Joe Speedboot - Tommy Wieringa
*ik-perspectief: Fransje Hermans
*motto: er wordt gezegd dat de samoerai ren tweevoudige Weg heeft, van het
penseel en het zwaard.
Deel I Penseel
eerste zin: “het is een warm voorjaar, in de klas bidden ze voor me omdat ik al meer
dan tweehonderd dagen van de wereld ben”.
Hoofdstuk 1
De roman opent met de passage waarin de verteller Fransje Hermans (zoon van een
niet onbemiddelde autosloper in het dorp Lomark) zijn ogen opent na 220 dagen in
coma gelegen te hebben. Hij kan nog enkel zijn rechterarm bewegen.Om zijn bed
staan zijn ouders en 2 oudere broers. Hoewel zij altijd over het weer hebben gepraat
is er nu een nieuwkomer in het dorp: Joe Speedboot. E Fransje is meteen
geïnteresseerd in Joe Speedboot.
Hoofdstuk 2
Fransje is compleet afhankelijk van anderen. Op een dag verplicht hun moeder Sam
en Dirk om Fransje mee te nemen naar de kermis, maar zij parkeren hem in een
slooppand. Plots komt Joe Speedboot binnen. - Fransje weet veel van de samoerai.
Vergelijkt Joe hier ook mee- Hij praat tegen Fransje. Joe is een direct persoon “als dit
een wonder is, hoe ziet een staf dan uit?”
⁃ In een flashback over binnenkomst Joe (als een meteoriet): Joe Speedboot is in
de verhuiswagen tot stilstand gekomen in het huis van Christof Maandag: de zoon van
de grootste asfaltfabrikant van de streek = belangrijkste familie. Helaas is de vader
van Joe hierbij om het leven gekomen: hij was op de grill van de auto vastgeplakt. Hij,
zijn moeder en zusje India overleven het.
Joe en Christof worden vrienden. Christof Maandag kijkt dan ook erg tegen de
nieuwkomer op. Maar zo als joe zal hij nooit worden en hij probeert hem dan ook te
weerhouden voor zijn acties.
Die nacht is er een nieuwe knal: joe heeft een elektriciteitshuisje opgeblazen. Fransje
denkt dat hij hun eerste ontmoeting met een prijsbom viert.
Hoofdstuk 3
Fransje gaat weer naar school, al kan hij zich nauwelijks bewegen, niet praten en
heeft hij voortdurend spasmen. Hij komt in de klas bij Joe en Christof. Door het duwen
van zijn rolstoel ontwikkelt hij in één arm een enorme kracht.Er wordt verteld over de
pond van Piet Honing.
Hoofdstuk 4
Joe Speedboot is natuurlijk niet de echte naam van deze nieuwkomer, maar hij heeft
deze zelf aangenomen. De achternaam van zijn moeder is Ratzinger. Hij besloot toen
hij 10 was dat hij speedboot zou heten en de voornaam Joe kwam tot hem door een
liedje.
⁃ joe’s eerste les in de kinetica: jongens in auto’s. “Wat niet weerkaatst, bestaat
niet”. Ze maken veel geluid om te laten zien dat ze er zijn. Hier vond hij zijn
bestemming.
Hij verteld aan niemand zijn echte naam. Christof wil dit wel al te graag weten en gaat
zelfs naar de moeder: Regina Ratzinger. Nadat zij hem ‘schoffeltje’ noemt, wilt
Christof zijn naam naar Johnny Maandag veranderen. Niemand noemt hem zo,
behalve Joe.
Joe en Christof, die net als joe wilt zijn, trekken veel met elkaar op. Ze eten vaak patat
in de Phoenix.
, Hoofdstuk 5
Op school zit fransje weer in de derde klas. Op een dag blaast joe een bom op in de
wc’s. Zijn hand is aan stukken. Engel Eleveld, een onzichtbare jongen, helpt Fransje
met plassen. Wanneer Joe weer terugkomt op school, wordt het voorval
doodgezwegen. Fransje wenst dat Joe de wereld op zijn donder geeft. Wanneer Joe in
de klas zijn verband eraf haalt, laat hij aan Fransje zien dat hij 2 vingers mist “zo ziet
domheid eruit”. Wanneer iemand vraagt of hij ook verantwoordelijk is voor de andere
bommen, ontkent hij. “Wie was het dan? Fransje?” “Fransje kan meer dan je denkt”.
Hoofdstuk 6
Fransje kan niet praten en niet meer bewegen dan zijn rechterarm, waarmee hij
zichzelf in zijn kar mee voortduwt. Wat hij wel kan is kijken. Hij observeert alles.
Fransje gaat naar de zomerdijk, waar Fransje en Christof vaker te vinden zijn. Hij vind
dat hij de vriend van Joe moest zijn en niet Christof, die is immers te voorzichtig en
houdt hem tegen. Zijn ongeluk is te vroeg gekomen.
Christof reageert een beetje wantrouwend op Fransjes aankomst. Hij denkt dat
Fransje hen achtervolgt. Fransje zoekt enkel toenadering tot de twee. Hij voelt zich
eenzaam.
Joe kijkt naar Fransje’s arm en is verbaast over hoe sterk die is. Zijn arm is, in
tegenstelling met derest van zijn lichaam, erg gegroeid.
De Elevelds hebben een lange geschiedenis. In de WO 2 zijn ze allemaal, op de opa
ban Engel na, gestoven door bombardementen.
Hoofdstuk 6
Fransje wilt een kauwtje (vogel) tegen de eenzaamheid en maakte Sam duidelijk dat
hij een kuiken uit het nest moest plukken.
Wanneer Sam in de boom vasthangt, gaat Franje naar Joe voor hulp. India doet de
deir open en Joe gaat met hem mee. Joe vindt zijn telescoop. Fransje voelt zich gezien
door Joe. De kijker wordt bekeken. Wanneer ze aankomen is Sam nergens te
bekennen. Joe haalt behendig een kraaitje voor Fransje uit de boom. Fransje noemt
hem woensdag. Joe duwt hem terug naar Lomark en wanneer het zachtjes begint te
regenen, voelt Fransje zich gelukkig.
Hoofdstuk 7
Toen Fransje 15 was ging hij wonen in het tuinhuis. Hij ging alles opschrijven in
dagboeken. Bij het schrijven denkt hij vaak aan de grote samoerai Miyamoto
Musashi. De weg vd samoerai is tweedelig: die van het penseel als het zwaard.
Musashi heeft nog nooit een gevecht verloren.
Fransje schrijft alles in zijn dagboeken als oudedagsvoorziening, maar mensen zijn
niet geïnteresseerd in hoe het echt is. Hij wilt graag dat de mensen ooit weten hoe het
echt is geweest, de dingen met Joe. De dingen die hij weet en niet wat Christof zegt,
dat is immers een leugen.
Hoofdstuk 8
Er zijn weer nieuwkomers in Lomark:
Het is 1993 en Julius Jakob Eilander, een Zuid-Afrikaanse tandarts, en zijn vrouw
Kathleen Swarth-Eilander vestigen zich in Lomark. Ze hebben ook een dochter
genaamd Picolien Jane PJ. Ze zijn afkomstig uit het Afrikaanse Duran. Iedereen is
meteen in de ban van PJ. Zo ook Fransje: hij schrijft zijn dagboeken over haar en haar
mooie blauwe ogen.