Voorblad werkstuk
In te vullen door student:
Femke
Naam student
Studentnummer
Klas
Domein Gezondheid, sport & welzijn
Opleiding Maatschappelijk werk & dienstverlening (MWD)
Variant (VT / DT / DU) Voltijd
Jaar 2015-2016
Locatie Alkmaar
Oma’s verhaal
Titel werkstuk
Naam toets 1.3.1A Levensloopinterview
Toetscode 2314AVM31A
Naam docent:
Studiejaar 2015-2016
Toetsperiode 3
Kans Regulier
Ik verklaar dat ik bij het onderzoek voor en het schrijven van dit werkstuk niet heb
Verklaring student geplagieerd, gefraudeerd of anderszins in strijd met de Onderwijs- en Examen
Regeling (OER) heb gehandeld.
Datum 31-03-16
Handtekening
In te vullen door de examinator: In te vullen door het servicepunt:
Beoordeling docent In ontvangst
(Eindcijfer) genomen door
Datum beoordeling Datum ontvangst
Naam examinator
Handtekening
Handtekening
, HOGESCHOOL INHOLLAND
Oma’s verhaal
Levensloopinterview
Femke de Jong
31 maart 2016
Het interview gaat over de levensloop van de geïnterviewde. Bij dit interview maak ik
gebruik van een aantal psychologische en sociologische theorieën en concepten die dit jaar
behandeld zijn. Daarnaast maak ik gebruik van het thema ‘Leefwereld’. Van dit interview heb
ik een verslag, een interviewverslag.
,Inhoudsopgave
Inleiding ...........................................................................................................................................................................4
Leeswijzer ....................................................................................................................................................................4
§ 1 Inhoudelijke weergave interview en tijdbalk ............................................................................................................5
Inhoudelijke weergave interview ................................................................................................................................5
Algemene gegevens .....................................................................................................................................................5
Tijdbalk .........................................................................................................................................................................6
§ 2 Psychologische analyse van de gegevens ..................................................................................................................8
De fasetheorie van Erikson ..........................................................................................................................................8
Het biopsychosociale model tijdens de ouderdom .....................................................................................................9
Omgaan met rouw .....................................................................................................................................................10
§ 3 Sociologische analyse van de gegevens ..................................................................................................................11
De theorie van Baltes.................................................................................................................................................11
Etiketteringstheorie ...................................................................................................................................................11
Theorie van Becker ....................................................................................................................................................12
§ 4 Afstemmen op de leefwereld van de cliënt ............................................................................................................13
§ 5 Verantwoording .......................................................................................................................................................14
Bibliografie .....................................................................................................................................................................15
Bijlagen ..........................................................................................................................................................................16
Interviewvragen .........................................................................................................................................................16
,Inleiding
Voor u ligt het levensloopinterview dat is voortgekomen uit het interview wat ik gedaan heb met mevrouw Mol. Het
interview gaat over de levensloop van de mevrouw Mol. Bij dit interview maak ik gebruik van een aantal psychologische
en sociologische theorieën en concepten die dit jaar behandeld zijn. Daarnaast maak ik gebruik van het thema
‘Leefwereld’. Van dit interview heb ik een verslag, een interviewverslag.
Leeswijzer
In paragraaf één zullen er in het begin wat algemene gegevens van mevrouw Mol worden weergeven. Vervolgens wordt
het interview inhoudelijk weergegeven. De informatie die is verkregen uit het interview wordt vervolgens weergeven in
een tijdsbalk met grote en kleine ‘persoonlijke’ geschiedenis van mevrouw Mol. In de tijdbalk worden daarnaast ook de
fasen van Erikson weergeven.
In paragraaf twee is de informatie verbonden met theorieën en concepten uit de psychologie lessen van het afgelopen
schooljaar. Het gaat hierbij om de fasetheorie van Erikson, het biopsychosociale model tijdens de ouderdom en het
proces van omgaan met verlies en rouw in loop van iemands leven.
In paragraaf drie is de informatie verbonden met theorieën en concepten uit de sociologie lessen van het afgelopen
schooljaar. Het gaat hierbij om de theorie van Baltes, de etiketteringstheorie en de theorie van Becker.
In paragraaf vier wordt er weergeven wat voor invloed de levensloop van mevrouw Mol heeft op haar leefwereld.
Hiermee wordt bedoeld hoe iemand in het leven staat. Daarnaast wordt er een reflectie gegeven gelet op de kennis die
Femke de Jong nu over mevrouw Mol heeft, wat het zou betekenen als zij haar zou begeleiden. Hierbij wordt gekeken
naar de overeenkomsten en verschillen tussen het referentiekader van Femke de Jong en mevrouw Mol.
In paragraaf vijf is de verantwoording hierin wordt kritisch gereflecteerd over het interview en het verslag.
Vervolgens komt de bibliografie en de bijlage met het uitgewerkte interview.
4|Pagina
, § 1 Inhoudelijke weergave interview en tijdbalk
Inhoudelijke weergave interview
Gezinssituatie in de kindertijd: Mevrouw Mol was het negende Algemene gegevens
kind in het gezin van tien kinderen, vijf zussen en vier broers.
Haar ouders waren getrouwd. Mevrouw Mol vindt dat het geloof Naam: Mevrouw Mol
een grote speelde bij de opvoeding die haar ouders toepaste op Geboortedatum: 23-04-1950
de kinderen. De kinderen moesten vaak naar de kerk, verder was Leeftijd: 65 jaar
de opvoedingsrol vooral aan de moeder toegeschreven en haar Geboorteplaats: Bovenkarspel
vader zorgde voor het geld. Mevrouw Mol vindt dat haar vader Geslacht: Vrouw
veel van de opvoeding van zijn kinderen heeft gemist, want hij Woonsituatie: Zelfstandig wonend met haar man
was weinig thuis en bemoeide zich niet met de opvoeding. Haar Type woning: Vrijstaand huis
vader werkte op het land. Doordat haar moeder zo gelovig was,
kende haar moeder zelfs wel eens depressieve momenten door zo zich zo aan het geloof te hechten. De normen en waarden binnen
het gezin waren ook erg aan het geloof gebonden, verder werd er over kwaad en zeer niet gesproken binnen het gezin. Dit leidde
volgens mevrouw Mol ertoe dat zij erg gesloten werd binnen het gezin en dit ging zij later uiten door zich vaak af te zetten tegen haar
ouders en broers en zussen. Doordat mevrouw Mol de negende was binnen het gezin, had ze het naar eigen zeggen een stuk
makkelijker. De financiële situatie was namelijk beter, het was nog steeds niet veel. Doordat mevrouw Mol de één na jongste was,
waren er al een aantal kinderen uit huis. Het gevolg was dat er meer geld was te besteden doordat er voor minder kinderen moest
worden gezorgd. Doordat mevrouw Mol vroeger met weinig geld moest omgaan, is ze dat later meer gaan waarderen en kan ze naar
eigen zeggen goed met geld omgaan. Als negende kind binnen het gezin probeerde mevrouw Mol een soort plek te veroveren binnen
het gezin door regelmatig ruzie te maken met de broer onder haar en de zus boven haar. Verder heeft mevrouw Mol haar kindertijd
als gezellig ervaren, door de vele broers en zussen en de kinderrijke buurt had ze altijd wel iemand om mee te spelen. Alleen de
depressieve kant van haar moeder heeft zij als iets negatiefs ervaren, hierdoor heeft mevrouw ook een aversie gekregen tegen
religies. Mevrouw Mol kon eigenlijk niks delen met haar moeder wat betreft problemen, dit zorgde er namelijk voor dat haar moeder
ermee ging zitten en hulp ging zoeken binnen het geloof, wat weer depressieve momenten tot gevolg had. Daarom kropte mevrouw
Mol haar emoties en problemen op. In de puberteit werd mevrouw Mol wat dwarser en ging zich meer afzetten tegen de directe
omgeving. Dit was haar manier om de gevoelens, emoties en problemen te uiten. In deze periode was ze ook aan het experimenteren
met make-up en maakte haar ogen altijd erg zwart op, op deze manier was ze een beetje opzoek naar haar eigen identiteit.
Vriendschappen en liefde: In de kindertijd van mevrouw Mol had ze veel vrienden door de kinderrijke buurt. Door thuis in een groot
gezin te leven en veel te moeten delen, werd ze naar eigen zeggen erg sociaal naar andere. Tijdens de pubertijd had zij goede
vriendschappen. Ze was in die fase wel zoekende naar in welke vriendengroep ze het best paste. In de adolescentie fase werd de
vriendengroep van mevrouw Mol in die tijd een stuk groter, doordat de vriendengroep van haar en haar man samenvoegde. Later
toen zij volwassen en ouder was heeft zij nog steeds een goede band wat betreft vriendschap en kent zij nog weinig ziekte en zeer om
zich heen. De vrienden maakte zij via het werk en naarmate mevrouw Mol ouder werd het vrienden maken minder en bleef zij zich
hechten aan de echte vrienden die ze tot nu toe had. Mevrouw Mol beschrijft openheid en vertrouwen als kernpunten van
vriendschap. Openheid is heel belangrijk vooral doordat mevrouw Mol dit binnen haar gezin niet heeft meegekregen. Mevrouw Mol
raakte voor het eerst verliefd toen zij vijftien was, zij noemde dit meer een liefde op afstand en op haar 14e had ze gezoend. Mevrouw
Mol heeft één relatie gehad die begon op haar 16e, dit was met haar man. Aangezien er vroeger alleen seksuele voorlichting werd
gegeven op de huishoudschool, kocht mevrouw Mol zelf maar een boekje om toch wat te weten over seks. Op haar 16e begon zij zich
seksueel te oriënteren en op haar 17e had ze voor het eerst seks, dit was voor haar huwelijk. Mevrouw Mol vindt seksualiteit
belangrijk maar de rol van seks veranderd wel in de loop der jaren binnen een relatie. In het begin van de relatie draait het volgens
mevrouw Mol vooral om seks en later is het een bijzaak doordat de relatie ook op andere vlakken groeit. Mevrouw Mol geeft aan dat
ze momenteel nog steeds seksueel actief is en noemt dit hartstikke normaal.
Schoolcarrière, opleidingen en arbeidsloopbaan: Toen mevrouw Mol vier was ging ze voor het eerst naar de basisschool, een Rooms-
Katholieke basisschool. Zij vond dit een leuke basisschool en heeft hier tot haar twaalfde een leuke tijd beleefd. Mevrouw Mol
herinnert zich vooral het vele opdreunen van bijvoorbeeld de tafels. Na de basisschool ging mevrouw Mol naar de huishoudschool, zo
hoorde dit ook volgens haar ouders en verdere scholing vonden zij niet van belang. Toch wilde mevrouw Mol meer dan alleen de
huishoudschool en ging voor haar typdiploma en behaalde deze. Vervolgens heeft zij de handelsavondschool gedaan maar niet
afgemaakt, dit zag mevrouw Mol namelijk als overbrugging naar de opleiding ziekenverzorging. Voor de opleiding ziekenverzorging
moest je namelijk zeventien zijn en dit wou mevrouw Mol want ze wou altijd al verpleegster worden. De opleiding ziekenverzorging
heeft mevrouw Mol succesvol afgerond. Mevrouw Mol was de eerste in het gezin die een opleiding nog een opleiding heeft gevolgd,
naast de huishoudschool. In het begin waren haar ouders het hier niet zo mee eens, maar later wel. Het voordeel was dat de opleiding
geen geld kostte. Doordat haar ouders zo moeilijk deden, had mevrouw Mol niet echt het idee dat zij de kans kreeg om haar
carrièremogelijkheden te ontdekken, deze stimulans miste zij. Haar eerste betaalde baan was in het Gezinspaviljoen als huishoudelijk
hulp, zij was toen 16 jaar. Vervolgens heeft mevrouw Mol als ziekenverzorgster in het verpleeghuis van Lutjebroek gewerkt en daarna
in het Snouck van Loosen ziekenhuis, tot deze ging sluiten. En zo belandde zij in 1979 in het bedrijf van haar man in de
installatietechniek. Mevrouw Mol bleef hier aangezien de werktijden goed aansloten op de schooltijden van haar kinderen. Mevrouw
Mol heeft dit beroep met plezier tot haar pensioen uitgevoerd. Mevrouw Mol is op haar 63e gestopt met werken, doordat de
werksfeer niet leuk meer was en het financieel haalbaar was. Financieel valt er weinig te klagen volgens mevrouw Mol. Zij verveelt zich
niet tijdens haar pensioen, door regelmatig op te passen en uitstapjes te plannen en natuurlijk van het gewoon lekker niks hoeven en
alles mogen. Mevrouw Mol haalt hier tot nu toe nog voldoening uit, maar als dit veranderd dan wilt ze vrijwilligerswerk of mantelzorg
gaan doen.
Huwelijk en geboorten: De ouders van mevrouw Mol trouwde toen haar moeder 24 was en haar vader 25 was, dit was in 1937. Haar
ouders kregen pas kinderen na hun trouwen, seks voor het huwelijk was namelijk een schande volgens het geloof. In 1938 kwam het
eerste kind en in 1955 kwam het laatste kind, om de anderhalf à twee jaar werd er wel een kind verwacht in het gezin. Toen mevrouw
Mol 21e was trouwde ze met haar man die toen 23 was in 1971, waarna zij vervolgens samen gingen wonen. Mevrouw Mol is
getrouwd met haar man doordat ze gewoon hartstikke verliefd was en ontzettend veel van elkaar hielden, zo dacht zij dat hij de ware
voor haar was. Mevrouw ging op dit moment uit huis en verhuisde met haar man naar Enkhuizen, hier heeft zij gewoond tot 2003.
Toen wilden zij in een vrijstaand huis wonen in Bovenkarspel. Mevrouw Mol denkt dat ze wel een ontdekkingsfase qua jongens heeft
5|Pagina