Pijn straalt soms uit naar onderaan scapula. Er lijkt sprake te zijn van triggerpoints.
Testen discriminerend vermogen, vragen om nrs (zou je die pijn een cijfer kunnen geven op
basis 0 geen pijn en 10 het hefstigste pijn wat je kan voorstellen).
Is de patiënt selectief chemische compressie, heel hard duwen (1o seconden, bloed
stroomt dan uit dat gebiedje)
Aselectief zachte techniek, release techniek (rondjes draaien rondom triggerpoint)
- Man 45 jaar
Geen Hematoom (blauweplek) meer, NRS 4 en hyperangulie testen, 14 dagen geleden
proliferatiefase. Selectieve patiënt
Gevoelig bij rek (densificaties tegen gaan, vroege proliferatie fase) pijn dempende
massage (endogeen) of fasciaal. Opheffen van dentificatie en athesie (verklevingen)
Oefentherapie casuïstieken
1. Je ziet een patiënt nu 3 weken na een enkeldistorsie rechts. Hij heeft geen pijn meer in
rust, maar ervaart nog wel startstijfheid en een bewegingsbeperking in de ochtend bij
trapaflopen. Bij de ganganalyse valt op dat hij zijn rechtervoet naar buiten wegzet en via
de mediale zijde van de enkel afwikkelt. De landing na een sprong is stijf; hij zakt maar
beperkt door zijn knieën. Geef een passende behandeling met oefentherapie.
Waarschijnlijke informatie:
- Graad 1: distorsie (verrekking)
Spieren die zorgen voor dorsaalflexie: m. extensor digitorum longus, m. extensor hallucis
longus, m. tibialis anterior
Dorsaalflexie mobiliseren, late proliferatie fase
Actieve mobilisaties; de eindstand wordt bereikt door activatie van een agonist
Over het gehele bewegingstraject, tót de eindstand (= Maitland-gradatie II)
Geringe belasting, met weinig kracht
Vaak en liefst regelmatig (soms uurlijks) uitgevoerd te worden
Pijn is alleen toegestaan als rekpijn, welke binnen enkele seconden na de oefening
moet verdwijnen.
Oefeningen:
- Plaats de voeten op heupbreedte en neem met de handen steun tegen een muur.
Zorg dat de hakken op de grond blijven staan en breng de knieën naar voren. 12 x 3
sets
- Plaats de aangedane voet met de tenen op een handdoek en neem steun met de
handen tegen de muur. Breng vervolgens uw romp naar voren. 12 x 3 sets
2. Je ziet een patiënte van 16 jaar nu 4 weken na een enkeldistorsie. Zij heeft geen
bewegingsbeperkingen meer, maar is eerder hypermobiel. Zij ervaart nog dagelijks
zwikneigingen tijdens het lopen op oneffen ondergrond of bij het lopen op hakken.
Hierdoor kan zij haar sportactiviteiten bij ballet (springen en landen in balans) niet meer
oppakken. Zij kan met haar ogen open > 30 seconden op 1 been kan staan en met haar
ogen dicht 15 seconden. Geef een passende behandeling met oefentherapie.
Van statisch stabiliseren naar dynamisch
, Waarschijnlijke informatie/oefentherapie opstelling:
- Graad 1: distorsie (verrekking)
- Ongeveer aan de eindfase van het anatomisch herstel dus er mag belast worden om
weer treksterkte op te bouwen
- Verbeteren van muscle stiffness en feedforwardmechanismen
- Maak het onverwachte verwacht ook sprake van cognitief proces
- Werk naar een onbewuste uitvoering hangt af van hoe iemand in staat is een
bewegingstaak bewust en geconcentreerd uit te voeren past meer bij het dagelijks
bewegen.
o Enkeldistorsie, hypermobiel zorg voor minder stabiliteit, dus je gaat de stabiliteit
trainen, banden en kapsel zouden een beetje opgerekt kunnen zijn. Actieve stabiliteit
trainen, eerst statisch daarna dynamisch.
Oefeningen (opbouwend):
Staan op één been en het andere been laten zwaaien, terwijl de ogen gesloten zijn.
De oefening wordt zo een balansoefening en spreekt vooral houdings- en
balansreflexen aan. Enige visuele controle is zinvol om er een effectieve
stabiliteitsoefening van te maken. Kan ook met een bal gooien in plaats van bewegen
met het andere been
Op je tenen staan op het aangedane been, kijk de fysio aan de in ogen, en de fysio
beweegt zijn hand naar een plek die jij als patiënt vervolgens met een hand aan moet
raken. Of patiënt staat op zijn aangedane been pak een visuele focus en laat de
patiënt dubbeltaken (maanden achterste voren benoemen), als de patiënt uit balans
raakt zie je dat je meer moet trainen.
Lopen over instabiel oefenmateriaal met de armen gekruist om balansreflexen te
beperken, een halve bril op om de visuele controle te beperken, en in combinatie
met het uitvoeren van een cognitieve taak.
Staan op één been, bijvoorbeeld op een trampoline, en met het andere been in
verschillende richtingen zwaaien.
Uitgangshouding voor stabiliteitsoefeningen met plantairflexie stand van de enkel.
Dit kan ook prima met een tennisbal of zonder ondersteunend materiaal.
Adapteren op basis wat je ziet, benoemen voor de assessor.
3. Je ziet een patiënt, welke 2 weken geleden zijn hamstrings heeft verrekt tijdens een
voetbalwedstrijd. Dit schoot erin tijdens het aanzetten van een sprint, waarna hij de
wedstrijd moest staken. De eerste dag had hij veel pijn, maar kan nu pijnvrij wandelen. Bij
lang zitten voelt hij een krampgevoel in zijn hamstring en moet dan even bewegen. Uit
onderzoek blijkt een forse myofasciale verkorting aanwezig. Geef een passende
behandeling met oefentherapie voor dit eerste consult.
o Behandelen forse myofasciale verkorting van de hamstring
Waarschijnlijke informatie:
- Sprint type letsel: betreft waarschijnlijk de m.biceps femoris, caput longum. Bij dit
type hamstringblessures bestaat een aanzienlijk risico op recidivering van de blessure
actief oefenprogramma duur van 2 tot 6 weken + 3 maal per week. Dient gericht
te zijn op een geleidelijke opbouw van actieve en passieve flexibiliteit, spierkracht
(concentrisch en excentrisch (beter)) en actieve rompstabiliteit.
- Behandelen met statische rekoefeningen (stretching) bij graad 2 positief effect op
range of motion en snelheid revalidatie.