Ondernemingen -> verplicht om jaarlijks een balans te maken met rechten en plichten en deze
openbaar te maken (Wetboek van Koophandel artikel 6).
Commanditaire vennootschap, VOF en eenmanszaak -> geen verplichting om het openbaar te
maken. Hierbij is het zaak en privévermogen moeilijk te onderscheiden en weinig belanghebbende.
Ondernemingskamer -> Elk belanghebbende kan bij de Ondernemingskamer komen wanneer een
wettelijke voorschrift als eis niet wordt nageleefd. Hierbij is het wel belangrijk dat zij het nadeel
noemen, wat is ontstaan door het niet naleven.
Raad voor de Jaarverslaggeving -> Bestaat uit de opstellers, gebruikers en controleurs van
jaarverslagen.
International Financial Reporting Standards (IFRS) -> is de internationale boekhoudkundige standaard
voor jaarverslagen van bedrijven, dit bestaat uit heel veel standaarden. Dit gaat allemaal tegen fair
value, waarbij er gerapporteerd wordt tegen actuele waarde.
- IAS 2 = voorraden
- IAS 7 = kasstroomoverzicht
- IAS 16 = materieel vaste activa
- IAS 19 = pensioenvoorziening
- IAS 39 = financiële instrumenten
Jaarverslagen bestaat uit:
1. Balans -> van het einde van het boekjaar.
2. Winst- en verliesrekening -> resultaat over het gehele boekjaar.
3. Toelichting op beide overzichten.
Balans heeft een verticale opstelling -> hierdoor een makkelijk overzicht van de solvabiliteit en
liquiditeit.
Winst- en verliesrekening heeft een functionele indeling. Bij de omzet worden de productiekosten in
mindering gebracht.
Het kan ook een categoriale indeling hebben, waarbij de kostencategorieën apart worden vermeld.
Balans:
, Actief Passief
A. Vaste activa A. Eigen vermogen
- Immateriële vaste activa - Gestort en opgevraagd kapitaal (geplaatst
- Materiele vaste activa kapitaal)
- Financiële vaste activa - Agio
- Herwaarderingsreserve
- Wettelijke en statutaire reserves
- Overige reserves
- Onverdeelde winst
B. Vlottende activa B. Voorzieningen
- Voorraad - Groot onderhoud
- Vorderingen - Reorganisatie
- Effecten
- Liquide middelen
C. Langlopende schulden
- Leningen
- Hypotheek
D. Kortlopende schulden en overlopende posten
- Crediteuren
Ieder land heeft zijn eigen belastingstelsel, als je wilt vergelijken met andere landen, daarom is er
EBIT, before tax.
Elk land heeft een andere verhouding van eigen vermogen en vreemd vermogen (leningen), als je
wilt vergelijken met andere landen, daarom is er EBIT, before interest.
Elk land schrijft anders bij en af, en daarom EBIT (DA).
Soorten beginsels/principes voor vaste activa waarderen:
- Hetgeen wat jij ervoor hebt betaald, en dus de aanschafwaarde is, dat komt op de balans.
- Je mag herwaarderen, maar als je dit maar duidelijk op de balans ziet.
- Voorzichtigheidsprincipe => verliezen en risico’s moeten de oorsprong te vinden zijn. Winst
mag pas verwerkt worden na de realisatie.
- Realisatieprincipe => je mag niet vooruitlopen op toekomstige winsten. Het geld moet al
ontvangen zijn.
- Toerekening principe => uitgaven en inkomsten worden pas toegerekend op de periode dat
zij betrekking hebben.
- Continuïteitsprincipe => waardering van activa en passiva wordt uitgegaan van de
veronderstelling dat wordt samengegaan bij de activiteit. Een gebouw wordt bijvoorbeeld
tegen de aanschafprijs gedaan, en daarbij verminderd met de afschrijvingen.
- Stelselmatigheidsprincipe => indeling van de balans en winst- en verliesrekening elk jaar zo
veel mogelijk hetzelfde houden.
- Materialiteitsprincipe => een onderneming hoeft geen informatie te verstrekken als het voor
de gebruikers niet van belang is.
- Substance-over-formprincipe => economische realiteit => economische realiteit gaat boven
de juridische vorm. Bijvoorbeeld leasing waarbij je tussendoor niet kan opzeggen.
, Nominalistische winstbepaling is dat je eigen vermogen hebt begin januari en eind december. Dat is
dus het verschil. Dit stelsel hanteren wij in Nederland dus niet.
Winst = eigen vermogen einde van de periode – eigen vermogen begin van de periode
Substantialistische winstbepaling is LIFO, FIFO, gemiddelde inkoopwaarde stelsel,
ijzerenvoorraadstelsel. In geld uitgedrukt moet er een vaste voorraad zijn.
Bijvoorbeeld wijn, altijd €20.000 wijn, maar de samenstelling wijn en soorten wijn maakt niks uit.
Hierover maak je nooit winst.
Historische kostprijs -> prijs je ervoor betaald is, tijdens de inkoop. De prijs staat vaak op de facturen
of andere documenten.
Actuele kostprijs -> berekening vanuit verbruikte hoeveelheden en actuele prijzen op de markt.
Soorten waarde:
1. Vervangingswaarde gelijk aan de actuele waarde.
Met als doel de winst vast te stellen aan de onderneming zonder dat het voortbestaan op
lange termijn in gevaar komt. De onderneming moet hiervoor regelmatig voorwaarden en
productiemiddelen vervangen.
2. Herwaarderen -> opnieuw waarderen van vaste of vlottende activa tegen reële waarde of
vervangingswaarde.
- Positieve herwaardering -> alleen via de balans, nooit in de resultatenrekening.
Va de balans:
Debet Credit
Gebouw €20.000 Herwaarderingsreserve €10.000
Nieuwe waarde gebouw €30.000
130 Gebouw 1500
Aan 530 Herwaarderingsreserve 1500
- Negatieve herwaardering -> via de balans en de resultatenrekening.
Eerst via de balans:
Debet Credit
Gebouw €20.000
Nieuwe waarde gebouw €10.000
Daarna via de resultatenrekening
Debet Credit
Afschrijving €20.000
- Bij positieve herwaardering ontstaat een ongerealiseerde herwaarderingsreserve onder
aftrek van voorziening latente belastingverplichting vastgesteld.
- Ongerealiseerde herwaardering -> wettelijke reserve: geen uitkeringen aan aandeelhouders
of andere winstgerechtigde.
- Bij verkoop -> ongerealiseerde herwaardering wordt vrije reserve.
Herwaarderingsreserve is onderdeel van het eigen vermogen, en daarbij de wettelijke reserve.
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper economiemetkim. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €6,89. Je zit daarna nergens aan vast.