Dit is een samenvatting van het vak maatschappijwetenschappen voor leerlingen uit 6 vwo. In deze samenvatting is hoofdstuk 12 'Machtsverhoudingen in de wereld' samengevat en onderverdeeld in de volgende paragrafen:
§1 Nederlands buitenlands beleid
§2 Politiek, beleid en instituties
§3 Ana...
§1 Nederlands buitenlands beleid
Nederland heeft een specifieke grondwet ‘artikel 90’ (die weinig andere landen
hebben) voor de internationale samenwerking: ‘De regering bevordert de
ontwikkeling van de internationale rechtsorde’. De Nederlandse regering
probeert dus de internationale vrede en veiligheid te bevorderen en wil
mensenrechten beschermen. Dit doet Nederland door steun te geven aan
instituties die het internationale recht versterken, zoals het internationale
Gerechtshof van de VN, het sturen van militairen naar conflictgebieden en het
bieden van ontwikkelingssamenwerking.
Het eigenbelang speelt een rol bij dit beleid. Het Nederlandse buitenlandbeleid
wordt gekenmerkt door de:
- Dominee: staat voor de nadruk die Nederland legt op het belang van
mensenrechten en de democratische waarden (politieke en economische
zelfbeschikking).
- Koopman: staat voor Nederlandse handelsbelangen. Nederland behoort
aan de top als het gaat om handel, export, economie en globalisering
(voornamelijk doorverkoop). De open economie profiteert van een veilig
goederentransport. Voor een klein en niet machtig land is het belangrijk
dat er duidelijke regels zijn in het internationale verkeer die voor iedereen
gelden. Deze regels kunnen voor Nederland werken in hun voordeel of
nadeel, maar Nederland is zo in ieder geval niet overgeleverd aan de
keuzes van grootmachten.
De oriëntatie van ons buitenlandbeleid was lang Atlantisch, Europees en
multilateraal (samenwerking tussen meer dan 2 staten). Die oriëntatie kan niet
altijd rekenen op een brede steun in de samenleving en de Tweede Kamer. Zo is
er kritiek op risicovolle situaties buiten het NAVO-gebied.
Nederland helpt bij internationale vredesmissies en wil meepraten, meedenken
en meebetalen aan collectieve acties. De nadruk ligt dan op crisisbeheersing,
vredesmissies en wederopbouw. Als Nederland wordt ingezet bij het ‘hoge
geweldsspectrum’ dan is ingrijpen logisch vanuit de invalshoek van de dominee
die mensenrechten vooropstelt. De dominee en de koopman gaan echter vaak
hand in hand: omdat de koopman contacten heeft gelegd kan de dominee iets
zeggen, en als de dominee heeft gezorgd voor rust en veiligheid dan kan de
koopman gaan handelen.
Bij de bestrijding van de piraterij hielp de Nederlandse marine mee om de
handelsroutes (Sea Lines of Communications) te beschermen. De marine heeft
verschillende doelen:
- Het verdedigen van het eigen bondgenootschappelijk grondgebied.
- Het zorgen voor een goed functionerende rechtsorde (artikel 90).
- Zorgen voor economische veiligheid. Dit was de reden waarom Nederland
meedeed aan het bestrijden van piraterij. De koopman profiteert van de
dominee: onrecht wordt bestreden en bescherming door een marineschip
is goedkoper dan huursoldaten aan boord van elk schip.
,De verwoestende impact van de oorlogen was een reden voor meer
internationale samenwerking. Zo werden er meer allianties (bondgenootschap)
en samenwerkingsverbanden gesloten, zoals de NAVO en de EU. Een andere
poging om minder interstatelijke (geldend tussen staten) conflicten te krijgen is
het stimuleren van samenwerking tussen overheden op verschillende bestuurlijke
niveaus tussen bedrijven en ngo’s (niet-gouvernementele organisaties).
Nederland is wegens zijn handelsbelangen sterk op het buitenland georiënteerd.
Ondanks dat staten soeverein zijn en geen hoger gezag dan zijzelf erkennen,
hebben toch veel staten verdragen getekend die hun soevereiniteit inperken. Het
VN-vluchtelingenverdrag bepaald zo dat vluchtelingen niet zomaar naar hun land
van herkomst mogen worden teruggestuurd. Dit verdrag beperkt deels de
soevereiniteit of beslissingsruimte van staten, omdat ze bepaalde dingen niet
meer mogen doen (vluchtelingen terugsturen).
Rechtsgeschillen tussen staten hoeven niet alleen beslist te worden door een
oorlog, maar ook door een besluit van het Internationaal Gerechtshof (IG).
Deze internationale organisatie is onderdeel van de VN en kan gerechtelijke
uitspraken doen over geschillen (sterke verschillende meningen) en conflicten
tussen staten. Bij de erkenning van het IG en het onderwerpen aan zijn
uitspraken wordt er weer een stukje van de eigen soevereiniteit ingeleverd. Het
IG heeft 15 rechters, elk uit een ander land, die worden gekozen door een
meerderheid van de Algemene Vergadering van de VN en de VN-veiligheidsraad.
Het gezag van het hof is groot, maar heeft zijn beperkingen: 5 permanente leden
van de Veiligheidsraad mogen altijd een rechter leveren, dus is het moeilijker om
een van die leden door het Hof te laten veroordelen. Ook zijn er landen die nooit
een rechter kunnen leveren.
Het Internationaal Strafhof heeft als doel de vervolging van personen die
verdacht worden van misdaden tegen de menselijkheid (genocide). Het is geen
onderdeel van de VN maar wel opgericht op initiatief van de VN. Hierbij kunnen
machtige staten zich makkelijker verweren tegen het Strafhof dan minder
machtige staten. Daarom worden er makkelijker mensen aangeklaagd uit minder
machtige landen.
Na de 2e WO is de Universele Verklaring van de Rechten van een Mens (UVRM)
getekend. Dit is een verklaring van staten waarbij vrijheid en gelijkheid
belangrijke waarden zijn. Niet elke staat heeft dit ondertekend, maar het kent
een groot gezag. Als deze rechten worden overtreden gaat de Veiligheidsraad
vaak hierover spreken.
Het individu kan zich beroepen op het internationaal recht van het verdrag en
kan worden aangeklaagd op basis van het internationaal strafrecht. Ondanks dat
het individu dus een rol heeft in het internationaal recht kunnen de individuen
nog steeds weinig doen tegen kwade overheden.
De soevereiniteit van de staat kan dus op 3 manieren beperkt worden:
- Door de rechten van de mens.
- Door internationale organisaties.
- Door internationaal recht.
Zelfbeschikking: recht op eigen keuzen en zelfstandigheid, zowel voor het
individu als voor een collectief.
, Integratie: opname in een (groter) geheel. Het gaat daarbij voornamelijk om de
opname van personen of bepaalde bevolkingsgroepen in de maatschappij.
Rechtsgeschillen: een onenigheid die via een rechtszaak tot een oplossing
komt.
§2 Politiek, beleid en instituties
Gezag Macht die als legitiem beschouwd wordt.
Representat De vertegenwoordiging van een groep in (politieke)
ie organisaties door één of enkele betrokkenen die namens de
groep optreden.
Representat De mate waarin de (politieke) besluiten, de standpunten of
iviteit achtergrondkenmerken van vertegenwoordigers
overeenkomen met die van de groep die vertegenwoordigd
wordt.
Bilateraal: een samenwerking tussen 2 landen.
Multilateraal: een samenwerking tussen meer dan 2 landen.
Non-gouvernementele organisaties: een samenwerking tussen niet-statelijke
actoren.
Intergouvernementele samenwerking: een samenwerking tussen staten.
Verschillende vormen van besluitvorming binnen de EU:
- Unanimiteit: een besluit wordt alleen aangenomen als alle actoren voor
zijn. Iedereen heeft dus een veto (recht om een besluit tegen te houden als
de meerderheid voor het besluit heeft gestemd).
- Gewone meerderheid: een besluit wordt alleen aangenomen als er een
meerderheid voor is. Dit kan een twee derde meerderheid zijn of de helft
plus 1.
- Gekwalificeerde meerderheid: een besluit wordt alleen aangenomen als
er een meerderheid voor is en die meerderheid ook aan bepaalde eisen
(kwalificaties) voldoet.
Ondanks dat samenwerking belemmerd kan worden door gebrek aan wederzijds
vertrouwen en het dilemma van collectieve actie zijn er toch veel vormen van
internationale samenwerking. Belangrijke internationale organisaties: de VN, het
Internationaal Monetair Fonds (IMF), de Wereldbank en de
Wereldhandelsorganisatie (WTO). Dit zijn allemaal multilaterale vormen van
intergouvernementele samenwerking. Het IMF en de Wereldbank oefenen
macht uit d.m.v. financiële middelen met daarbij horende eisen.
De Wereldhandelsorganisatie streeft naar bevordering van de internationale
handel, werken tegen handelsconflicten en heffen handelsbarrières op. Ze maken
afspraken en regels over de internationale handel en ziet toe op de naleving
daarvan. Landen kunnen hier nog wel (vrijere) bilaterale of multilaterale
handelsafspraken overheen leggen (EU).
Bijna alle landen van de wereld werken binnen de Verenigde Naties (VN) samen
op het gebied van: internationale recht, mondiale veiligheid, bevordering van de
mensenrechten, ontwikkeling van de wereldeconomie en onderzoek naar
maatschappelijke en culturele ontwikkelingen. De VN hebben veel gezag
opgebouwd door verspreiding van idealen en ideeën: de Universele Verklaring
van de Rechten van de Mens of de Millenniumdoelen tegen armoede.
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper ElenavanVliet. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €4,79. Je zit daarna nergens aan vast.