Uitgebreide schema’s van de belangrijkste stof voor het vak Sanctierecht. Dit is samengesteld aan de hand van het boek en de hoorcolleges. Zelf vorig jaar het tentamen gehaald (in één keer) met een 8. Het bevat o.a. schema's voor wanneer TBS mag worden opgelegd, welke rechten een gedetineerde ...
Benaderingen voor straffen
• Retributivistische benadering;
o Er is iets gebeurd en dit moet bestraft worden. De rechtvaardiging in straf wordt
gevonden in het feit dat er een delict is gepleegd en de samenleving is verstoord. De
begrenzing is te vinden in de mate van schuld. Straf op basis ernst delict en mate schuld.
o Het is normstellend: door te reageren wordt het gedrag bevestigd.
▪ Het gaat niet om heel hoog straffen, meer om dat er een straf volgt.
o Ze kijken terug.
o Negatief retributisme: een straf mag, hoeft niet.
o Positief retributivisme: straf is een dwingende reactie op een delict.
o 9a: twijfelachtig – er is wel een reactie, maar is dat wel proportioneel?
• Utilaristische benadering;
o Een straf werkt afschrikwekkend. Er is generale preventie voor iedereen. Speciale
preventie ziet specifiek op die persoon; dat wordt bereikt door gedragsbeïnvloeding.
o We straffen vooral zodat mensen het recht niet in eigen hand nemen.
o Ze kijken vooruit: heeft het nut om iemand te straffen? Doodstraf zou bijvoorbeeld
nuttig kunnen zijn, is het ultieme wat mogelijk is.
o 9a bijvoorbeeld goede oplossing. Maar: generale preventie speelt wel mee – dus moet
wel echt reserveren voor speciale gevallen.
• Herstelbenadering;
o Dit ziet vooral op conflictoplossing en op schadevergoeding. Slachtoffer speelt hier een
belangrijke rol. Slachtoffers hoeven niet altijd vergelding.
• Moderne richting.
o Men stelde dat je crimineel gedrag kon verklaren aan de hand van biologische gegevens
en door psychische factoren. Kijk vooral naar de oorzaak van crimineel gedrag en naar
hoe dit aangepakt kan worden.
o Behandelen i.p.v. straffen. Alternatieven voor GS. Resocialisatie belangrijk.
• Verenigingsbenadering
o Combineert utalistische benadering en retributivistische benadering. Vergelding is
grondslag. Bovengrens wordt bepaald door schuld van de dader. Een straf moet worden
toegepast en hoe dat eruitziet wordt bepaald door utiliteitsprincipes.
Multidisciplinaire perspectieven
a. Sociologisch: Vooral bestraffen op basis van gedrag. Voorbeeld is Stanford prison Experiment.
Maar ook onderzoek naar Totale Instituties.
b. Filosofisch: kijken vanuit het oogpunt dat het strafrecht in zijn geheel bedoeld is om
machtsverhoudingen. In stand te houden. Veel van de gedragingen die we strafbaar vinden zijn
gedragingen die veel logischer behoren bij de sociale omstandigheden van de onderklasse. Het
hele systeem is erop gericht om de onderklasse eronder te houden. Witteboordencriminelen
komen er vaak ook met een veel lichtere straf vanaf dan blauwe boorden criminelen.
c. Criminologisch: idee om te kijken naar vrijheidsbeneming vanuit het oogpunt dat
gevangenschap uitdrukking van je lage sociale status is. Ze keken naar detentieschade. Hoe je
kijkt naar criminelen heeft invloed op behandeling.
Ontwikkelingen
• 1800
1
, o Ontwerp voor Lijfstraffelijke Wetboek met beginselen van Beccaria.
o 1809: Crimineel Wetboek voor Koninkrijk Holland.
o 1815: eenzame opsluiting;
o 1886: eigen WvSv. Cellulaire opsluiting werd ingevoerd; afhankelijk van de duur van
de straf en de medische geschiktheid.
• Sinds 1886
o Het systeem ging van eenvoudig naar veelsporig en rijk gedifferentieerd.
o Ontwikkelingen kwamen na WO II. Mensen kwamen meer in aanraking met het
gevangeniswezen; dus straffen wilde men niet meer zomaar, het moest meer gericht
worden op resocialisatie. Het moest meer in de gemeenschap, meer met arbeid, lezen,
behandelen van problematiek in de gevangenis.
o Jaren 60-70: meer oog voor een andere opvatting. Meer opstand tegen de rol van justitie,
vervuiling kwam aan bod, mensen verlieten de kerk meer.
o Eind jaren 90: komst van de EBI. Meer aandacht voor beveiliging in de samenleving.
o Er kwam een ander strafklimaat, Nederland was klaar met het milde strafklimaat. Dit
zie je o.a. terug in de herijking van de strafmaxima rond 2002/2004. Er kwam aandacht
voor de strafmaxima, maar eerste voorstel werd van gezegd dat er niet veel mis was.
Uiteindelijk lijkt de moord van Pim Fortuyn invloed te hebben gehad, want de
maximumstraf van moord ging van 20 jaar naar 30 jaar.
Verschil straf/maatregel
1. Leed beoogd v.s niet beoogd;
2. Centraal staat de daad vs. De dader;
3. Rechter niet/wel afhankelijk van deskundige.
Vrijheidsbeneming art. 5 EVRM (Arrest S.V. en A.)
1. Voldeed de vrijheidsbeneming aan de nationale regels en was het dus ‘lawful’?
o Het EHRM oordeelde dat geen sprake was van willekeur en dat de vrijheidsbeneming
voldeed aan de nationale regels. Daarbij komt dat ze de 6uurs-limiet hadden
aangehouden.
2. Was de vrijheidsbeneming gericht op een specifiek en concreet feit?
o Daarnaast waren ze specifiek en concreet omtrent het feit waarvoor ze werden
‘binnengehouden’. Er was ook bewijs dat de klager waarschijnlijk betrokken was
geweest bij de vechtpartij.
3. Waren er minder ingrijpende maatregelen mogelijk?
o Volgens het EHRM waren minder ingrijpende maatregelen onvoldoende om te ernstige
feiten te voorkomen.
• Verbod op willekeur eist dat er ook aanleiding is voor de vrijheidsbeneming – en dat die
proportioneel is. Ook moeten de plaats en condities van detentie in relatie staan tot de reden van
opsluiting.
Wettelijk geregelde bevoegdheden rechter t.a.v. executie:
a. Tussentijdse beoordeling ISD;
b. Last tot TUL vv hechtenis;
c. Omzetting VV in OVW;
d. Verlenging TBS;
e. Uitstel/herroeping VI.
2
, Ontzetting van bepaalde rechten
• Art. 9 lid 1 onder b Sr: bijkomende straffen. Maar er staan ook nog enkele in bijzondere wetten.
o Ontzetting bepaalde rechten; veelal preventief karakter (niet meer bepaald beroep
mogen uitoefenen bijvoorbeeld). In die zin heeft het iets van een maatregel.
o Algehele ontzetting mag niet, het mag slechts bij een aantal met name genoemde
rechten, art 28 Sr. Rechter moet per geval beoordelen of het nodig is. Daarbij komt dat
de ontzetting is voor bepaalde tijd. Alleen bij levenslange straf is het levenslang, art.
31 lid 1 onder 1 Sr.
o Alleen als er een specifieke grondslag is, mag het. Bij specifieke delicten, art. 9 lid 5
Sr. Het kan afzonderlijk of samen met een andere straf. In art. 28 lid 5 Sr staan een
vijftal rechten waarvan iemand kan worden ontzet:
1. Het bekleden van bepaalde ambten;
o Maatstaf HR: ‘of betrokkene door het openbaar gezag is aangesteld
in een openbare betrekking om een deel van de taak van de staat of
van een van zijn organen te verrichten’. Denk ook aan een notaris
of deurwaarder.
2. Gewapende macht;
3. Het kiesrecht;
o Kan alleen bij GS van minimaal 1 jaar, art. 28 lid 3 Sr.
4. Het zijn van raadsman of bewindvoerder;
o Dit is echter geen raadsman of bewindvoerder zoals wij die kennen,
dus de termen kunnen beter worden aangepast.
5. Bepaalde beroepen uitoefenen.
o Beroep: ‘een zekere duurzame betrekking die in het algemeen
bezoldigd is’. Kan heel ruim zijn. In ieder geval geen
vrijwilligerswerk.
• Ontzetting kiesrecht gaat in op dag OH worden veroordeling;
• Ontzetting van andere rechten gaat in op de dag dat de uitspraak kan worden getuld.
o Ontzegging van de rijbevoegdheid;
▪ In art. 179 WVW staan de feiten die hiertoe kunnen leiden;
▪ Ook in andere wetten kan dit staan;
▪ Iemand mag geen motorrijtuigen besturen; maar ook een rijinstructeur kan
ervoor in aanmerking komen, of eigenaar/houder van een voertuig als het feit
is begaan door een onbekend gebleven bestuurder;
▪ Maximumduur hangt af van (1) het feit en (2) recidive. Duur kan oplopen tot
10 jaar.
▪ Partiële ontzegging kan ook – al zegt de MvT van niet. HR stelt dat de wet het
niet verbiedt en het daarom gewoon kan. Denk aan alleen in het weekend niet
mogen rijden, of alleen mogen rijden in een voertuig dat voor werk nodig is (ter
voorkoming van dat iemand enorm in zijn vrijheid wordt beperkt).
o Openbaarmaking van de rechterlijke uitspraak;
▪ Dit gaat verder dan het gewoon ‘openbaar’ zijn van een uitspraak; het gaat echt
om ruchtbaarheid aan een vonnis of arrest geven.
▪ Een uitgeverij heeft geen plicht er aandacht aan te besteden, het is meer een
‘machtiging’. Want anderen zijn slechts verplicht aan een opgelegde straf
uitvoering te geven als de wet dit verplicht.
▪ In art. 36 lid 1 Sr staat wanneer dit kan, kan niet voor alle feiten.
3
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper demialtena98. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €5,04. Je zit daarna nergens aan vast.