Aardrijkskunde H6 paragraaf 1,2,3
Paragraaf 1 – Dynamiek op de wadden
Getijstromen
Het waddengebied in Nederland bestaat uit de waddeneilanden, de Waddenzee en een
smalle kuststrook van ede aangrenzende provincies Noord-Holland, Friesland en Groningen.
De grote natuurkracht in het waddengebied is water. De Waddenzee stroomt elke 24 uur
twee keer vol (vloed) en leef (eb). Dat is het getij.
De Waddenzee is een ondiepe binnenzee die vrijwel geheel omsloten is door land. Het ene
moment kijk je uit over drooggevallen zandplaten, een paar uur later staat alles weer onder
water.
De vloedstroom in het waddengebied komt vanuit het westen en verplaatst zich oostwaarts
langs de waddeneilanden. Na ongeveer 6 uur gaat er een minder sterke ebstroom de andere
kant op: oost west.
1 keer in de twee weken is er extra hoog water: springtij.
De Waddenzee
De Waddenzee bestaat uit verschillende onderdelen.
- Zeegaten (30 – 40 m diep), hierdoor stroom het Noordzeewater tussen de eilanden
de Waddenzee in. Ook de zijtakken van de zeegaten, de geulen, zijn altijd gevuld met
water. In het water zweven veel deeltjes: sommige zijn licht, zoals kleideeltjes,
andere zwaar, zoals grof zand. Die zwevende deeltje in het water noem je slib. In de
geulen stroomt het water zo snel, dat alleen zwaardere slibdeeltjes naar de bodem
zakken (bezinken).
- De wadplaten vallen bij eb droog. Ze worden langzaam opgehoogd met fijnere
slibdeeltje die bezinken als het water stilstaat bij de overgang van eb naar vloed. Op
de platen stromen kleien geultjes: de prielen, die bij eb water afvoeren naar de
grotere geulen en dan ook droogvallen.
- Het wantij is de plek ten zuiden van een eiland. Ze liggen op de plek waar
vloedstromen vanuit twee zeegaten samenkomen. Er is weinig stroming, dus veel
bezinking.
Een waddeneiland
De meeste waddeneilanden liggen evenwijdig aan de kust ze zijn door de Waddenzee
gescheiden van het vasteland.
Op de ‘kop’ en de ‘staart’ van een eiland liggen enorme zandbakken. De zandbakken
veranderen steeds van plek: bij storm worden ze weggeslagen, in rustige tijden worden ze
weer opgebouwd veranderen steeds van plek door wisselende golven, getijstromen en
zandaanvoer (of: dynamiek).
Langs de hele Noordzeekust van een eiland liggen brede zandstranden, met duinen erachter.
Op de hogere, drogere delen van het strand ontstaan lage duintjes door de wind waait
zand op, dat verderop achter een obstakel blijft steken na een tijdje groeien ze uit tot een
duinenrij. Dit proces herhaalt zich, waardoor een breed duingebied ontstaat.
, Aan de waddenkant van het eiland ligt een kwelder: een begroeid stuk land dat direct aan
zee grenst en alleen bij hoge vloed (storm, springtij) overstroomt. Ze worden verhoogd door
laagjes slib die het water achterlaat.
Een slenk voert het water af naar zee. Op een kwelder groeien alleen planten die goed tegen
zout water kunnen. Kwelder zijn beschermde natuurgebieden.
Op het vasteland werd het opslibben van de kwelders geholpen door
landaanwinningswerken: het winnen van land op zee door meer slib te laten bezinken in
rustige water achter lage dammetjes van palen, takken en grond. Door het indijken van
stukken land die hoog genoeg waren opgeslibd, schoof de kustlijn telkens een stukje
zeewaarts op.
Binnenzee Zoutwatergebied dat (bijna) geheel is omsloten door land.
Eb Periode van afgaand water.
Duinen Door de wind opgeworpen heuvels van zand.
Getij De dagelijkse beweging van opkomend en afgaand water.
Geul (in de waddengebieden) Zijtak van een zeegat in de Waddenzee die altijd onder
water staat.
Kwelder Een begroeid stuk land dat direct aan zee grenst en alleen bij hoge vloed
overstroomt.
Landaanwinningswerken Het winnen van land op zee door meer slib te laten bezinken in
rustig water achter lage dammetjes van palen, takken en grond.
Priel Kleine droogvallende geul op een wadplaat.
Sediment Afzettingsmateriaal. Als dat materiaal wordt afgezet, heet dat sedimentatie.
Slenk Hier: waterloop op een kwelder. Heet ook kreek.
Slib Zwevende deeltjes in het water.
Springtij Extreem hoog water (bij volle en nieuwe maan).
Vloed Periode van opkomend water.
Wadplaat Hoog opgeslibd plaat in een waddenzee die bij eb droogvalt.
Wantij Ondiepe plek in een waddenzee waar de vleodstromen uit twee zeegaten bij
elkaar komen.
Zeegat Toegang tot de open zee vanuit een rivier, zeearm of binnenzee.
Grondsoort Los materiaal aan de oppervlakte van de aardkorst.
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper josephineknuif. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €3,39. Je zit daarna nergens aan vast.