Hoofdstuk 1 BECO SAMENVATTING
1.1 Organisaties
Een organisatie is een samenwerkingsverbond van mensen die samen bepaalde doelen
willen bereiken zoals een winkel of een sportclub. Maar ook je eigen gezin is een organisatie,
je verdeelt bepaalde taken, en houd je aan bepaalde regels.
Commerciële organisaties en niet-commerciële organisaties
Het verschil tussen bovenstaande organisaties is dat een commerciële organisatie streeft
naar winst, dus dat de eigenaar ergens veel geld in stopt in ruil voor een vergoeding, zoals
winkels en banken. In tegendeel tot niet-commerciële organisaties, gaat het meer om de
mensen zelf, zoals bij een school: de goede resultaten.
Rechtsvormen
Je bent een natuurlijk persoon. Al voor je geboorte had je al bepaalde rechten en
verplichtingen. Pas op een bepaalde leeftijd mag je rechtshandelingen verrichten. Je oefent
zelf je rechten uit en moet je eigen verplichtingen zelf nakomen. Wat je wel en niet mag op
een bepaalde leeftijd is een wet voor. Hierdoor wordt het voor iedereen duidelijk. Dezelfde
duidelijkheid heeft een organisatie ook nodig. Na de start sluit je overeenkomsten af, zoals
een bedrijfsruimte huren en deze weer inrichten. Hier ontstaat een overeenkomst met
rechten en plichten zoals bij een lening, die weer tot andere verplichtingen leidt: rente
betalen en aflossen. De overheid heeft rechtsnormen ontwikkeld om de rechten en plichten
van een onderneming te regelen. Je hebt rechtsvormen met - of zonder
rechtspersoonlijkheid. Als je dit niet hebt, ben je zelf aansprakelijk voor schulden van een
organisatie. Een rechtspersoon is een organisatie die zelf rechten en verplichtingen heeft:
Als je eigen bezittingen en schulden hebt ben je daar zelf voor aansprakelijk. Meestal blijkt
de rechtsvorm uit de gebruikte naam, maar een officiële naam en rechtsvorm vinden kan in
het handelsregister van de Kamer van Koophandel. Een faillissement is dat als een
onderneming niet meer in staat is om de schulden te betalen, bij een faillissement is het
zeker van belang om een onderneming met rechtspersoonlijkheid te hebben zodat je als je
failliet gaat alleen de onderneming failliet gaat en dat schuldeisers niet aan het vermogen
van eigenaren komen. Als je dit niet hebt gaat zowel de eigenaar als de onderneming failliet
en moet je je schulden alsnog terugbetalen door zowel bezittingen, privé of niet te
verkopen.
Eenmanszaak
Een eenmanszaak heeft maar 1 eigenaar die ook meteen de leider is. Voor het starten
hiervan schrijf je je in bij de Kamer van Koophandel die je gegevens aan de belastingdienst
doorgeven. Wel ben je zelf aansprakelijk voor de schulden. Een eenmanszaak hoeft niet
meteen te betekenen dat het een klein bedrijf is, maar kan ook een groot bedrijf zijn met
personeel. Maar eerst begin je klein en heb je ook veel geld nodig, bijvoorbeeld om je
spullen in te kopen. Al het geld dat hierbij wordt oplevert gaat dus ook naar jezelf, wat niet
altijd genoeg is en dus leen je geld bij de bank of familie. Als bank moet je hier voorzichtig
mee zijn want een eigenaar is afhankelijk van zichzelf, de continuïteit is dus gekoppeld aan 1
persoon. Als eigenaar van een eenmanszaak ben je ondernemer, het inkomen is afhankelijk
van de winst die je maakt. Hierover betaalt de ondernemer inkomstenbelasting.
, Vennootschap onder firma
De oprichting van een vof gaat net als alle andere rechtsvormen via inschrijving bij de kvk,
waar twee of meer personen overeengekomen zijn onder een gemeenschappelijke naam
een bedrijf uit te oefenen. De eigenaren hiervan zijn firmanten of vennoten. Omdat er meer
eigenaren zijn, kunnen de vennoten de taken beter verdelen en is de continuïteit beter
gegarandeerd dan bij een eenmanszaak, en zullen banken makkelijker leningen verstrekken.
Een kenmerk van de vof is dat de afkorting, vof achter de naam staat. Firmanten zijn voor
alle vennootschulden aansprakelijk. Firmanten zonder afspraak over winstverdeling moeten
volgens de wet indien de firmant met laagste opbrengst arbeid heeft verricht, evenveel geld
ontvangen als de firmant met hoogste vermogensinbreng. De winst behoort tot het inkomen
van de vennoten die over hun winstaandeel inkomstenbelasting moeten betalen.
Maatschap
Een maatschap is een bedrijf waarin minimaal 2 personen samenwerken en iedere
deelnemer mede-eigenaar is, zoals vaak, artsen en architecten enz. Elke maat brengt iets in,
zoals geld, dus er is geen startkapitaal waardoor iedereen voor een gelijk deel aansprakelijk
is voor schulden van een bedrijf. Andere kenmerken zijn hetzelfde als de vof.
Besloten vennootschap en naamloze vennootschap
Een bv en een nv hebben rechtspersoonlijkheid. Ze hebben zelf rechten en plichten. Het zijn
vennootschappen waarvan het eigen vermogen verdeeld is in aandelen. Een aandeel is dus
een deel van het eigen vermogen in de bv of nv. De nominale waarde is de waarde van de
aandelen die bij de oprichting is bepaald. Een eigenaar van een aandeel heet een
aandeelhouder. In het aandeelhoudersregister staat het nominale vermogen dat ze
inbrengen. Een nv moet alleen voor bepaalde soorten aandelen een handelsregister
bijhouden, voor de rest mag ze ook aandelen aan toonder uitgeven. Bij een bv is de directeur
regelmatig ook de aandeelhouder. Hij is directeur-grootaandeelhouder als hij 5% van de
aandelen bezit. Aandeelhouders worden soms opgeroepen voor een algemene vergadering
om ergens besluiten over te nemen, zoals winstverdeling. Bij winstverdeling krijgen
aandeelhouders dividend. Dividend is de winstuitkering bij een bv/nv en wordt bekend als
een percentage van de nominale waarde. De directie geeft de dagelijkse leiding in de bv en
nv, en is dus verantwoordelijk voor het ondernemingsbeleid.
Verenging
Een vereniging is een rechtsvorm voor niet-commerciële organisaties en heeft geen
eigenaren, maar alleen maar leden. Ook geeft het geen directie, maar bestuur. Een
vereniging mag niet als doel winst maken hebben, als dit wel het geval is, gaat het geld naar
het gemeenschappelijke doel en kan het te maken krijgen met vennootschap belasting.
Stichting
In tegenstelling tot een vereniging, heeft een stichting alleen een bestuur, maar geen leden.
Toch lijken ze verder erg op elkaar zoals dat het allebei niet-commercieel organisaties zijn,
en ook geen winst mogen maken. Beide ontvangen geld door middel van bijvoorbeeld
erfenissen en schenkingen. Voorbeelden van stichtingen zijn Greenpeace en het Wereld
Natuur Fonds.