Samenvatting aardrijkskunde Zuid-Amerika
Begrippen H1:
Andesiet: Uitvloeiingsgesteente dat bestaat uit een grijze massa met grote kristallen.
Bevolkingsdruk: spanning tussen de toename van de bevolking en de
bestaansmogelijkheden in een gebied.
Caatinga: savanne met doornachtige struiken.
Cerrado: boomsavanne.
El Nino: periode met een sterke opwarming van zeewater bij de evenaar langs de westkust
van Zuid-Amerika en over een deel van de Stille Oceaan.
Erts: Gesteente en mineraal waaruit nuttige en economisch interessant stoffen kunnen
worden gewonnen.
Ertsvorming: het ontstaan van ertsen.
Favela: zelfde als sloppenwijk.
Fossiele energiebron: Brandstof die in miljoenen jaren is gevormd uit planten- en/of
dierenresten (aardolie, aardgas, bruinkool en steenkool).
Geografisch beeld: de beschrijving van de ligging, gebiedskenmerken, bevolkingskenmerken
en interne en externe relaties van een gebied.
Hoogland: gebied dat (overwegend) een hoogteligging heeft van meer dan 500m. Dit ligt
onder andere in het Andesgebergte op het grensgebied van Chili, Bolivia en Peru.
Hoogtezone: een uitgestrekt gebied dat eenzelfde maximale hoogteligging heeft.
Hoogvlakte: een vlak of zacht golvend gebied op meer dan 500m hoogte.
Informal city: zelfde als sloppenwijk.
Ilanos: grassavanne met soms wat bomen.
Magrove: bos langs modderige tropische en subtropische kusten, in zoutmoerassen en
slibrijke rivierdelta’s. heet ook wel vloedbos.
Megastad: stad met meer dan 10mil inwoners.
Mental map: een kaart in je hoofd of op papier die een uitdrukking is van subjectieve
beelden (percepties) van een gebied. Deze veranderd continu door nieuwe indrukken en info
,Migratie: verplaatsing van personen over een bepaalde grens met het doel zich in een
nieuwe vaste woonplaats te vestigen.
Natuurlijke bevolkingsgroei: positief saldo van geboorten en sterften in een regio.
Pampa: vochtige grassteppe. Hier kan goed aan landbouw gedaan worden en hier word
tarwe, soja en zonnebloemen verbouwd.
Perceptie: de manier waarop iemand de werkelijkheid waarneemt en daaruit voor zichzelf
een beeld vormt.
Savanne: landschap in de tropen met lange grassen, afgewisseld met groepjes bomen en
struiken. Er zijn drie typen savanne: Ilanos, Cerrado en Caatinga.
Schild: uitgestrekt, geologisch stabiel gebied op een continent met zeer oud gesteente. Heet
ook kraton.
Selva: is hetzelfde als tropisch regenwoud.
Sloppenwijk: wijk waar de bewoners zelf (illegaal) woningen hebben gebouwd. Heet ook
favela of informal city. Dit stond vaak dicht op elkaar. Hier woonden de armen. Dit zijn lage
kwaliteit woningen.
Sociale bevolkingsgroei: saldo van immigratie en emigratie in een regio.
Steppe: droog gebied waar net genoeg regen valt voor de groei van grassen en lage struikjes.
Hier vind je veel veehouderij
Stereotiep beeld: vastliggend, algemeen (dus collectief) beeld over een groep mensen, een
gebied of een groep verschijnselen of gebeurtenissen.
Tropisch laagland: gebied met tropisch regenwoud dat tot 200m hoog ligt. Dit is onder
andere ten oosten van het Andesgebergte.
Tropisch regenwoud: dicht, ondoordringbaar bos in de warme en vochtige tropen. Heet ook
selva.
Waterkrachtcentrale: centrale waar energie wordt opgewekt met behulp van vallend of
stromend water.
Rest van de informatie H1:
Ten westen van Zuid-Amerika: hier ligt evenwijdig aan de kust in de oceaan ene diepe trog.
Het klimaat in Zuid-Amerika wordt bepaald door een groot aantal factoren, zoals:
breedteligging, zeestromen, drukgebieden, windpatronen en de ligging van gebergten.
Pamperos: dit zijn zeer koude poolwinden.
, Latosol: dit is een bodem type waar humuszuren ontbreken waardoor ijzer en
aluminiumverbindingen niet oplossen. Hierdoor is de grond er onvruchtbaar. Deze bodem
vinden we in de regenwouden, bv. Amazone.
De waterafvoer wordt beïnvloed door: de beweging van het ITCZ, verdamping in een
gebied, smeltwater uit de Andes en het opslaan van water op overstromingsvlakte of
ondergrond.
De grote rivieren van Zuid-Amerika zijn: de Orinoco, de Amazone en de Paraguay. De
Paraguay voert veel minder water af als de andere twee rivieren, omdat deze door een
droog gebied stroomt. De Amazone voert het meeste water af.
Het stereotiepe beeld van Zuid-Amerika: is vaak dat iedereen in sloppenwijken woont of in
luxe villa wijken die heel dicht tegen elkaar aanliggen, de wegen niet geasfalteerd zijn. Het
heel links is of er wel een dictator aan de macht is en overige cultuurelementen als muziek,
dans, sport, kleding en religie.
Temperatuur en neerslag in Zuid-Amerika: het in een tropische luchtstreek ligt. Hier stijgt
de warme lucht op, waardoor het gebied bij het oppervlak een lagedrukgebied is (ITCZ,
InterTropische Convergentie Zone). De lucht koelt af en condenseert in de atmosfeer en
vormt wolken met neerslag. Dit valt dan in de hogedrukgebieden waar het kouder ten
noorden en zuiden van de ITCZ. De ligging van de ITCZ verwisseld ook gedurende het jaar
van ligging. Die volgt namelijk de seizoensbeweging van de zon. Hierdoor verschuiven ook de
regengebieden van ligging en heeft een tropisch klimaat 1 á 2 natte en droge perioden per
jaar.
ITCZ juli: ligt op 10ᵒ N.B.
ITCZ januari: ligt op 20ᵒ Z.B.
Winden vanaf de hoge drukgebieden: deze waaien van het noordelijk halfrond naar het
zuiden en op het zuidelijk halfrond naar het noorden, richting de lage drukgebieden.
De noordoostpassaat en de zuidoostpassaat: deze ontmoeten elkaar bij de ITCZ.
Invloed van de aanlandige passaat en Atlantische oceaan aan de oostkant van Zuid-
Amerika: Deze windt brengt vocht mee vanuit de Atlantische oceaan. Dit zocht voor
stuwingsregens aan de loefzijde van het kustgebergte van Brazilië. Aan de lijzijde is het erg
droog. Zuidelijker langs de oostkust ligt geen gebergte, waardoor de vochtige lucht veer kan
rijken met neerslag. Zo is de vochtige zuidoostpassaat tot aan de oostkust van het
Andesgebergte te merken.
Invloed van de Zuid-Equatoriale Stroom op de oostkust: deze stroom wordt in tweeën
gesplitst door de uitstekende oostelijke punt vna Brazilië. De Brazilië stroom stroomt naar
het zuiden en de restant van de Zuid-Equatoriale stroom naar de evenaar. Bij Kaap Frio
wordt de Brazilië stroom afgebogen. Daardoor kan de koude Falklandstroom vanuti het
zuiden tot Kaap Frio doordringen.