Hoofdstuk 1 Middeleeuwen
1.1 Gregoriaanse gezangen
Begrip Betekenis Blz. boek
Gregoriaans Middeleeuwse gezangen. Eenstemmig, in het Blz. 8
Latijn, vocaal.
Vocaal Een stuk gezongen Blz 8
Eenstemmig 1 partij 1 melodie Blz 8
Vrij ritme Geen maatsoort en geen voorgeschreven Blz 8
toonduur
Neumenschrift Later handschrift waarin toonhoogte is Blz 8
vastgelegd
Kerktoonladders Toonladders van 7 tonen maar geen majeur of Blz 8
mineur
Syllabisch Iedere lettergreep krijgt een noot Blz 8
Melismatisch Er worden meerdere noten op 1 lettergreep Blz 8
1.2 Meerstemmigheid
Begrip Betekenis Blz.boek
Organum De eerste meerstemmige muziek Blz 10
Parallel Gelijk Blz 10
Tegenbeweging Tegen de melodie in Blz 10
Cantus firmus De originele meerstemmige georgiaans muziek Blz 10
1.3 Mis en motet
Begrip Betekenis Blz. boek
Motet Drie / vierstemmig stuk 12
Kwart Samenklanken die in middeleeuwen voor keur 12
krijgen
Kwint Samenklanken die in middeleeuwen voor keur 12
krijgen
Octaaf Samenklanken die in middeleeuwen voor keur 12
krijgen
Mis Hoogtepunt in ere dienst in katholieke kerk 12
1.4 Troubadours
Begrip Betekenis Blz. boek
Etsampie Een muziekstuk met een steeds terugkerend 14
refrein
Bourdon Samenklank van grondtoon en kwint vaak in 14
bas
Troubadour Naam muziek makers middeleeuwen 14
Kunstliederen 14
,Verkennen 2 Renaissance blz. 17 t/m 23
2.1 vocale muziek
Betekenis Blz. boek
Begrip
Acapella Alleen zang, zonder instrumenten 18
Cantus firmus Meerstemmig, Gregoriaanse muziek 18
Imitatie Elkaar na doen 18
Doorimitatie Imiteren dat langer door blijft gaan 18
Canon De meest strenge vorm van imitatie 18
Polyfonie Canon en doorimitatie zijn vormen van 18
polyfonie
Stemparen Twee stemmen 18
Componist Zorgt ervoor dat vooral tertsen en sexten 18
klinken
Motet Een op muziek gezet Latijnse kerkelijke test 19
Tekstuitbeelding Als de componist muziek probeert te 19
componeren die goed bij de sfeer en de tekst
past
Madrigaal Een vocale compositie voor buiten de kerk 19
Chanson Een wereldlijk stukken het Frans gezongen 19
Homofonie Daarbij hebben alle stemmen vrijwel hetzelfde 19
ritme en dezelfde tekst
2.2 instrumentale muziek
Begrip Betekenis Blz. boek
Orgel, luit, blokfluiten, Dit zijn instrumenten die eigenlijk voor de 22
trombones, viola da zangstemmen zijn geschreven
gamba’s
Pavane De pavane wordt altijd direct gevolgd door de 22
gaillarde en de pavane is statig.
Tweedelige maat Een maatsoort met 2 delen 22
Driedelige maat Een maatsoort met 3 delen 22
, HOOFDSTUK 3 BAROK
Het ontstaan van de opera
Een gezongen toneelstuk is ook wel een opera. Een opera wordt geacteerd en er zijn decors. De tekst
moet verstaanbaar zijn, anders snapt niemand het verhaal. De muziek moet de tekst ondersteunen.
Een groepje verzint iets nieuws: het recitatief. Het is een soort zingend spreken. Het houdt in dat
maar één zanger de melodie voordraagt, met een eenvoudige begeleiding van bijvoorbeeld een
klavecimbel of een luit. Deze manier van begeleiden heet basso continuo. Mineur en majeur
worden daardoor de overheersende toonladders. De eerste opera’s zijn geschreven voor de adel.
Maar er blijkt een veel groter publiek te zijn voor zo’n avondvullend muziekevenement. Opera wordt
populair in de zeventiende eeuw.
De structuur van de opera
Een opera bestaat uit een opeenvolging van korte nummers: een ouverture, veel recitatieven en
aria’s, en enkele koorstukken. Een ouverture is de instrumentale opening van de opera. Hij begint
vaak langzaam en stating. Het is namelijk ook de entreemuziek voor de koning of andere hoge gasten
die altijd als laatste binnenkomt, zodat iedereen hen kan zien. Daarna volgt een snel gedeelte: het
stuk kan beginnen. Bij het recitatief is de muziek ondergeschikt aan de tekst, de melodie volgt het
ritme van de woorden en de begeleiding is eenvoudig. Een recitatief heet secco als er alleen een
begeleiding in akkoorden is. Als er ook andere instrumenten meespelen heet het een accompagnato.
In het recitatief wordt het verhaal verteld of vindt de handeling plaats. Een aria is een lied. Er worden
bij een aria veel emoties overgebracht. Het koor reageert op de gebeurtenissen. De koorstukken
kunnen homofoon of polyfoon zijn.
Grote vocale werken
De opera brengt de kerk op een idee. Verhalen uit de Bijbel werden gezongen, om de verhalen wat
levendiger te maken. Het gezongen bijbelverhaal, het oratorium, heeft dezelfde onderdelen als de
opera en is eveneens avondvullend. Het grote verschil is dat er niet geacteerd mag worden en dat er
geen decors zijn. Dat leidt teveel af van de boodschap. Een passie gaat over een specifiek
bijbelverhaal, namelijk het lijden en sterven van Jezus aan het kruis. De passies van JS Bach worden
nog steeds ieder jaar rond Pasen uitgevoerd op veel plaatsen in Nederland. Een cantate is een korter
vocaal werk, een soort oratorium in het klein. De lengte is een klein half uur en is geschikter voor
normale kerkdiensten. JS Bach heeft wel 300 cantates geschreven, voor elke zondag één.
Instrumentale muziek
De instrumentale muziek is ontstaan uit vocale muziek. In de renaissance verdubbelen
muziekinstrumenten vaak gewoon de zangpartijen, soms vervangen ze die. In de barok veranderde
er veel. Er werden meer stukken gemaakt voor alleen puur de instrumenten. Vooral de klavecimbel
en de viool werden toen populair. Er komen talloze stukken voor grote ensembles, zoals het concert,
maaar nog meer voor solo-instrumenten, duo’s en kleine groepjes, zoals de triosonate. De
componist begeleidt en leidt het groepje vaak zelf op het klavecimbel. Langzaam ontstaat er een
standaardbezetting, om een goede balans te krijgen in de klank. De houtblazers zijn fluit, hobo en
fagot. De typische stevige basis, is de barokke motoriek. De melodieën starten altijd met een motief,
waaruit als vanzelf een ononderbroken stroom van muziek ontstaat, met motiefherhalingen en
sequensen. Deze techniek heet ook wel voortspinning. In de melodie zitten ook veel versieringen,
die worden geïmproviseerd door de speler. Door de afwisseling van tutu en solo ontstaat er een
terassendynamiek. De affectenleer beschrijft werkje intervallen en akkoorden welke emotie
oproepen.
Concerten
Bij het meerkorige concert zijn er twee of drie groepen instrumenten die tegenover elkaar geplaatst
worden. Het lijkt dan alsof de instrumenten met elkaar in gesprek zijn. Het concerto grosso is een