psychopathologie Gevolg voor functioneren Behandelvormen
ziektebeeld criteria symptomen Oorzaken (cultuur) Gevolgen (sociaal begeleiding behandeling
maatschappelijk,
biologisch, individueel
psychologische factoren)
Autismespectrumstoornis *Beperkingen in sociale *afwijkende, onhandige motoriek Aangeboren stoornis; door *Vaak hele leven extra Levensloop begeleiding; Diagnose:
(2) communicatie en interactie *extreme/onlogische angsten genetica en vanwege tragere afhankelijk van anderen, d.w.z. afhankelijk van Afnemen ontwikkelings-
*Zich herhalende stereotiepe *gedragsproblemen verwerkingssnelheid van de *Diep doordringende levensfase de begeleiding anamnese i.v.m.
(Ontwikkelingsstoornis) patronen van gedrag, *automutilatie en agressie hersenen invloed op totale afstemmen. ontwikkelingsstoornis.
belangstelling en activiteiten, *angstig en faalangstig functioneren Differentiaaldiagnose
hypo- en hypergevoeligheid *depressiviteit *ondersteuning Begeleiding richt zich op volgens DSM-5.
voor zintuigelijke prikkels *persoonlijkheidsproblematiek onderverdeeld in niveaus: ondersteuning bij Hierna aanvullend
*Informatieverwerkings- en 1. ondersteuning vereist uitvoering van taken, onderzoek
integratieproblemen (door goede ondersteuning handhaven en bevorderen (neuro-/psychologisch
ondervangen van merkbare van zelfredzaamheid en onderzoek, huisbezoek)
beperkingen) integratie in samenleving. voor handelingsgerichte
2. substantiële
diagnostiek t.b.v.
ondersteuning vereist
Training in vorm van: handelingsplan.
(ondanks ondersteuning
psycho-educatie, SoVa-
blijven beperkingen
training.
duidelijk zichtbaar) Meetinstrument:
3. zeer substantiële
ondersteuning (ernstige
Afzijdige groep (aloof) *komt onverschillig over functioneringsbeperkingen
(overeenkomend met *aanvaarden lichamelijke op alle levensgebieden
klassiek autisme) toenadering van bekenden en waardoor langdurig en Cognitieve gedragstherapi
vertrouwden intensieve ondersteuning bij normale tot hoge
*vertraagde taalontwikkeling; niet nodig is) intelligentie; beïnvloeden
of nauwelijks praten, echolalie *vaak sprake van van stemming of gedrag.
*motorisch stereotiepe bewegingen comorbiditeit (verst.bep.,
zoals fladderen of wiegen angst, depressie,
*halen houvast uit routines eetstoornis, psychose, ed.) Psychotherapie; versterke
*fascinatie gericht op zintuigelijke van zelfbeeld,
ervaringen (geluiden, licht) Vertraagde of afwezigheid zelfvertrouwen,
van Theorie-of-mind probleemoplossend
*accepteren passief toenadering (vermogen om te vermogen,
van anderen, gaan zelden spontaan verplaatsen in een ander)
zelf interactie aan Vaktherapie;
*minder opvallende problemen met Zwakke centrale coherentie *PMT
communicatie en verbeelding; valt (informatie wordt lokaal en *muziektherapie
vaak pas op wanneer meer initiatief fragmentarisch verwerkt);
Passieve groep (passive)
verwacht wordt hierdoor veelal gericht op
(overeenkomend met
*betere verstandelijke vermogens details en niet op betekenis
Asperger of atypisch
dan aloof-groep van een situatie.
autisme)
*actief doch naïef, vreemd, Verstoorde werking van
,(DSM-4) achterstand in taal anderen, aangaan en onderhouden
*beperking in sociale van relaties
interactie *problemen met plannen en
*stereotiepe gedragingen en organiseren
interesse *compensatiegedrag vanuit sterke
*normale tot hoognormale intellectuele capaciteiten en goede
intelligentie taalvaardigheid
PDD-NOS (DSM-4) *ernstige, diep *komt over als sociaal onhandig
doordringende problemen in
de sociale interactie
psychopathologie Gevolg voor functioneren Behandelvormen
ziektebeeld criteria symptomen Oorzaken (cultuur) Gevolgen (sociaal begeleiding behandeling
maatschappelijk,
biologisch, individueel
psychologische factoren)
stemmingsstoornis (6)
(internaliserende
stoornis; stress en
emoties worden
ingehouden/op zichzelf
gericht)
Disruptieve *leeftijd: 6-18 jaar met Ernstig recidiverende driftbuien Psych-educatie
stemmingsdisregulatie ernstig chronische (verbaal of gedrag),
stoornis prikkelbaarheid en frequente disproportioneel ten opzichte van
driftbuien (min. 3x p.w.). de situatie of aanleiding
*Symptomen zijn vóór 10e
jaar begonnen Driftbuien komen niet overeen met
*kan kenmerken hebben van ontwikkelingsniveau
oppositioneel opstandige
stoornis
Persisterend prikkelbaar of boos,
door andere waarneembaar
Afgelopen jaar nooit langer dan 3
maanden zonder symptomen
Symptomen vinden plaats op
school, thuis, in contact met
leeftijdsgenoten, (minimaal 1 setting
in ernstige mate)
Depressieve- Gedurende minstens 14 *Sombere stemming gedurende de Biologisch: In lichte, matige en ernstige Contact vanuit echtheid, Diagnose:
stemmingsstoornis aaneengesloten dagen dag *erfelijke aanleg mate invloed op het gehele acceptatie, empathie en Auto- en heteroanamnese
sprake van minimaal 5 *interesseverlies of vermindering *traag werkende schildklier leven. transparantie. Met screenend lichamelijk
symptomen waaronder een van beleven van plezier *hart- of herseninfarct daarnaast respect, onderzoek, mogelijk
sombere stemming. *duidelijk gewichtsverlies of – *Parkinson vertrouwelijkheid en dementie-onderzoek,
toename *overactief immuunsysteem gelijkwaardigheid.
*inslaapproblemen of overmatig *hormonen Streven naar herstel van Meetinstrument:
slapen *disbalans in neuro- autonomie van de cliënt Hamilton-depressieschaal
*geremdheid of verhoogde transmitterstoffen met oog op draagkracht
, hersenen (bijwerking;
geheugenstoornis)
Psychosociale interventie
interpersoonlijke therapie
Mindfulness
Persisterende depressieve Stemminsklachten zijn *sombere stemming *Gestoorde Sociale contacten kunnen
stoornis minder uitgesproken dan bij *slechte eetlust of te veel eten persoonlijkheidsontwikkeling ernstig onder druk komen
depressieve stoornis maar *inslaapproblemen of overmatig te staan; met mogelijk
per definitie chronisch van slapen Plus dezelfde factoren als bij contactverlies.
" “
aard. *moeheid/verlies van energie depressieve stoornis
Sombere stemming grootste *gering gevoel van eigenwaarde Nare sociaal-
*concentratiegebrek, maatschappelijke
deel van de dag, meer dagen
besluiteloosheid consequenties
wel dan niet, gedurende
*gevoelens van hopeloosheid
tenminste 2 jaar
Bipolaire- Aanwezigheid van ten minste Manische episode = *erfelijkheid Verhoogd risico op suïcide Diagnostiek:
stemmingsstoornis 1 1 manische episode. *opgeblazen gevoel van (manifestatie vanaf gemiddeld (17% ten opzichte van Extra aandacht voor famili
eigenwaarde of grootheidsideeën 30 jaar) algemene bevolking) anamnese i.v.m. mogelijk
(afwisseling tussen *afgenomen slaapbehoefte ontkenning door cliënt zel
manische, depressieve en *spreekdrang *life events en chronische
gemengde episoden; *jagende gedachten stress, onregelmatige Meetinstrument:
manisch depressief) *verhoogde afleidbaarheid leefwijze, alcohol en drugs LifeChartMethode (LCM);
*toename van doelgerichte kunnen manische episode scoringsmiddel voor
activiteit of psychomotorische uitlokken bij mensen die symptomen van manie en
agitatie/onrust bekend zijn met bipolaire depressie door betrokkene
stoornis zelf.
*duidelijke beperkingen in sociaal,
beroepsmatig of algemeen Psycho-educatie;
functioneren óf herkenning van symptome
*klinisch noodzakelijke behandeling voorafgaand aan
ter afwending van gevaar óf stemmingsontregeling,
*psychotische kenmerken toename motivatie voor
medicatie inname.
Betrekken van betrokkene
voor tijdig inschakelen
professionele hulp.
Cogn. (gedrags)therapie
Family focuses treatment;
focus op educatie,
communicatievaardighede
aanleren van
oplossingsstrategieën.
ECT
Bipolaire- Nooit sprake (geweest) van Hypomane episode = Behandelingsdoel is