Culutural awaraness
Powerpoint 1
Cultuur is de collectieve mentale programmering die de leden van een groep onderscheidt van die
van andere groepen.
Patronen van denken, voelen, handelen
Cultuur is aangeleerd: opvoeding, socialisatie, normen en waarden en waarneming.
Topoi: 5 gebieden communicatie waar we misverstanden kunnen achterhalen.
Taal: verbaal en non verbaal denk aan: aantaalbarriere, taalbeheersing, lichaamstaal, persoonlijke
ruimte, kleding, begroeten, aankijken.
Ordening: inhoudsniveau: de zienswijze of de kijk van betrokkenen op een kwestie, betekenisgeving
aan begrippen en interpretaties vanuit eigen waarden.
Personen: betrekkingsaspect, onderlinge relatie, hoe verhoud je je tot elkaar, hoe zie je elkaar.
Organisatie: organisatorische context. De gesprekssituatie, de gebruiken van de organisatie, wet- en
regelgeving, op tijd komen.
Inzet: motieven en beweegredenen van mensen, de intentie om je in mensen te verdiepen, begrip
hebben van een ander.
Interventie bij culturelen ruis:
Stel jezelf 3 sleutelvragen bij een cultureel misverstand:
-Wat is mijn aandeel in het misverstand?
-Wat is het aandeel van de ander?
-Wat is het aandeel van de sociale omgeving? Normen,
waarden en heersende opvattingen
boek:
H1 cultuur, communicatie en wereldburgerschap
Cultuur is net als een ui:
1 tastbare zaken: dit is de buitenste en zichtbare laag
2 normen en waarden: geschreven en ongeschreven standaarden voor correct en gewenst gedrag.
3 basiswaarden: diepste laa. Abstract en onzichtbaar. leren we op hele jonge leeftijd, voor 7, beleving
en oordeel van anderen worden sterk gevormd of vervormd door de basiswaarden.
Interculturele communicatie: bewustwording van de basiswaarden van onze eigen cultuur.
1.3
Cultuur is aangeleerd: progammering
Opvoeding: je leert iemand een hand te geven
Socialisatie: slappe of stevige hand
Normen en waarden: op staan voor een oud iemand in de bus.
Waarneming: bewust of onbewust keuzes maken over hoe we ons willen gedragen.
1.5
Interculturele communicatie: communicatie tussen zenders en ontvangers uit verschillende culturen.
Vereist een sensitieve houding, kennis van verschillende culturen en ook vaardigheden veranderen
van het referentiekader.
1.6 communicatieruis
Externe of fysieke ruis: verstoring vanuit omgeving.
, Interne of psychologische ruis: emoties, zorgen of persoonlijke vooroordelen die je ervan
weerhouden echt aandacht te hebben voor wat er wordt gecommuniceerd.
Culturele ruis: verschillen in culturele progammering de boodschap beinvloeden.
1.8
Wereldburgerschap: bewustzijn dat zich uitstrekt tot buiten de grenzen van de lokale of nationale
gemeenschsap, inzicht in internationale ontwikkelingen, empathie met respect voor mensen uit
anderen delen van de wereld, reflectie op de vele verbanden tussen de persoonlijke situatie en de
omstandig heden elders en de bereidheid daar conclusies aan te binden.
1.8.2 evem doornemen
Wereldburgerschap competenties benaderen:
- Een attitude: om groepsidentiteit en meerdere identiteiten te begrijpen. Interculturele
sensitiviteit, empathie, solidariteit en respect voor diversiteit.
- Kennis en cognitieve vaardigheden: ten aanzien van mondiale zaken en universele waarden.
Kritisch en creatief kunnen denken over globale, regionale, nationale en lokale zaken en de
verbanden hiertussen zien.
- Niet-cognitieve vaardigheden en gedrag: sociale vaardigheden, communicatieve
vaardigheden en talent voor netwerken.
- het vermogen om in samenwerking met anderen te handelen. voor het belang op lokaal,
nationaal en globaal niveau om een vrediger en duurzamer wereld tot stand te brengen.
Wereldburgerschapshouding omvat het begrijpen van meerdere identiteitsniveaus.
Studenten deelnemen aan dialogen
Beter leren samen werken en voor gezamenlijk belang, wereldvrede en duurzaamheid.
Taallessen
H2 intercultureel communiceren met de 6 basiswaarden van hall.
1 basiswaarden Hall
Laagcontextculturen: informatie wordt expliciet gecommuniceerd, met woorden. Mensen hebben
de behoefte om info te structureren in segmenten of delen. Info komt niet soepel over.
Hoogcontextcultuur: een deel van de boodschap zit in de persoon zelf en in de context van de
boodschap, dus wordt er weinig expliciet met zoveel woorden overgedragen, maar veel impliciet en
vaak non-verbaal. Onder het context valt historische achtergrond.
Persoonlijke en zakelijke netwerken overvloeien op een natuurlijke wijze. Grote gemeenschappen.
Bij cultuur houd je rekening met: regionale, stedelijke, rurale, etnische, beroeps, sekse, en
generatieverschillen.