Samenvatting Forensische
Psychopathologie
-Stoornis en delict. Handboek psychiatrische en psychologische rapportage in strafzaken- Tweede,
geheel herziende druk- B.A. Blansjaar, M.M. Beukers & W.F. van Kordelaar-
Inhoud
Hoofdstuk 1. De psychische stoornis in het strafrecht...........................................................................2
Hoofdstuk 2. Het deskundige onderzoek................................................................................................5
Hoofdstuk 4. Verstandelijke beperking..................................................................................................8
Hoofdstuk 5. Autismespectrumstoornis (ASS)......................................................................................12
Hoofdstuk 6. ADHD...............................................................................................................................14
Hoofdstuk 7. Schizofreniespectrumstoornissen en andere psychotische stoornissen.........................16
Hoofdstuk 8. Stemmingsstoornissen....................................................................................................18
Hoofdstuk 9. Posttraumatische-stressstoornis en dissociatieve stoornissen........................................19
Hoofdstuk 10. Disruptieve, impulsbeheersings- en andere gedragsstoornissen..................................22
Hoofdstuk 11. Middelen gerelateerde en verslagingsstoornissen........................................................25
Hoofdstuk 12. Dementie en andere neurocognitieve stoornissen.......................................................29
Hoofdstuk 13. Persoonlijkheidsstoornissen..........................................................................................31
Hoofdstuk 14. Parafiele stoornissen.....................................................................................................42
Belangrijke afkortingen........................................................................................................................48
,Hoofdstuk 1. De psychische stoornis in het strafrecht
Ongeveer 30% van de zaken door pro Justitia (PJ) wordt een PJ-rapportage gemaakt naar aanleiding
van een mogelijke psychische stoornis die mogelijk invloed heeft gehad op het tenlastegelegde.
Hierbij zijn twee dingen van belang:
De invloed van de stoornis op het tenlastegelegde
Een inschatting van toekomstig risico (tbs of PIJ-maatregel)
Uitgangspunten: art. 39, 37a, 37b, 38 en 77s uit het Wetboek van Strafrecht (Sr) en art. 2.3 van Wet
Forensische zorg (Wfz)
1. De rol van de stoornis in het strafrecht
“Art. 39 Sr: Niet strafbaar is hij die een feit begaat, dat hem wegens de psychische stoornis,
psychogeriatrische aandoening en/of verstandelijke handicap niet kan worden toegerekend”
Terminologie van ‘de gebrekkige ontwikkeling of ziekelijke stoornis van geestesvermogen’ >
‘psychische stoornis, psychogeriatrische aandoening en/of verstandelijke handicap niet kan worden
toegerekend’
Dit leidt ertoe dat er niet alleen op basis van een stoornis tbs opgelegd kan worden de oude
terminologie was echter omvattender voor mensen die onderzoek naar een stoornis weigeren.
Buitenlandse regelgeving over toerekeningsvatbaarheid
M’Naghten rule: ‘At the time of the committing of the act, the party accused was laboring under such a defect
of reason, from disease of the mind, as not to know the nature and quality of the act he was doing; or, if he did
know it, that he did not know he was doing what was wrong’
Model penal code: ‘A person is not responsible for criminal conduct if at the time of such conduct as a result of
mental disease or defect he lacks substantial capacity either to appreciate the criminality (wrongfulness) of his
conduct or to conform his conduct tot the requirements of the law (ALI, 1962)’
De gemeenschappelijke basis is het niet weten dat het tenlastegelegde verkeerd was. De
Amerikaanse wet geeft ook een mate van controle aan, dit ontbreekt in de Nederlandse definitie
Gebruikte Nederlandse terminologie: toerekeningsvatbaarheid of toerekenen
2. Schulduitsluitingsgronden
Ontoerekeningsvatbaarheid is een schulduitsluitingsgrond: iemand heeft een strafbaar feit gepleegd
zonder dat hij daarvoor in strafrechtelijke zin schuld draagt
Rechtvaardigingsgronden: Iemand had geen andere keuze dan te acteren of reageren zoals hij deed
en dat rechtvaardigt het delict (in die specifieke situatie) vb. noodweer
Strafuitsluitingsgronden: De mate van verwijtbaarheid van de verdachte
1) Ontoerekenbaarheid
Wanneer er sprake is van een stoornis; een intern psychopathologisch fenomeen was beslissend van
invloed op het delict gedrag.
2) Psychische overmacht
Een van buiten komende drang waar iemand geen controle over heeft. Een persoon is gedwongen tot
het maken van een bepaalde keuze, er is dus een oorzaak buiten de persoon die maakt dat de
persoon op deze manier heeft gehandeld.
3) Noodweerexces
Overschrijding van de grenzen van noodzakelijk verdediging als gevolg van een hevige
gemoedsbeweging vaak buiten proportie. De aanval of dreiging evoceerde de emotionele reactie
waardoor de zelfverdediging buitensporig was en daardoor niet toe te rekenen.
4) Onbevoegd gegeven ambtelijk bevel
, Dit is niet hetzelfde als vrijspraak, maar de rechterlijke vervolging stopt. De verdacht wordt
dus veroordeeld, maar ontvangt geen straf. Wel kan er tbs of behandeling worden opgelegd
Opties: toerekenen, verminderd toerekenen of ontoerekenen
Schulduitsluitingsgrond + Rechtvaardigingsgronden = strafuitsluitingsgronden
3. Waarheidsbevindingen
Meervoudige kamer: Wordt gebruikt voor straffen langer dan 12 mnd. en bestaat uit drie rechters,
onder wie een voorzitter. De rechters besluiten gezamenlijk en de uitspraak volgt in principe na 14
dagen
Beslismodel van de rechter
De berechting vind plaats in de rechtbank en na de uitspraak kan een hoger beroep ingediend
worden. Eventueel is er cassatie aan de orde bij de Hoge raad. De opdrachtgever van het PJ-
onderzoek kan de officier van justitie/ rechter(-commissaris) zijn, maar dit kan ook de advocaat
aanvragen. Het berechten houdt in dat op basis van het onderzoek ter terechtzitting en het
tenlastelegging van de vragen van art. 348 en 350 Sv. worden beantwoord. Hiernaast kan besloten
worden tot een sepot (art. 167 Sv.) bij onvoldoende bewijs.
Voorwaardelijk sepot/ transactie: Geen vervolging op bepaalde voorwaarden
Art. 348 Sv.: Voorvragen (1) is de dagvaarding geldig, (2) is de rechter bevoegd, (3) is het OM
ontvankelijk, (4) de vervolging zonder schorsing daarvan kan worden doorgezet
Art. 350 Sv.:
De rechter moet eerst beoordelen of het tenlastegelegde feit bewezen verklaard kan
worden. Hier gaat het om de waarheidsvinding. Wanneer het feit niet bewezen kan worden/
ontbreken van opzet volgt er vrijspraak. Wanneer het wel bewezen kan worden:
Is de bewezenverklaarde strafbaar? Wanneer dit niet het geval is dan volgt ontslag van
rechtsvervolging
Is de verdacht strafbaar? De verdachten is niet strafbaar wanneer het niet kan worden
toegerekend of er sprake is van andere schulduitsluitingsgronden
Besluit over welke sanctie uitgevoerd gaat worden
Ontkennende verdachten
Art. 6 van Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM): ‘Het recht om de eigen
procespositie te bepalen’
Dit kan voortkomen uit psychopathologie of het daadwerkelijk niet gepleegd hebben van het delict.
Dit bemoeilijkt het rechtsproces en er dient opgelet te worden met de waarheidsbevinding.
Bekennende verdachten
Dit verschilt niet voor de PJ-onderzoeker, want er is nog geen bewezenverklaring. Bekennen
betekend niet dat de verdachte het delict ook daadwerkelijk gepleegd heeft of het delict zo verlopen
is.
Nieuwe informatie
Nieuwe informatie die van belang is bij het strafrechtelijk onderzoek leidt tot een pauze van het
onderzoek. De onderzoeker neemt contact op met de opdrachtgever en adviseert de onderzochte
contact op te nemen met zijn advocaat om een nieuwe verklaring af te leggen.
Culpa: Schuld
, Inzicht criterium: De verdachte door ernstige geestelijke afwijking en het niet opzettelijk willen
verwonden van het slachtoffer de draagwijdte van zijn gedragingen en de mogelijke gevolgen hiervan
verstoken
Art. 16 Sv. lid I: ‘Indien de verdachte aan een zodanige psychische stoornis, psychogeriatrische
aandoening of verstandelijke handicap lijdt, dat hij niet in staat is de strekking van de tegen hem
ingestelde vervolging te begrijpen, schorst de rechter de vervolging, in welke stand zij zich ook
bevind’
Procesbekwaamheid: wanneer de verdacht de strekking van de regen hem ingestelde vervolging niet
kan begrijpen, mocht er sprake zijn van herstel wordt de schorsing opgeheven (art. 16 Sv. lid 2)
Art. 509a Sv: ‘De verdachte is niet in staat om zijn eigen belangen te behartigen tijdens het proces’
4. Discussiepunten
Nemo tenetur- beginsel: Niet verplicht om mee te werken aan het PJ-onderzoek
Wgbo: beroepsgeheim op medische (zorg) gegevens, zonder toestemming = niet delen
De rapporteur probeert zo ver mogelijk antwoorden te vinden op de vragen
Wanneer er geen medewerking plaatsvind kan een rechter een uitspraak doen dat er een
stoornis aanwezig is (alleen niet uitwijst welke specifieke stoornis). Dit leidt tot het alsnog
kunnen doen van uitspraken bij beperkte medewerking. Of het wenselijk is dat rechters dit
mogen is een discussiepunt.
De operalisatie van toerekeningsvatbaarheid is niet al omvattend
Lastig om retrospectief te oordelen
Mogen gedragsdeskundigen wel uitspraak doen over een juridisch begrip als toerekening?
Stoornissen dragen in het algemeen beperkt bij aan het risico op recidive, maar dit is wel een
eis voor tbs
Stoornis heeft plaats in het risicotaxatie-instrument vb. Historical Clinical Riskmanagement (HCR-20)
Stoornis blijkt geen risicofactor voor recidive
De stoornis heeft een zwakke relatie met geweld