Persoonlijkheids, Klinische en Gezondheidspsychologie
Week 1: Hoofdstuk 1,2,3,4
Prevalentie psychische stoornissen
- Wereldwijd: 1:4 (26%) ontwikkelt op enig moment psychische stoornis (o.a. angststoornis,
depressie, persoonlijkheidsstoornis, verslaving, eetstoornis, etc). - Europa: Jaarlijks
ongeveer 118 miljoen mensen met psychische stoornis
- Veel lijden en belemmeringen voor personen zelf en omgeving
- Psychische stoornis verhoogt kans op fysieke aandoeningen, (o.a hart-en vaatziekten), en
maakt behandeling van ziektes meer complex
Wanneer is er sprake van angststoornis?
Angst is een normale, functionele reactie op een objectief bedreigende situatie als:
• Ernst van klachten past bij de situatie
• Angst vermindert als de dreiging voorbij is
• Angst leidt tot adaptief gedrag om met de dreiging om te gaan
Angst op een continuüm
Angst is alleen disfunctioneel als
• Onrealistisch
• Excessief
• Aanhoudt lang nadat de dreiging is verdwenen (of voordat dreiging er is)
• Tot gevaarlijk gedrag leidt
DSM waarschuwing!
DSM: Afspraken van groep experts over classificatie van psychische stoornissen Voordelen
groot
- Communicatie (klinisch en onderzoek) en onderwijs
Nadelen ook groot..
- Stigma, comorbiditeit, toename prevalentie stoornissen
Angststoornissen (DSM-V)
- Separatie angststoornis
- Selectief mutisme
- Specifieke fobie
- Sociale-angststoornis
- Paniekstoornis
- Agorafobie
- Gegeneraliseerde-angststoornis
- Angststoornis door een middel/medicatie
- Angststoornis door een somatische aandoening
- Andere gespecificeerde angststoornis
- Ongespecificeerde angststoornis - Paniekaanval als specificatie
,Angststoornissen grote overlap in symptomen, maar focus van angst is anders
Overlap symptomen angst en depressie
Overlap angststoornissen
• Hoge comorbiditeit (onder andere met depressie en verslaving)
• Reageren op eenzelfde behandeling
• Terugval na behandeling naar andere angststoornissen
• Naast ‘transdiagnostische’ processen ook stoornis specifieke processen
, Posttraumatische Stress stoornis (DSM-V)
- TERUGKERENDE, ONVRIJWILLIGE EN INTRUSIEVE HERINNERINGEN
- Flashbacks, nachtmerries
- VERMIJDING VAN PRIKKELS GEASSOCIEERD MET DE GEBEURTENIS
- Mensen, plaatsen, gesprekken, activiteiten, voorwerpen, situaties
- Herinneringen, gedachten of gevoelens
- NEGATIEVE COGNITIES EN STEMMING (DSM-V)
- Aanhoudende en overdreven negatieve overtuigingen of verwachtingen over zichzelf,
anderen of de wereld ("Ik ben slecht", "De wereld is door en door gevaarlijk”)
- Gevoelens van onthechting of vervreemding van anderen
- AROUSAL EN REACTIVITEIT
- Overdreven schrikreacties, hypervigilantie
- Prikkelbaar gedrag en woede-uitbarstingen
- Slaapproblemen
Amygdala reactie op gezichten na uitzending ↑
Amygdala activatie ↑ in reactie op boze en angstige gezichten in soldaten voor
en na uitzending naar oorlogsgebied
Posttraumatische Stress stoornis (DSM-V)
- Lang niet iedereen ontwikkelt PTSS na trauma!
- Risicofactoren PTSS:
- Ernst en type trauma (o.a. verkrachting)
- Eerder trauma (m.n. mishandeling kindertijd)
- Gebrek aan sociale steun
- Lage cortisol spiegels
- Genetisch risicoprofiel
- Sex: V>M
Klassieke conditionering (voorbeeld PTSS, maar ook PS, SA)
Angst en walging wanneer trauma (b.v. verkrachting) is geassocieerd met stimuli (bv.
geluiden, geuren, ruimtes) die dezelfde gevoelens oproepen + generalisatie van stimuli (b.v.,
iedere gesloten ruimte, elke man)
Operante conditionering ‘Leren op basis van gevolgen’ Negative reinforcement:
Vermijdingsgedrag wordt versterkt doordat de vermijding de angst vermindert. Vermijding
verhindert vervolgens extinctie.
Twee-fasen model: Vermijding (Mowrer)
- Ontstaan angststoornissen door klassieke conditionering
- In stand houden van angststoornissen door operante conditionering (vermijding CS zorgt
voor een afname van de angst = negatieve bekrachtiging (reinforcement)).
Aangewezen therapie:
- Blootstelling aan gevreesde stimulus/situatie > extinctie van geleerde angst