1. Een vraagcurve heeft de volgende vorm:
q = –2p + 400
Door een prijsdaling van 100 naar 80 zal
a. de gevraagde hoeveelheid dalen.
b. de omzet toenemen.
c. de omzet afnemen.
d. de prijselasticiteit van de vraag toenemen.
2. De prijselasticiteit van de vraag naar basisgoederen
a. ligt veel dichter bij nul dan van luxegoederen.
b. is meestal zeer klein omdat er nauwelijks varianten zijn.
c. is zeer klein omdat consumenten de aankopen gemakkelijk kunnen
uitstellen.
d. is in absolute zin groter dan die van luxegoederen.
3. De prijs van mondkapjes steeg in een week tijd van € 0,85 naar € 5,00. Dit is te verklaren door
a. een hoge prijselasticiteit op korte termijn.
b. een lage aanbodelasticiteit op korte termijn.
c. een hoge vraagelasticiteit op korte termijn.
d. een hoge inkomenselasticiteit.
4. Een onderneming brengt een product X op de markt. De afzet van X stijgt door een prijsstijging
van goed Y. Goed X
a. heeft een negatieve kruiselingse prijselasticiteit.
b. heeft een neutrale kruiselingse prijselasticiteit.
c. is een substitutiegoed.
d. is een complementair goed.
5. Een onderneming wil een aantal producten aanbieden waardoor de winst maximaal is.
De onderneming zal zoveel producten aanbieden dat
a. de gemiddelde kosten minimaal zijn.
b. de productiecapaciteit volledig is bezet.
c. de arbeidsproductiviteit het hoogst is.
d. de extra kosten per eenheid product juist gelijk zijn aan de extra
opbrengsten.
, 6. Een onderneming biedt producten aan tegen een prijs die onder de gemiddelde totale kosten ligt.
Deze onderneming handelt rationeel, want zij
a. lijdt geen verlies zolang de prijs boven de GVK ligt.
b. verdient een deel van de constante kosten terug zolang de prijs boven de GVK ligt.
c. verdient een deel van de variabele kosten terug omdat de prijs boven de GCK ligt.
d. zal zo'n prijspolitiek alleen op lange termijn kunnen volhouden.
7. De vraag- en aanbodcurve op een bepaalde markt zijn als volgt.
De vraagcurve luidt: qv = –15p + 90
De aanbodcurve luidt: qa = 3p + 18
In dit model geldt het volgende:
a. De evenwichtsprijs bedraagt 30 en de evenwichtshoeveelheid 4.
b. De prijselasticiteit van de vraag is in het evenwicht inelastisch.
c. De omzetelasticiteit van de vraag is kleiner dan 0.
d. Er ontstaat een vraagoverschot van 7,5.
8. Als de overheid een minimumprijs instelt doet zij dat om
a. producenten te beschermen.
b. consumenten te beschermen.
c. de overheidsinkomsten te verhogen.
d. de productie af te remmen.
9. Het interne concurrentieproces wordt minder als
a. het aantal ondernemingen in de bedrijfstak afneemt.
b. de productdifferentiatie toeneemt.
c. de vraag afneemt.
d. er minder import is.
10.Gegeven is de volgende vergelijking: q = -5p + 2.400 (waarbij: q = hoeveelheid en p = prijs in euro).
Welke van onderstaande vergelijkingen geeft een verschuiving weer van de vraagcurve naar
rechts ten opzichte van bovenstaande vergelijking?
a. q = -4p + 2.400
b. q = -5p + 3.600
c. q = -5p + 1.600
d. q= 3p + 4.000
11.Wat is een overeenkomst tussen een monopolie en een oligopolie?
a. In beide marktvormen zijn er veel vragers en aanbieders actief.
b. Beide marktvormen zijn volgens de Nederlandse wet verboden.
c. Beide marktvormen worden gekenmerkt door homogene producten.
d. Bij beide marktvormen is de toetreding beperkt zo niet onmogelijk.
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper Hmz010. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €7,39. Je zit daarna nergens aan vast.