Samenvatting Sociologische Thema’s
Inhoudsopgave
Steden ................................................................................................................................................................ 1
Globalisering ...................................................................................................................................................... 3
Religie en Secularisering..................................................................................................................................... 5
Health and Illness ............................................................................................................................................... 7
Mental Health .................................................................................................................................................... 9
Nationalism ........................................................................................................................................................ 9
Migratie ........................................................................................................................................................... 13
Gender.............................................................................................................................................................. 15
Geslacht/sekse ................................................................................................................................................. 15
Teksten voor werkcollege samenvatting....................................................................................................... 18
Georg Simmel- individuality in the modern city ............................................................................................... 18
Richard Sennett- Creating Humane Cities ........................................................................................................ 19
Giddens ............................................................................................................................................................ 19
Blumer .............................................................................................................................................................. 20
Putin ................................................................................................................................................................. 21
FOX- The Cultural Politics of Nationalism and Nation-Building........................................................................ 22
Health- Education, Health, and the Default American Lifestyle ....................................................................... 23
Patricia Hill Collins- Intersecting Inequalities ................................................................................................... 23
Steden
Thema: ‘New Cities’- 1800 97% <5000
40% van globale stadgroei van China en India in 2005-2025
33 megasteden (+10) – 7% wereldbevolking
Vormen van steden: historische steden, koloniale steden, oude industriële steden, nieuwe
industriële & diensten steden, globale cities/wereldsteden
Nieuw: smart cities-> 4 C: cultuuur, consumptie, conflict, community
Vroege stadssociologie -> effect op sociale organisatie, interactie gevoelens van sociale
vervreemding en anonimiteit?
Durkheim: ‘mechanische’ en ‘organische’ solidariteit
Ferdinand Tonnies: gemeinschaft -> geselschasft (van gemeenschap naar gezelschap,
samenleving met interactie)
Sociologische benadering van steden:
• Max Weber: de karakteristieken van een stad zijn: groot bevolkingsaantal, grote
bevolkingsdichtheid, gespecialiseerde beroepen, en handel (niet gerelateerd aan
boeren), vaste markten en geldeconomie, verandering in dagelijks leven waarbij
rationaliteit zorgt voor meer onpersoonlijke relaties.
, • Chiacago school of sociology: 2 concepten= humane ecologie en ubrabinsme
Humane ecologie= processen van competitieve, invasie en successie
Urbansime (Louis Wirth): systematische definitie van steden en stedelijk leven
Belevingsdemensies van stadsleven (George Simmel en Louis Wirth): focus op
urbanisme als manier van leven, vorm van sociaal bestaan, onpersoonlijke oriëntaties
- Intieme primaire contacten vs secundaire formele contacten
- Over stimulatie, hierdoor;
- Vermijden persoonlijk contact, psychologische ontkoppeling
è Verzwakken gemeenschap
è Blase-attitude (George Simmel): niet meer met hart maar met hoofd redeneren,
van alles een koste bate analyse maken.
Urbanizatie vs urbanisme
(opbouwen van steden) vs (leven in steden)
Trends in ontwikkelde landen: 3 patronen sinds WOII
1) Suburbanisatie (1950-1980): White flight en conurbatie (ontstaan randstad, omdat
veel steden aan elkaar verbonden raken)
2) Verval van binnenstedelijke gebieden -> groei buitenwijken -> inkomsten belasten
(visieuze cirkel doordat minder betasting in binnenstedelijke en dan minder geld voor
armen)
3) Stedelijke vernieuwing -> beleid overheid
Exp: 1997, UK, Labour, New Deal for communities
Place & people related outcomes
è Langdurig proces, complexiteit van problemen
Gentrificatie: opwaardering van buurt om aantrekkelijkere te maken voor nieuwe mensen
è Consumptie/productie verklaringen: toename snelheid: verloederen
arbeidsklasse buurten (deindustrialisering) groei van de ‘postindustriële
middelklasse'. Met als gevolg: stijging in waarde, profijt zelfden eerste bewoners
en van diversiteit naar homogeniteit (VB. Tokyo).
è Speciaal voor kapitaalkrachtige bewoners, waardoor minder kapitaal.
Kapitaalkrachtige bewoners verdreven worden.
Global Cities: wereldsteden die aandacht en investeringen uit de hele wereld trekken,
internationale knooppunt voor mensen en bedrijven
John Friedman: ‘world city hypothes’ (hiërarchie in steden, cruciale rol in de organisatie en
werking van wereldeconomie, deze wereldsteden hebben het vermogen om de financiële,
informatie- en culturele hulpbronnen aan te trekken en te concentreren die nodig zijn om
economische activiteiten te ondersteunen)
Saskia Sassen: The Global City: 4 karakteristieken
1) Controle punt van wereldeconomie
2) Sleutellocatie voor financiële en gespecialiseerde dienstfirma’s
3) Productieplek en innovatie in nieuwe industrieën
4) Markten waar de productie van financiële en dienst industriëlen gekocht en verkocht
worden
Case the bridge:
2006: 35%+ vs 2009 % naar beneden
1% in 1973 -> 20-30% in 2023, bevolkingssloppenwijken: 10 miljoen
, Groei 5 % sneller dan algemene bevolkingsgroei, jaarlijks in 200000 migranten
Moeilijkheden? Aangroei bevolking (hoe iedereen werk?), risico’s? Mogelijkheden
globalisering? Geprivilegieerde groepen vs armen, mogelijke verslechtering
levensomstandigheden (vervuiling etc.)
Sleutelvraag in Sociologie: vromen politieke en sociale houdingen van armen een gevaar
voor orde en cohesie?
Globalisering
Globalisering: verschillende processen waardoor geografische verspreide populaties in
nauwe en directer contact met elkaar orden gebracht, waardoor er lotsgemeenschap
ontstaat of een mondiale samenleving
Waarom belangrijk voor sociologie? Verhoogt connectie tussen individuen (gevolg
technologische ontwikkeling), niet veraf: impact leven, niet alleen top-down (van grote
instituties tot mensen) proces maar ook bottum up (van mens tot institutie).
Voor sociologen belangrijk welke relaties mensen hebben en het effect van mondiale
processen en andersom, maar ook ongelijkheid binnen een land -> nu mondiale systeem als
geheel.
Transformatie samenleving: jagers en verzamelaars, landbouwsamenleving, landbouw
stedelijk, industriële samenleving
Moderniteit en industrie technologie -> zorgt voor ontstaan natiestaat.
3 werelden model: ontwikkelde & ontwikkeling samenleving -> majority (arm) & minority
world -> globale noorden en globale zuiden (globale noorden -> ontwikkelde landen en
globale zuiden -> minder ontwikkelde landen)
Wereldwijde ongelijkheid:
• Focus op statische contrasten verhult belangrijke vragen: hoe zijn we in deze situatie
terecht gekomen? Is de inkomensongelijkheid altijd zo groot geweest? Zijn de
oorzaken van de mondiale ongelijkheid tegenwoordig even historisch als
hedendaags?
• Relevant bewijs over inkomensongelijkheid alleen voor de afgelopen 200 jaar
Meten Gini-coëfficiënt (0-gelijk, 100-ongelijk)
1820- 50
1910- 61
1992- 66
2011- 70
Brazil/South Afrika: 60
Russia/US: 40
Scandinavië: 30
Interpretatie
1. Wereldwijde ongelijkheid is niet nieuw (historische oorzaken belangrijk)
2. Mondiale ongelijkheid verergerde door industrialisatie en de mondiale kapitalistische
expansie
3. Ongelijkheid tussen landen groeit sneller dan ongelijkheid binnen landen