Sociale psychologie samenvatting
Hoofdstuk 1
1.1
Sociale psychologie: wetenschappelijke studie van de manier waarop iemands gedachtes, gevoelens en gedrag zijn
beinvloedt door (denkbeeldige) anderen
Sociale beinvloeding: het effect dat de woorden, acties en aanwezigheid van anderen hebben op onze gedachtes, gevoelens
en gedrag.
Spinoza zei als je verliefd wordt op iemand die je eerst haatte dan wordt de liefde sterker. Ookal klinkt dit mooi dan betekent
het niet dat het waar is, het moet emperisch zijn
Mensen zijn vaak unaware van de redenen achter hun reacties en gedragingen
Verschil SP en Evolutionaire psychologie is dat evolutionaire psychologen sociaal gedrag beschrijven met natuurlijke
selectie. Als adaptaties van onze omgeving in vroeger verleden.
Verschil SP en personality psychologen, is dat personality psychologen focussen op individuele verschillen.
Verschil SP en sociologen, is dat sociologen naar gehele groepen en organisaties kijken in het groot en SP naar individuele
invloed op/van groepen.
SP is combi tussen personality psychologie en sociologie
Weet je nog construal?
1.2
Weet je nog fundamentele attributiefout?
Bij Wallstreet game; regardless van hun eigen stijl (competitief/cooperatief) zijn mensen cooperatief bij het spel community
game noemen. Bij wallstreet game ook even cooperatief.
Behaviourisme: menselijk gedrag is puur uit bekrachtingen vanuit de omgeving.
Behaviouristen hielden geen rekening mee met hoe mensen hun omgeving interpreteren (construe).
De nadruk op construal heeft zijn wortels in gestaltpsychologie, gestalt psychologie holds dat we de subjectieve manier
waarop een object wordt geinterpreteerd en omgezet in onze geest.
Kurt Lewin: gebruikte gestaltpsychologie om te beschrijven hoe we de sociale wereld zien/interpreteren.
Naive realisme: Het idee dat we denken dingen te zien zoals ze werkelijk zijn, houdt geen rekening mee met dat we dit vaak
verdraaien.
Vb: onderzoeker labeled peace proposals van israel als palestijnse proposals en vroeg israelisch burgers wat ze ervan vonden;
ze vonden de proposal van palestijnen naar israel beter dan de israele proposal naar palestina. En zei: als je eigen proposal
niet aantrekkelijk voor je is wanneer het van de andere kant komt, hoe groot is de kans dat je de proposal goed vind als het
van de andere kant komt?
1.3
Hindsight bias: het fenomeen dat mensen overdrijven, nadat iets gebeurt is, dat je het had kunnen voorspellen voorafgaand
Sociale psychologen benadrukken de belangrijkheid van 2 centrale motieven waarop mensen hun construals verdraaien:
- The need to feel good about ourselves
- The need to be accurate
Festinger zei dat als deze 2 motieven tegen elkaar gaan dan komen we het meest te weten van de werking van onze geest
Self-esteem: The need to feel good about ourselves; de evaluatie van mensen van hun eigenwaarde, the extent to wich people
view themselves as good, competent and decent.
Self-justification is nodig om door een ontgroening te komen en juist daardoor leuker te vinden.
Self cognition: the need to be accurate; Hoe mensen denken over henzelf en hun sociale omgeving. Hoe mensen selecteren,
interpreteren, herinneren en sociale informatie gebruiken om keuzes te maken.
1.4
Reden waarom we SP studeren is omdat we benieuwd zijn en om oplossingen te bedenken van sociale problemen.
,Hoofdstuk 3
3.1
Social cognition: Hoe mensen denken over henzelf en hun sociale omgeving. Hoe mensen selecteren, interpreteren,
herinneren en sociale informatie gebruiken om keuzes te maken.
2 manieren van Social cognition (miss dat dit de social cognition theory is):
- Automatisch: niet bewust, niet intentioneel, niet vrijwillig en effortless
- Gecontroleerd: bewust, intentioneel, vrijwillig en effortful
Automatisch denken maakt gebruik van schemas en heurstieken (weet je nog verschil tussen de 2?)
Korsakov syndroom: hierdoor niet meer nieuwe herinneringen kunnen maken en dus elke situatie benaderen als voor de
eerste keer.
Schemas zijn vooral handig bij vage situaties.
Vb. studenten die voorafgaand dachten dat leraar warm was, gaven hem significant hogere beoordeling.
Welk schema we gebruiken hangt af van toegankelijkheid: welk schema op de voorgrond van iemands geest is en daardoor
sneller gebruikt zal worden, hangt af van 3 redenen:
- Past experience: schemas die constant actief en beschikbaar zijn. Bv bij een alcoholist in je familie.
- Related to goal: bv je leert over mentale illness en zoekt voorbeeld erbij.
- Recent experience: priming; proces waarbij recente ervaring toegankelijker voor je zijn.
Voorbeeld van Donald of geleerde woorden (priming) wel of niet ervoor zorgen dat je donald anders ziet, ligt aan of de
woorden niet allleen positief/negatief zijn, ze moeten ook slaan op het gedrag dat je ziet: Gedachtes moeten beide
toegankelijk en toepasbaar zijn
Weet je nog wat selffulfilling-prophecy is?
Vb. bij iq test waren de kinderen slimmer die voorafgaand als ‘bloomer’ werden gezien. Verrassend werd er door de leraren
minder tijd aan bloomers besteed. Maar wel 4 andere dingen:
- Ze creeerde een warmere emotioneel klimaat voor de kinderen (meer persoonlijke aandacht, encouragement en
support)
- Ze gaven bloomers meer materiaal om te leren en lastiger materiaal
- Bloomers meer en betere feedback op werk
- Meer kans om op dingen te antwoorden in de klas
Leraren die dachten dat kinderen van laag inkomen dat ze niet hadden wat nodig was, zorgde ervoor dat deze kinderen ook
daadwerkelijk slechter presteerde.
Selffulfilling prophecy is vb van automatisch denken.
3.2
Onze onbewuste geest die een doel voor ons kiest, gebasseerd op welk doel recentelijk geactiveerd / geprimed is.
De geur van schoon verhoogt de mate waarop wij iemand zullen helpen (metafoor: washing away our sins en dirty thoughts) ,
dit komt doordat priming metaforen over de relatie tussen geest en lichaam invloed heeft op ons gedrag en hoe we denken.
De geest is geconnect met ons lichaam en wanneer we dingen over iets of iemand, dan doen we dat met de referentie van hoe
ons lichaam reageert.
Dit is ook bij het vasthouden van iets kouds of warms en iets zwaars vasthouden (iets zwaar mee laten tellen), dan worden we
beinvloedt op unrelated onderwerpen.
Je gebruikt heuristieken bij het maken van keuzes en beslissingen.
Beschikbaarheidsheuristiek: hoe makkelijk komt iets bij ons naar boven in de geest. Fout die gemaakt kan worden is iets
dat makkelijk te herinneren is, is niet typisch voor het overal plaatje.
Vb. dokter marion heeft net geleerd over zeldzame ziekte en kon daardoor goeie diagnose stellen
Mensen gebruiken beschikbaarheidsheuristiek bij beslissingen over anderen maar ook henzelf.
,Lees tekst van plaatje hierboven!
Representatief heuristiek: mensen classiferen iets met de mate waarop het overeenkomt met een ‘typisch’ geval.
Mensen gebruiken baserate informatie niet genoeg, kiezen vaak voor hoe representatief de info van bv een persoon is tov de
categorie.
Barnum effect: de bullshit van horoscopen. Truc van horoscopen is gebruik maken van representatief heuristiek, statements
zijn vaag genoeg dat ze over iedereen toepasbaar zijn. Ze zijn zo toepasbaar omdat we niet verder dan de representatieve
voorbeelden die naar boven komen.
3.3
De content en source van onze schemas is beinvloedt door de cultuur waar we in leven.
Verschil in analytisch en holistisch thinking style?
Cultuur beinvloedt alleen onbewust/automatisch nadenken waar we schemas voor gebruiken.
Nisbett sugerreert dat verschil komt van filosofische verschillen in traditie; hollistisch van boedhisme enzo en analytisch van
plato en aristoteles.
Nieuw onderzoek suggereert dat het is door verschillen in omgeving, in japan bv meer objecten die je aandacht proberen te
trekken.
Onderzoek zegt; mensen van alle culturen kunnen holistisch en analytisch denken maar door de omgeving waarin mensen
leven of zelfs welke omgeving recentelijk is geprimed, triggers een voorkeur voor een van de stijlen.
3.4
Illusion of freewill: je hebt niet echt zoveel vrije wil als dat je denkt, wat caused de actie kan mogelijk verklaard worden
door een 3e variabele; niet bewuste intentie die veroorzaakte beide de bewuste gedachte en het gedrag.
!vb. Facilitated communication werkte niet omdat de facilitator (persoon) andere dingen dacht te horen en dus de vingers van
de nietsprekende andere dingen liet typen maar type uiteindelijk zelf iets.
Counterfactual thinking: mentaal dingen van verleden veranderen om zo in te zien wat kon zijn.
Des te gemakkelijker het is om mentaal een uitkomst te ondoen, des te sterker de emotionele reactie ernaar is. Bv 2 e plaats
minder happy dan 3e plaats.
Gecontroleerd denken is op een continuum. Counterfactual thinking is bv wel bewust en effortful maar is niet intentioneel en
vrijwillig.
Planning fallacacy: de neiging voor mensen om te optimistisch te zijn over hoe snel ze een project af zullen hebben ookal
hebben ze eerder gefaald om soortgelijke projecten af te ronden. Bv; “heb ik zo gedaan” en “deze keer zal anders zijn”
Hiervoor moet je mensen herinneren dat het werken naar deze deadline hetzelfde is als het werken naar de vorige deadline en
de dingen die toen in de weg stonden.
Een andere manier om dit te verbeteren is door mensen statistisch en methodologisch beter te kunnen leren beredeneren en te
hopen dat ze dit ook toepassen in hun alledaagse leven.
, Nisbett onderzocht dat na het volgen van de studie psychologie (en tweede medicijnen) deze studenten het meest zijn
verbetered in statistisch te kunnen beredeneren.
Vb. van dat wij als mens erg goed zijn in sociale cognitie en vooral als we automatische en gecontroleerd denken
combineren: in een spelshow moest mens het opnemen in een quiz tegen de computer (watson), deze won watson net. Maar
wij als mens zullen veel beter zijn in bv opvoeden van een kind of een romantisch partner zoeken enzo.
Wij zijn dus goed in sociale cognitie maar maken ook veel fouten hierin. We lijken daarom op mislukte wetenschappers,
briljante denkers die proberen de sociale wereld te begrijpen in logische wijze maar dat doen we imperfect.
Hoofdstuk 4
4.1
Sociale perceptie: hoe wij als mens impressies vormen van- en inferenties maken over andere mensen. Sociale perceptie gaat
ook over het uitleggen waarom anderen zich op een bepaalde manier gedragen. We houden ervan om andere mensen uit te
vogelen. Waarom? Omdat het denken over andere mensen en hun gedrag, helpt ons om onze sociale universum te begrijpen
en te kunnen voorspellen.
Nonverbale communicatie: de manier waarop mensen bewust en onbewust communiceren zonder woorden maar gebruik
maken van hun gezichtsuitdrukking, toonhoogte, gestures, lichaamshouding, beweging en aanraking
Ze helpen ons met het uitdrukken van onze emoties, attitudes en persoonlijkheid. (en om die van anderen te begrijpen)
Emojis zijn populair want ze vullen de gaten van communicatie die je mist met zo’n soort communicatie
Encoderen: het tonen van nonverbaal gedrag
Decoderen: het interpreteren van de betekenis van andermans nonverbaal gedrag.
Darwin zij dat gezichtsuitdrukkingen universeel zijn, maar er zijn er 6: blijdschap, boosheid, verdriet, surprise, disgust en
angst
Individu’s zijn beter in het decoden van gezichtsuitdrukkingen van members van hun eigen etnische groep dan die van andere
groepen.
Culturele verschillen in encoding en decoding blijft een open onderzoek voor sociaal psychologen
Trots laten zien bij winnen: Blinde en niet blinde atleten van alle culturen
Schaamte laten zien bij verliezen: ook elke groep behalve niet blinde atleten van individualistische (westerse) culturen
Want; In individualistische culturen, schaamte is een negatieve emotie dat iemand liever verbergt dan toont.
Waarom is decoderen moeilijk?
1. Affect Blends: gezichtsuitdrukkingen waarbij de ene helft van gezicht een bepaalde emotie registreert en de andere
helft van het gezicht en andere. Affect blends zijn de soort expressies die je laat zien als een persoon iets vertelt dat
heel, erg is en ongepast. Je walgt van het feit dat die het gezegd heeft en je bent boos op hem.
2. Aspecten van dezelfde gezichtsuitdrukking kan verschillende dingen betekenen obv context en andere cues.
3. Culturele verschillen
Display rules: cultureel bepaalde regels over welk nonverbaal gedrag gepast is.
Emblemen: niet universeel, nonverbale gestures die bekende definitie’s hebben in een bepaalde cultuur, middelvinger
Vb.
- Oogcontact in amerika goed, oogcontact in aziatische landen disrespectvol
- Persoonlijke ruimte in amerika goed, in andere culturen niet nodig
- Ok teken, in amerika ok maar in andere landen anders
- Duimpje omhoog, in amerika ok, in europa goed gedaan en in japan boyfriend
- Italiaans handje, in italie wat probeer je te zeggen en in spanje goed
- Ja knikken en nee schudden is in sommige afrikaanse landen omgekeerd
4.2
Gosling: hoe je kamer en spullen eruitzien zegt veel over jezelf.
We maken eerste indrukken puur gebaseerd op hun gezichtsuitdrukkingen, in minder dan 100miliseconde. Vanaf 3jaar oud
maken we indrukkingen van iemands karakter op basis van gezichten.
Thin-slicing: betekenisvolle conclusies trekken van iemands persoonlijkheid of skills puur gebaseerd op een heel klein
voorbeeld van bepaald gedrag. Eerste indrukken komen vaak overeen met hoe we na lange tijd over iemand denken.