is geproduceerd wel is opgenomen in de cijfers, zoals de
informele sector. Is er rekening gehouden met de koopkracht. Ook kunnen in een land grote
welvaartsverschillen voorkomen tussen gebieden. Een dergelijke regionale ongelijkheid wordt door
een landelijk gemiddelde verborgen. Gebeurt ook bij sociale ongelijkheid: grote inkomensverschillen
tussen de sociale groepen binnen de bevolking van een land.
, Het economische ontwikkelingspeil van gebieden kun je ook afleiden uit de samenstelling van de
beroepsbevolking en verandert naarmate het ontwikkelingspeil toeneemt. Vooral het aandeel dat in
de landbouwsector werkt, is een goede indicator voor het economische ontwikkelingspeil.
De bevolkingsspreiding is ongelijkmatig. In sommige gebieden is de bevolkingsdichtheid hoog, zoals
in vruchtbare rivierdalen en delta’s. Lage bevolkingsdichtheden komen voor in extreem koude, droge
of hooggelegen regio’s. In de steden wonen relatief de meeste mensen, verstedelijkingsgraad,
urbanisatiegraat. Het percentage stadsbewoners hangt deels samen met het ontwikkelingspeil.
Welvarende regio’s zijn meestal sterk verstedelijkt.
Toch is de omvang van de totale stedelijke bevolking in de rijke regio’s kleiner dan die in de wat
minder rijke en arme landen door verstedelijkingstempo.
Paragraaf 2: Scheidslijnen in Europa
Waar ligt de oostgrens van Europa? De geleidelijke overgang tussen Europa en Azië komt door de
vele contacten tussen de volken in Europa en de samenlevingen in Centraal- en Oost-Azië. Het
spreidingspatroon van de Indo-Europese talen getuigt daarvan. Door de eeuwenlange contacten en
migratie verspreidden deze talen zich over een enorm gebied. Sommige mensen ligt de cultuurhaard
in Anatolië (Turkije), anderen zeggen dat Kurgan (ten noorden van Kaspische Zee) het
herkomstgebied is en dat vanuit daar deze talen zich verspreidden = diffusie. Een tweedeling van
Eurazië met taal als indicator is vrijwel onmogelijk, omdat de genoemde taalfamilie wijd verbreid is
over Eurazië.
De staatkundige indeling van Europa is in de loop van de geschiedenis regelmatig veranderd. De
processen die aan staatkundige verbrokkeling voorafgaan, zijn erg complex. Geopolitieke, culturele
en economische factoren spelen er een rol bij:
Geopolitiek gaat over de machtsverhoudingen tussen landen. Eind jaren 80 van de vorige
eeuw verminderde de geopolitieke invloed van de Sovjet-Unie in Oost-Europa, omdat vele
landen zich afkeerden en meer aansluiting bij het Westen zochten. Ook de
machtsverhoudingen veranderden aanzienlijk na het uiteenvallen van Joegoslavië en
Tsjecho-Slowakije gevolg ontstaan nieuwe kleinere landen.
Culturele verscheidenheid in Europese landen zorgt voor onstabiliteit, vooral in Oost- en
Midden-Europa. Veel volkeren leven naast of door elkaar. Soms zijn staten nog zo jong dat
natievorming nog onvoldoende tijd heeft gehad. Wanneer volken actief weerstand bieden
tegen natievorming regionalisme als gevolg. Wordt het verkrijgen van een eigen staat
werkelijkheid = separatisme.
Economische factoren zorgen ook voor nieuwe scheidslijnen. Zoals inkomensverschillen en
grote economische groeiverschillen tussen gebieden. Noordoost-Spanje speelde het verschil
in economisch ontwikkelingspeil mee in het referendum: gemiddeld is Catalonië rijker.
De Europese Unie die in 2016 uit 28 landen bestond, is het resultaat van een lange periode van
blokvorming. De EU is nu ’s werelds grootste handelsblok met een behoorlijke onderlinge handel
door snelle uitbreiding van de EU in de afgelopen 30 jaar is de globalisering in dit
samenwerkingsverband sterk toegenomen. Na de Koude Oorlog traden er veel Midden en Oost-
Europese landen toe tot de EU. Afgelopen decennium nam de verdeeldheid onder de EU-staten toe.
Eerst kwam het lidmaatschap van Griekenland onder druk te staan na financiële problemen. Daarna
de vluchtelingenstroom via Noord-Afrika en Turkije die de samenwerking opnieuw onderdrukten.
Allerlei politieke stromingen wensten minder macht voor Brussel en meer zeggenschap van de
afzonderlijke staten.