1.1 - Inleiding
Vanaf het begin werden in de wet vier voorwaarden genoemd waaraan voldaan moest worden om
het experiment ‘Engels in het basisonderwijs’ te laten slagen.
- Engels diende een geïntegreerde plek te krijgen in het lesprogramma van Nederlandse
basisschool.
- Leerkrachten dienden behoorlijk opgeleid te zijn
- Er moest een goede aansluiting met het voortgezet onderwijs tot stand komen
- Er moest verantwoord lesmateriaal beschikbaar zijn
1.2 – de redenen om een vreemde taal in te voeren in het basisonderwijs
Ten eerste was er een politieke reden voor. In 1969 nam de ministerraad van de Raad van Europa
een resolutie aan die ervoor pleitte dat alle leerlingen in de lidstaten vanaf hun tiende jaar les
zouden krijgen in tenminste een vreemde taal. Dit was gericht op de culturele diversiteit, tolerantie
en Europees burgerschap te bevorderen.
Ten tweede was dat het vervroegen van de leeftijd waarop met het leren van een vreemde taal
wordt begonnen pedagogische en leerpsychologische voordelen kan bieden: men gaat ervan uit dat
jonge kinderen een tweede taal schijnbaar moeiteloos en in ieder geval sneller en beter leren dan
oudere kinderen. De taalverwerving loopt tot ongeveer 11 jaar oud spontaan, onbewust en dus
moeiteloos.
Ze zijn dus gevoelig voor het aanleren van een goede uitspraak. En ze zijn minder geremd en
spontaner dan oudere kinderen.
Het leren van een vreemde taal stimuleert het abstraherend vermogen. Westhoff heeft een
bewering. Het jong leren van een vreemde taal gaat niet ten koste van moedertaal. Sterker nog, de
intelligentie van de kinderen wordt beter ontwikkeld. Kinderen die naast hun moedertaal worden
onderwezen in een tweede taal scoren beter met rekenen en wiskunde.
Het leren van vreemde talen blijkt een positief effect te hebben op de al gehele taalontwikkeling.
1.3 – vroeg vreemdetalenonderwijs (vvto) in Nederland
Bij vroeg vreemdetalenonderwijs maken we onderscheid tussen twee categorieën:
1. Vvto: vroeg vreemdetalenonderwijs, waarbij leerlingen vanaf groep 1-2 minimaal 60 minuten
per week Engels krijgen.
2. Vto: vervroegd vreemdentalenonderwijs voor groep 5-6 met 2x 30 minuten per week.
Vvto gaat niet ten koste van het Nederlands. Integendeel, uit een onderzoek blijkt dat een dergelijke
intensieve aanpak de taalgevoeligheid voor het Nederlands in het algemeen juist bevordert.
Hetzelfde onderzoek geeft ook aan dat er geen sprake is om aan te nemen dat vvto nadelig werkt
voor kinderen met een allochtone achtergrond. Het is niet schadelijk voor de ontwikkeling van de
hersenen, maar zelfs bevorderlijk.
Tweetalig onderwijs en content and language Integrated Learning (CLIL). Tweetalige scholen werken
met CLIL. Dat wil zeggen dat tijdens de lessen in andere vakken dan Engels, bijv. Wiskunde (content,
de voertaal Engels is (language). De leerstof en de taal zijn dus geïntegreerd (Integrated).
Ouders kiezen voor deze school, omdat hun kinderen later meer kansen hebben op de arbeidsmarkt.
1.4 – waarom Engels?
De student kan de rol van Engels in de samenleving benoemen. Niet alleen in Europa maar in de hele
wereld heeft Engels de functie en status van lingua franca: Engels is wereldwijd de meeste geleerde
,tweede taal. Het is de taal van de internationale wetenschap, economie, handel, technologie,
cultuur, muziek en internet.
Sociaal-culturele redenen:
1. Engels is een wereldtaal. Een internationaal communicatiemiddel dat door grote groepen
mensen met een andere moedertaal dan Engels gebruikt wordt om anderstalige te
communiceren.
2. Het feit dat ons omringende landen Engels onderdeel vormt van het lesprogramma van de
basisschool is een reden om voor Engels te kiezen.
3. Jonge kinderen worden geconfronteerd met Angelsaksische cultuur waarop Nederland
gericht is. een gevolg daarvan is dat de Engelse taal en cultuur tot hun belevingswereld
gerekend mogen worden. Engels is geen onbekend terrein voor basisschoolleerling.
Redenen waarom Engels als verplicht vak moet:
- Europees beleid
- Pedagogische en leerpsychologische redenen
- Minimaal 4 jaar aaneengesloten Engels op school
- Internationale taal
- Engels maakt deel uit van de Nederlandse cultuur
1.5 – positie van meertalige leerlingen
Kinderen die al een vreemde taal beheersen, zal Engels voor deze kinderen de derde vreemde taal
zijn. Velen zijn van mening dat het tijd dat voor Engels wordt besteed, beter besteedt kan worden
aan het wegwerken van achterstand bij meertalige. Als zij ook Engels niet goed beheersen, neemt
het ook weer problemen met zich mee. Positieve argumenten zijn:
- Voorsprong: gebleken is dat de tweetalige vroeg in zijn leven geconfronteerd wordt met een
talige omgeving van ongewone complexiteit waarin de onderliggende structuur moeilijk te
ontdekken.
- Zelfde beginsituatie als Nederlandse kinderen
- Verwantschap met de moedertaal
1.6 – aansluiting met het vervolgonderwijs
Om een goede overgang naar het voortgezet onderwijs te kunnen maken is de leraar basisonderwijs
op de hoogte van de kerndoelen primair onderwijs en de kerndoelen van het voortgezet onderwijs.
De leerlingen kunnen het geleerde uit het primair onderwijs gebruiken in de brugklas. Contact tussen
het primair en het voortgezet onderwijs is daarvoor een essentiële voorwaarde.
Engels wordt gezien als hobbyvak op de basisschool. Er wordt nauwelijks rekening gehouden met
voorkennis van de leerlingen, die wel degelijk aanwezig is. De voornaamste redenen hiervoor die
aangevoerd worden door de docenten in het voortgezet onderwijs zijn:
- De beginsituatie loopt sterk uiteen
- Aanleverende basisscholen werken verschillend
- Bestede lestijd varieert
- Effect van Engels op de basisschool verdwijnt heel snel
- Spreekvaardigheid van een basisschoolleerkracht is gebrekkig
- Basisschoolleerlingen zijn onvoldoende opgeleid voor het vak Engels
De leerstof van de pakketten sluit dus nog steeds niet optimaal aan.
Longitudinale leerplannen zijn pakketten die een doorgaande leerlijn aanbieden vanaf het begin van
groep 7 tot klas 3 in het voorgezet onderwijs.
1.7 – Engels op de pabo
Sinds 1995 mogen basisscholen vakleerkracht voor Engels aanstellen. Er zijn wel tegenargumenten
om het vak te laten geven door groepsleerkrachten. De eigen leerkracht kent de kinderen beter, dus
, kan beter differentiëren op dat gebied. En ten slotte is de groepsleerkracht beter in staat Engels te
geven in samenhang met andere vakken dan een vakleerkracht.
In december 2010 zijn er oplossingen gevonden voor de aansluitingsproblematiek. Een pabostudent
zou minimaal de didactiek weten voor het vak Engels.
De leraar basisonderwijs beheerst het Engels op niveau B2 van het ERK om alle leerlingen het Engels
op niveau A1 te leren beheersen. Wil je als rolmodel kunnen optreden, dan vormen een positieve
attitude en een behoorlijke eigen taalvaardigheid belangrijke voorwaarden.
1.8 – conclusies en aanbevelingen
Als we kijken naar afgelopen 25 jaar ervaring met Engels in de basisschool. Is er tot nu toe 1 van de 4
basisvoorwaarden gehaald. Dat is het lesmateriaal.
Hoofdstuk 2
Doelstellingen
2.1 – inleiding
Om tot een duidelijke doelstellingen voor het moderne vreemdetalenonderwijs te komen, hebben
deskundigen van de Raad van Europa in de jaren zeventig de mogelijkheid onderzocht om een
doelstellingenmodel te ontwikkelen voor vreemdetalenonderwijs aan volwassenen. Die niet voor
beroep maar voor hun plezier willen communiceren. Deze doelstellingen werden specifiek
geformuleerde en toegespitst op de Engelse taal (the threshold level for modern language learning in
schools 1976). Deze doelstellingen werden als uitgangspunt om eindtermen voor het
vreemdetalenonderwijs in het voortgezet onderwijs vast te stellen. Het ontwikkelde
doelstellingenmodel vormt tegenwoordig de grondslag voor het moderne vreemdetalenonderwijs
voor alle doelgroepen.
Dit doelstellingenmodel bestaat uit twee componenten die nauw met elkaar verbonden zijn:
taalfuncties en taalnoties (worden samen taalmiddelen genoemd).
Taalfuncties: communicatieve productdoelen door middel van taal kunnen we bijvoorbeeld iets
meedelen of vragen.
Taalnoties: we delen niet alleen mee of vragen, maar we delen iets mee, vragen iets. Dit ‘iets’ is een
taalnotie.
Drempelniveau taalfunctie:
- Meedelen of vragen naar feitelijke informatie
- Mening uitdrukken of ernaar vragen
- Gevoel uitdrukken en naar gevoelens van andere vragen
- Situaties bewerkstellingen
- Sociale contacten leggen en onderhouden
- Spijt en goedkeuring uitdrukken
Drempelniveau taalnoties:
- Persoonlijke gegevens
- Woonomgeving
- Vrije tijd en hobby
- Eten en drinken
- De weg vragen
- Boodschappen doen
- Het weer
- Dagelijks leven
2.2 kerndoel voor Engels in het basisonderwijs
In het basisonderwijs gelden andere doelstellingen, die gebaseerd zijn op Waystage English. Het is
een tussenniveau van the threshold level.
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper lizavosfox. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €4,49. Je zit daarna nergens aan vast.