100% tevredenheidsgarantie Direct beschikbaar na je betaling Lees online óf als PDF Geen vaste maandelijkse kosten
logo-home
alle arresten tilburg rechten - strafrechtelijke aansprakelijkheid €3,49
In winkelwagen

Arresten

alle arresten tilburg rechten - strafrechtelijke aansprakelijkheid

 0 keer verkocht

Een beschrijving van alle arresten die ik heb moeten leren voor strafrechtelijke aansprakelijkheid aan de Tilburg universiteit voor het jaar . Waar mogelijk heb ik een duidelijke rechtsvraag en rechtsregel genoteerd en verwijzingen naar websites waar de arresten besproken worden.

Voorbeeld 4 van de 41  pagina's

  • 24 februari 2023
  • 41
  • 2022/2023
  • Arresten
  • Onbekend
Alle documenten voor dit vak (78)
avatar-seller
jorders
Arresten
https://www.worldsupporter.org/nl/chapter/41070-samenvatting-arresten
https://www.studeersnel.nl/nl/document/tilburg-university/strafrechtelijke-aansprakelijkheid/
jurisprudentie-arresten-19-20/6739617




Week 1: geen voorgeschreven arresten

Week 2 - Overgangsrecht en rechtsmacht

Legaliteitsbeginsel in Straatsburgs perspectief
EHRM 22 nov. 1995, NJ 1997, 1
Voorzienbaarheids- of voorspelbaarheidsvereiste; scherpe normen
( Bestimmtheitsgebot of het lex certa-beginsel)
Het Europese Hof benadrukt het prominente belang van het strafrechtelijke
legaliteitsbeginsel. Strafbaar gedrag moet duidelijk in het recht zijn omschreven, en dat
recht moet aan diverse kwalitatieve vereisten zoals toegankelijkheid en voorzienbaarheid
voldoen. Extensieve interpretatie is problematisch. Dit alles neemt echter niet weg dat het
wel mogelijk en in het licht van het legaliteitsbeginsel toelaatbaar is om regelgeving over
strafrechtelijke aansprakelijkheid door interpretatie geleidelijk te verhelderen en aan
gewijzigde omstandigheden aan te passen, wanneer die ontwikkeling tenminste
overeenstemt met de essentie van het delict en redelijkerwijs te voorzien was.

Casus: gehuwd stel gaat uit elkaar, vrouw logeert bij ouders en man dringt hier binnen en
verkracht vrouw. Vrouw doet aangifte wegens mishandeling en verkrachting. Man beroept
zich op eerdere uitspraak waarin is geoordeeld dat het sluiten van een huwelijk impliciete
toestemming tot het hebben van gemeenschap met zich mee zou brengen. Vraag is of het
opzij zetten van deze eerdere uitspraak in strijd is met artikel 7 EVRM (bescherming tegen
willekeurige vervolging, veroordeling en bestraffing).

Rechtsregel: ontwikkeling van strafrecht door rechterlijke interpretatie dat volgt in
aanpassing aan veranderende omstandigheden is niet in strijd met artikel 7, mits deze uitleg
die aan de jurisprudentie wordt gegeven:
- Aansluit bij de essentie van het delict
- Redelijkerwijs voorzienbaar is

Het Hof bevestigt dus dat verandering in interpretatie van een bepaling noodzakelijk
kan zijn onder bepaalde omstandigheden. Echter, deze verandering in interpretatie

,moet redelijkerwijs voorzienbaar zijn en aansluiten bij de essentie van het delict (vaak
gaat het om een uitbreiding van strafbepaling).

https://arsaequi.nl/product/het-legaliteitsbeginsel-in-straatburgs-perspectief/


Gewijzigde Warenwetregeling
HR 20 februari 1996, ECLI:NL:HR:1996:AD2491, NJ 1996, 503, m.nt. G.Knigge
De verandering van wetgeving door wijziging respectievelijk invoeging bij Besluit van 21 april
1995 (Stcrt. 1995, 85, in werking getreden op 3 mei 1995) van de art. 1 en 1a
Warenwetregeling Nitraatgehalte groenten berust op een gewijzigd inzicht van de regelgever
nopens de strafwaardigheid.

https://www.navigator.nl/document/id3419960220101313enj1996503dosred



2.Gewijzigde Warenwetregeling, HR 20 februari 1996, ECLI:NL:HR:1996:AD2491, NJ
1996, 503, m.nt. G. Knigge

De verandering van wetgeving door wijziging respectievelijk invoeging bij Besluit van 21 april
1995 (Stcrt. 1995, 85, in werkinggetreden op 3 mei 1995) van de art. 1 en 1a
Warenwetregeling

Nitraatgehalte groenten berust op een gewijzigd inzicht van de regelgever nopens de
strafwaardigheid

Essentie

Art. 1 lid 2 Sr. Legaliteitsbeginsel.

Rechtsvraag

Is het legaliteitsbeginsel vervat in art 1 lid 2 Sr. van toepassing in casu?

Feiten

Verdachte heeft in de zomer van 1993 sla verkocht die 800 mh/kg teveel nitraat bevatte dan
de toegestane 2500 mg/kg en is door de politierechter veroordeeld. Echter, enkele maanden
later (de verdachte was in cassatie gegaan) werd een wijziging van de Warenwetregeling
nitraatgehalte groenteen van kracht. De grens voor aangeboden sla werd verhoogd naar
3000 mg/kg. Vanaf de zomer van 1995 mocht sla dus 35000 mg/kg nitraat bevatten. De HR
heeft met toepassing van art. 1 lid 2 Sr. geoordeeld dat de sla naar de nieuwe norm in orde
was en heeft de verdachte OVAR gegeven.

HR/Conclusie

Bij wetswijzigingen als onderhavige hanteert de HR een causaal criterium. Hierbij is
beslissend of de wijziging van het gevolg is van veranderde inzichten en niet van veranderde
omstandigheden. De HR heeft vastgesteld dat de wetswijziging het resultaat is geweest van
veranderde wetenschappelijke inzichten en hernieuwde afweging van belangen met
betrekking tot de toegestane hoeveelheid nitraat in groenten. Er is dus sprake geweest van
een gewijzigd inzicht. Dus het legaliteitsbeginsel is van toepassing.

,Linquenda
HR 17 maart 1987, NJ 1987, 887
Toepasselijk recht
Arrest dat betrekking heeft op de betekenis van ‘wettelijk voorschrift’ in artikel 184 Sr (het
niet voldoen aan een ambtelijk bevel krachtens wettelijk voorschrift)

Casus: verdachte was kapitein op een Nederlandse boot (Linquenda). Hij kreeg een controle
van de Noorse marine (in de Noorse zone) die toezicht hield op de naleving van Noorse
bepalingen inzake visvangst. Op grond van deze bepalingen moest het schip naar de haven
gebracht worden (in Noorwegen), maar de kapitein weigerde dit (ambtelijke) bevel van de
Noorse marine-officier. De kapitein zou vervolgens een Noorse matroos met het hoofd en
bovenlichaam over de reling hebben geteld en werd deswege vervolgd wegens het niet
voldoen aan een ambtelijk bevel (art. 184 Sr) en bedreiging met doodslag (art. 285 Sr). In
art. 184 Sr gaat het om ‘het niet voldoen aan een bevel of een verordening krachtens
wettelijk voorschrift gedaan door een ambtenaar met de uitoefening van enig toezicht belast
of door een ambtenaar belast met of bevoegd verklaard tot het opsporen of onderzoeken
van strafbare feiten. Bij de rb en het Hof werd de schipper gestraft. De HR vernietigde dit
arrest gedeeltelijk in zoverre de schipper is veroordeeld wegens art. 184 Sr.

Rechtsregel: de HR overwoog dat het ‘wettelijk voorschrift’ bedoeld in artikel 184 Sr
een Nederlands wettelijk voorschrift inhoud. Het bewezen verklaarde leverde dus
geen strafbaar feit (misdrijf) op dat voorzien zou zijn en strafbaar gesteld zou zijn bij
art. 184 Sr gezien met deze bewoording gedoeld wordt op een Nederlands wettelijk
voorschrift. Het Nederlands recht strekt er niet toe andere staten te helpen bij
handhaving van hun intern gezag.

https://nl.wikipedia.org/wiki/Arrest_Linquenda


Lex Mitior
HR 12 juli 2011, ECLI:NL:HR:2011:BP6878
Overgangsrecht, wijziging sanctionering
Bij wijziging in sanctionering kan direct worden gekeken naar welke bepaling gunstiger is
voor de verdachte (oud of nieuw). De twee stappen die bij een verandering van DO moeten
worden getoetst, hoeven hier dus niet toegepast te worden.

Lex mitior-beginsel: ( rechtszekerheid verdachte) toepassing van het nieuwe recht, voor
zover dit voor de verdachte gunstiger is. Art. 1 lid 2 Sr; overgangsrecht.

Redenen nieuwe wet wordt toegepast; omdat zij naar het oordeel van de wetgever het juiste
recht bevat. Daarnaast billijkheid en gewenste terughoudendheid in toepassing strafrecht.
Bovendien is door nieuwe wet de noodzaak tot toepassen oude recht niet aanwezig en
burger mag bij berechting vertrouwen op de op dat moment geldende tekst van de wet.
Strijdigheid art. 31 lid 1 Invoeringswet wetboek 1886; overgangsbepaling: ‘reeds in eerste

, aanleg berechte feiten wordt het oude recht toegepast’. (idk hoe dit nu verder is gegaan pag
127)

Hullu




Week 3 - Causaliteit en wederrechtelijkheid

(Oosthuizense) Spoorwegovergang
HR 20 april 1971, NJ 1972, 82
Schuld en causaliteit, adequatieleer (nu geldt redelijke toerekening), had kunnen
voorzien, conditio sine qua non, ervaringsregels
Casus: lichamelijk letsel ontstaan door het gedrag van het slachtoffer na een botsing. De
rechtsvraag is of het letsel aangemerkt kan worden als een gevolg van de botsing. De auto
van het slachtoffer was de tweede auto die voor de spoorwegovergang was gestopt. De
hierachter naderende auto (DAF) reed met hoge snelheid en botste op de auto voor hem
(Ford), die vervolgens langs de eerste auto gedeeltelijk op de spoorbaan werd geduwd.
Deze bestuurder stapt in deze chaos uit de auto om zijn vrouw en dochter uit de auto te
helpen en loopt daarom via voor langs zijn auto. Hij wordt geschept en loopt zwaar
lichamelijk letsel op en kan hierdoor ook zijn beroep als slager ruime tijd niet uitoefenen.
Verdachte werd vervolgt o.b.v. art. 6 WVW omdat hem ‘grove onachtzaamheid,
onvoorzichtigheid en onoplettendheid en mitsdien grove schuld’ wordt verweten aan de
botsing en de gevolgen ervan. Hij verweert zich door te stellen dat het letsel eigen schuld is
van het slachtoffer, gezien deze ook anders had kunnen handelen (in de auto blijven zitten
en achteruit rijden).

Rechtsvraag: kan het zwaar lichamelijk letsel, mede ontstaan door het gedrag van het
slachtoffer na de botsing, ook aangemerkt worden als een gevolg van de botsing?
→ Ja, het Hof stelt dat in de gegeven omstandigheden redelijkerwijs en
menselijkerwijs een anders handelen niet kon. Het letsel is een normaal
uitvloeisel veroorzaakt door de botsing en dus te wijten aan de verdachte diens
grove schuld.

Rechtsregel: HR gaat uit van een causaal verband, omdat hetgeen volgde op de
botsing naar algemene ervaringsregels redelijkerwijs was te voorzien. Men verkeert
zich namelijk in een schrikwekkende positie, wat ook is te voorzien door het
onachtzaam, onvoorzichtig en onoplettend rijden door de verdachte. Verdachte had
dit kunnen zien; het gaat om algemene ervaringsregels.


Letale longembolie
HR 12 september 1978, NJ 1979, 60
Causaliteit, redelijke toerekening criterium, adequatieleer, lange causale keten,
ontstaan redelijke toerekening, gebruik oude causaliteitsleer om redelijke toerekening
tastbaar te maken (derde bouwsteen)

Dit zijn jouw voordelen als je samenvattingen koopt bij Stuvia:

Bewezen kwaliteit door reviews

Bewezen kwaliteit door reviews

Studenten hebben al meer dan 850.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet jij zeker dat je de beste keuze maakt!

In een paar klikken geregeld

In een paar klikken geregeld

Geen gedoe — betaal gewoon eenmalig met iDeal, creditcard of je Stuvia-tegoed en je bent klaar. Geen abonnement nodig.

Direct to-the-point

Direct to-the-point

Studenten maken samenvattingen voor studenten. Dat betekent: actuele inhoud waar jij écht wat aan hebt. Geen overbodige details!

Veelgestelde vragen

Wat krijg ik als ik dit document koop?

Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.

Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?

Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.

Van wie koop ik deze samenvatting?

Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper jorders. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.

Zit ik meteen vast aan een abonnement?

Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €3,49. Je zit daarna nergens aan vast.

Is Stuvia te vertrouwen?

4,6 sterren op Google & Trustpilot (+1000 reviews)

Afgelopen 30 dagen zijn er 68175 samenvattingen verkocht

Opgericht in 2010, al 15 jaar dé plek om samenvattingen te kopen

Begin nu gratis
€3,49
  • (0)
In winkelwagen
Toegevoegd