100% tevredenheidsgarantie Direct beschikbaar na betaling Zowel online als in PDF Je zit nergens aan vast
logo-home
Samenvatting Bedrijf & Recht Law (LAW_EBE) €8,40
In winkelwagen

Samenvatting

Samenvatting Bedrijf & Recht Law (LAW_EBE)

 96 keer bekeken  9 keer verkocht

Volledige samenvatting van de behandelde hoofdstukken bij het vak "Law". Het vak wordt gegeven in het tweede jaar van de studie EBE aan de Vrije Universiteit Amsterdam. Dit boek is gebruikt bij de Nederlandse track van het vak.

Voorbeeld 4 van de 44  pagina's

  • Nee
  • Onbekend
  • 20 maart 2023
  • 44
  • 2022/2023
  • Samenvatting
book image

Titel boek:

Auteur(s):

  • Uitgave:
  • ISBN:
  • Druk:
Alle documenten voor dit vak (7)
avatar-seller
noahebbes
Hoofdstuk 1: Inleiding
1.1 Wat is recht?
Recht is het geheel van regels en normen, die door de overheid zijn vastgesteld of erkend
en door de overheid worden gehandhaafd om de samenleving vreedzaam te regelen. Recht
is een systeem van regels voor maatschappelijk gedrag. Een regel is een voorschrift dat
aangeeft welk menselijk gedrag verplicht of toegestaan is. Rechtsregels zijn afdwingbaar,
dat wil zeggen dat de regels desnoods met geweld door de overheid gehandhaafd worden.
Doel van het recht is het ordenen van een vreedzame en rechtvaardige samenleving. Onder
de overheid vallen niet alleen de centrale overheid (de regering en het parlement), maar ook
de lagere overheden zoals provincies, gemeenten en waterschappen.
In de meeste rechtszaken bestaat over het geldende recht geen twijfel, maar strijden de
partijen over de feiten.

1.3 Rechtsbronnen
Het begrip rechtsbron wordt gebruikt om aan te geven waar we de regels van het recht
kunnen vinden. Het begrip recht is ruimer dan het begrip wet. De wet is een hulpmiddel om
te beoordelen of iets conform het recht is of niet. De wet is dat onderdeel van het recht dat
door de regering en het parlement schriftelijk is vastgelegd. Er kan ook kennis geput worden
uit andere bronnen van het recht. We kennen onder andere de vier navolgende bronnen
waaruit het recht voortvloeit: wet, jurisprudentie, gewoonte en gebruiken en verdrag.
𝑅𝑒𝑐ℎ𝑡 = 𝑤𝑒𝑡 + 𝑗𝑢𝑟𝑖𝑠𝑝𝑟𝑢𝑑𝑒𝑛𝑡𝑖𝑒 + 𝑔𝑒𝑤𝑜𝑜𝑛𝑡𝑒𝑛 𝑒𝑛 𝑔𝑒𝑏𝑟𝑢𝑖𝑘𝑒𝑛 + 𝑣𝑒𝑟𝑑𝑟𝑎𝑔
1. Wetten: In wetten is maar een gedeelte opgenomen van het totale recht. Men kan
ook zeggen dat in wetten het geschreven recht is opgenomen. Codificatie is het
opnemen van het geldende recht in wetten en wetboeken. Veel wetten worden door
de regering gemaakt maar ze moeten altijd door het parlement worden goedgekeurd.
2. Jurisprudentie: is de aanduiding voor het geheel van rechterlijke beslissingen in een
bepaald rechtsstelsel. De rechters beslissen op basis van het recht. Zij moeten de
rechtsregels toepassen op concrete gevallen. Op grond van art. 13 Wet Algemene
Bepalingen mag de rechter niet weigeren recht te spreken wanneer de wet voor een
bepaald situatie geen oplossing geeft. Waar de wet onduidelijk of onvolledig is, kan
de rechter zijn oordeel baseren op het geheel van rechterlijke uitspraken dat in
soortgelijke gevallen is gedaan.
3. Gewoonte en gebruiken: een gewoonte of een gebruik is een vast patroon van
gedragingen. In bepaalde streken of economische sectoren heersen bepaalde
gewoonten en gebruiken. Niet elke gewoonte/gebruik maakt deel uit van het recht.
Daarvoor is nodig dat bij de groep de overtuiging bestaat dat de gewoonte/gebruik
deel uitmaakt van het recht.
4. Verdrag: een verdrag is een internationale overeenkomst tussen twee of meer staten
die op schrift is gesteld. Een verdrag geldt in principe alleen tussen de staten die het
verdrag hebben gesloten. Soms kan een verdrag, zonder dat de nationale wetgever
eraan te pas komt, de burgers direct binden. In zo’n geval zeggen we dat het verdrag
‘self executing’ is. Dat betekent dat burgers direct bij de rechter een beroep kunnen
doen op bepalingen van een verdrag.

1.4 Formeel en materieel recht
Een belangrijk onderscheid in het recht is het verschil tussen materieel en formeel recht.
Procesrecht vormt het formele recht. Bij formeel recht gaat het om rechtsregels waarmee

,rechten of plichten kunnen worden afgedwongen. Bij materieel recht gaat het om
rechtsregels die rechten geven of verplichtingen opleggen. Het gaat dan om de inhoud van
het recht. De meeste regels van het burgerlijk wetboek bestaan uit materieel recht.
Een wet in formele zin is een voorschrift dat is uitgevaardigd door de regering en de eerste
en tweede kamer samen. In de praktijk wordt zo’n regel ‘wet’ genoemd. Een wet in materiële
zin is een voorschrift dat ieder kan binden, ongeacht wie het voorschrift heeft uitgevaardigd.
In het materieel recht wordt bepaald hoe (rechts)personen zich naar elkaar toe moeten
gedragen in hun onderlinge verkeer. Tegenover het materieel recht staat het formeel recht,
ofwel procesrecht. Formeel recht betreft de wijze waarop materieel recht wordt
gehandhaafd.

1.5 Publiekrecht en privaatrecht
Er zijn twee vormen van recht te onderscheiden: publiek- en privaatrecht. Onder
publiekrecht verstaan we de rechtsregels waarbij een overheidsinstantie gebruik kan
maken van haar gezag of macht om de naleving van die regels af te dwingen. Het regelt de
onderlinge verhoudingen tussen de overheidsorganen en de relatie tussen overheid en
burger. Het publiekrecht is nauw verbonden met de overheid. Het algemeen belang staat op
de voorgrond. Onder publiekrecht verstaan we alle regels met betrekking tot:
a. de inrichting van de staat
b. de verhoudingen tussen overheidsorganen onderling, wanneer gebruik wordt
gemaakt van gezag
c. de verhouding tussen burger en overheid, als de overheid gebruikmaakt van gezag

Privaatrecht heeft betrekking op de rechtsverhouding tussen burgers onderling. Bij
privaatrecht staat het individuele belang van de burger op de voorgrond. Iedereen in
Nederland krijgt er op een of ander manier mee te maken.

1.6 Privaatrecht
Het burgerlijk of civiel recht (= privaatrecht) regelt rechten en plichten tussen personen
onderling. Dat kunnen natuurlijke personen zijn (mensen) of zogenoemde rechtspersonen
zoals een nv, bv of vereniging. Om te voorkomen dat het recht van de sterkste gaat gelden
is het soms nodig dat de zwakste partij door dwingend recht wordt beschermd. Dwingend
recht betekent dat het om regels gaat waar niet van mag worden afgeweken. Bij
privaatrecht gaat het om de juridische relatie tussen burgers onderling. Denk hierbij aan
koop, huur, hypotheek, arbeidsovereenkomst et cetera. Ook de overheid verricht deze
acties, maar zij handelt hier als gewone burger; overheid en burger zijn dan juridisch
gelijkwaardige partijen.
De begrippen privaatrecht, civiel recht en burgerlijk recht worden in de praktijk door elkaar
gebruikt en betekenen in de meeste gevallen hetzelfde.

Bij civiele rechtspraak vindt men twee of meer burgers tegenover elkaar. De officiële
benaming van de burger is dan ‘partij’. De ene partij is de eiser (degene die het proces
aanhangig maakt), de andere de gedaagde. Het gaat bij civiele rechtspraak overigens niet
alleen om geschillen tussen burgers onderling, maar ook tussen burgers en rechtspersonen.
In Nederland wordt in principe rechtgesproken in drie instanties. Dat betekent dat een
juridisch conflict eerst wordt bekeken door een lagere rechter. Is men het met zijn beslissing
niet eens, dan kan men zijn zaak aan een hogere rechter voorleggen. Dat heet ‘in hoger

,beroep gaan’. Is men het weer niet eens met de uitspraak, dan kan men in een aantal
gevallen het probleem voorleggen aan het hoogste rechtscollege, de hoge raad.

Een advocaat verschijnt op de zitting als vertegenwoordiger van zijn cliënt. Bij de rechtbank,
het hof en de hoge raad is het verplicht om een advocaat in te schakelen. Bij het
kantongerecht is het niet verplicht.

Een civiele procedure bij de rechtbank verloopt globaal hetzelfde. Een dergelijke procedure
begint in het algemeen met een dagvaarding. Dat is een schriftelijk stuk waarin de eiser de
gedaagde oproept om op een bepaalde dag en tijd voor de rechter te verschijnen vanwege
een rechtsvordering van de eiser. In zo’n dagvaarding moet bijzonder nauwkeurig worden
omschreven wat de eiser vordert. Als namelijk niet aan bepaalde door de wet gestelde eisen
wordt voldaan, kan de rechter de dagvaarding nietig verklaren. In de dagvaarding dient te
worden uiteengezet wat in geschil is tussen partijen, het bewijsmateriaal en de getuigen.
Deze bewijsaandraagplicht geldt evenzeer voor de gedaagde. Als de gedaagde het niet
eens is met de vordering, kan hij daartegen verweer voeren. Soms is de gedaagde van
mening dat hij ook iets heeft te vorderen van de eiser. Hij kan dan in een lopende procedure
een vordering tegen de eiser instellen. Wanneer de dagvaarding is opgesteld door de
advocaat van de eiser brengt een deurwaarder haar naar de gedaagde.

Er zijn in Nederland drie rechterlijke instanties: de hoge raad, de gerechtshoven en de
rechtbanken.

Bij relatieve competentie gaat het erom welke van de tien rechtbanken bevoegd is, dus
hier gaat het om locatie van het proces. Als hoofdregel van de relatieve competentie in
civiele zaken geldt dat de rechter in de woonplaats van de gedaagde bevoegd is. Op deze
regel zijn enkele uitzonderingen, zoals procedures over onroerende zaken; in dit geval is de
rechtbank bevoegd van het rechtsgebied waarbinnen deze zaak zich bevindt.

Na ontvangst van het verweer van de gedaagde beoordeelt de rechtbank of partijen
persoonlijk dienen te verschijnen voor de rechter. Dat wordt een comparitie genoemd. Dat
is een zitting waarbij de eiser en de gedaagde de rechter mondeling nadere inlichtingen
geven. De rechter kan ook een comparitie houden om te kijken of eiser en gedaagde tot een
schikking kunnen komen.

Een gedaagde is niet verplicht om voor de rechter te verschijnen. Doet hij dit niet, dan
zeggen we dat de gedaagde verstek laat gaan. De rechter doet wel uitspraak, maar nu
zonder dat hij de gedaagde heeft gehoord. Dit heet een verstekvonnis. Tegen dit
verstekvonnis kan de gedaagde in verzet gaan, en wel door op zijn beurt de eiser te
dagvaarden.

Een kort geding is een korte procedure in een civiel geschil, waarmee op snelle wijze een
vonnis van een rechter kan worden verkregen. Wil men een kort geding beginnen dan moet
men voldoen aan twee vereisten: de zaak moet spoedeisend zijn en men dient een
voorlopige voorziening te vragen. Het kort geding wordt behandeld door de
voorzieningenrechter. De uitspraak van de rechter is een voorlopige beslissing, dat wil
zeggen dat partijen over het eigenlijke geschil (bodemgeschil) op de gebruikelijke wijze
kunnen procederen. Een belangrijk voordeel van een kort geding is dat de

, voorzieningenrechter de exclusieve mogelijkheid heeft een regeling tussen partijen te treffen
die afwijkt van de eis. Tegen een vonnis in kort geding kan hoger beroep bij het gerechtshof
worden ingesteld.

Beroep in cassatie is een arrest voorleggen aan de hoge raad nadat men reeds hoger
beroep heeft ingesteld. In tegenstelling tot de lagere rechter beoordeelt de hoge raad de
zaak niet helemaal opnieuw. De hoge raad gaat uit van de feiten zoals die door het hof zijn
vastgesteld. In cassatie onderzoekt de Hoge raad of het recht door de lagere rechter is
geschonden.

Lagere rechters kunnen de hoge raad een rechtsvraag voorleggen over een belangrijke
juridische kwestie. Een prejudiciële vraag is een rechtsvraag van een rechter aan een
hoger gerecht over de uitleg van een rechtsregel. Het moet steeds gaan om rechtsvragen
die in een aanzienlijk aantal zaken aan de orde zijn.

1.7 Mediation
Bij mediation zoeken partijen met hulp van een onafhankelijke bemiddelaar, de mediator,
een oplossing van hun conflict. Bij een conflict waar partijen niet uitkomen kan voor
mediation worden gekozen in plaats van een juridische procedure bij een rechter.

1.8 Strafrecht
In de wet zijn bepaalde handelingen van mensen strafbaar gesteld. Het strafrecht geeft aan
tegen welke gedragingen de overheid optreedt door het opleggen van het straffen. Strafrecht
gaat om regels die de overheid heeft opgesteld en waaraan zij in geval van overtreding een
straf heeft verbonden. Worden die regels overtreden, dan is er sprake van een strafbaar
feit. Het gaat bij het strafrecht onder andere om regels van openbare orde. Het gaat bij
strafrechtspraak niet om een geschil tussen twee burgers, maar om het beoordelen van een
strafbaar feit.
Alle strafzaken worden door het Openbaar Ministerie geopend.

De belangrijkste regels van het strafrecht staan in het Wetboek van Strafrecht en het
Wetboek van Strafvordering. In het Wetboek van Strafrecht staat wat er allemaal niet mag
in onze samenleving. Dat heet het materiële strafrecht. In het wetboek van Strafvordering
staat wat er gebeurt als iemand zich niet aan de verboden houdt. Dat heet het formele
strafrecht.
Een van de grondbeginselen bij het strafrecht is het zogenoemde legaliteitsbeginsel:
niemand is strafbaar dan wanneer de wet dat van tevoren heeft bepaald. Dit betekent dat de
rechter een verdachte nooit mag straffen voor iets dat volgens de wet niet strafbaar is.
Hieruit volgt dat de rechter nooit met terugwerkende kracht mag straffen.
Niemand mag twee keer voor hetzelfde feit worden veroordeeld. Dit noemt me het ne bis in
idem beginsel.

Wanneer de politie een strafbaar feit constateert, kan zij daarvan proces-verbaal opmaken.
In dat stuk verklaart de politie wat ze heeft gehoord en gezien. Dit proces-verbaal wordt
toegezonden aan de officier van justitie, die beoordeelt of al dan niet vervolging moet
worden ingesteld.

Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!

Snel en makkelijk kopen

Snel en makkelijk kopen

Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.

Focus op de essentie

Focus op de essentie

Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!

Veelgestelde vragen

Wat krijg ik als ik dit document koop?

Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.

Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?

Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.

Van wie koop ik deze samenvatting?

Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper noahebbes. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.

Zit ik meteen vast aan een abonnement?

Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €8,40. Je zit daarna nergens aan vast.

Is Stuvia te vertrouwen?

4,6 sterren op Google & Trustpilot (+1000 reviews)

Afgelopen 30 dagen zijn er 53340 samenvattingen verkocht

Opgericht in 2010, al 14 jaar dé plek om samenvattingen te kopen

Start met verkopen
€8,40  9x  verkocht
  • (0)
In winkelwagen
Toegevoegd