100% tevredenheidsgarantie Direct beschikbaar na betaling Zowel online als in PDF Je zit nergens aan vast
logo-home
Samenvatting Test en toetstheorie (PB1502): Hoofdstuk 10 Open Universiteit €5,57
In winkelwagen

Samenvatting

Samenvatting Test en toetstheorie (PB1502): Hoofdstuk 10 Open Universiteit

 3 keer bekeken  0 keer verkocht

Dit betreft hoofdstuk 10 van test en toetstheorie

Voorbeeld 2 van de 6  pagina's

  • Nee
  • 10
  • 26 maart 2023
  • 6
  • 2020/2021
  • Samenvatting
book image

Titel boek:

Auteur(s):

  • Uitgave:
  • ISBN:
  • Druk:
Alle documenten voor dit vak (27)
avatar-seller
SelinaG
70


Hoofdstuk 10: Ethiek van het testen
Testen kan plaatsvinden als onderdeel van psychologisch onderzoek, voorspelling of diagnostiek in
het kader van onderwijs.
 Belangrijke rol: nemen van beslissingen over mensen
o Vormt een factor van betekenis in het beslissingsproces.

Gewicht van een test vaak overschat
- Vrijwel altijd wordt ten onrechte geen onderscheid gemaakt tussen testgebruik in de praktijk
en principiële mogelijkheden en kwaliteiten van tests.
- Oefening:
o Testscore verbeter, maar niet de geschiktheid van de sollicitant voor de
functie/opleiding  ‘remedie’ gepropageerd.
o Doel oefenopgaven is nadrukkelijk het bevorderen van de standaardisatie van de
testsituatie.
 VB: ‘kennismakings-dvd’ + opgavenboekje ter voorbereiding op de CITO-
toets.

Al dit oefenen wekt de indruk dat een overschatting van dit potentieel niet zou worden betreurd.

Kritiek:
1. Kritiek bevat veel waars
2. Weestand tegen het testen is een realiteit waarmee rekening gehouden moet worden.
3. De psychologie en psycholoog hebben het er voor een deel zelf naar gemaakt; teveel
pretenderen; misconcepties te doen ontstaan; aanleiding te geven misbruik testgegevens;
weinig aandacht aan publiciteit en informatie te besteden  makkelijk een
magisch/bedreigend beeld kan ontstaan.

1961 = code voor psychologen, vastgelegd in NIP-ethiek  1998 aangepast.
2004 = Algemene Standaard Testgebruik is opgesteld (AST-NIP)

Opmerkingen over attitude t.o.v. het testen in het algemeen:
 Negatieve ervaring  bewijs geen grote rol  algemeen onbehagen over de toenemende
bureaucratisering en vertechnisering van de maatschappij, die de mens zelf weinig controle
zou overlaten  ontstaan vrees voor manipulatie.

Vraag blijft overeind: testen niet onpersoonlijke, rigide en mechanistische processen van evaluatie
aanmoedigt en/of predictie niet gauw leidt tot controle en determinatie van het menselijk gedrag?
 Institutioneel verband is het reëel gevaar van het nemen van ‘bureaucratische’ beslissingen
over mensen  echter niet opgeworpen door onderzoek = geoorloofd en legitiem.

10.1 Levensbeschouwelijke en menselijke bezwaren
Uniciteit van de mens en de onmogelijkheid dit te meten = levensbeschouwelijk
Principieel bezwaar:
- De mens is in feite niet ‘te meten’ met instrumenten als tests
- Wezen van de mens is met testonderzoek nooit te vatten
- Een test gaat voorbij aan het unieke en meest essentiële van de mens.

Binnen testonderzoek niet nodig (wezenlijke/essentiële)  onderzoek naar waarneembaar gedrag,
dat wordt geclassificeerd en gekwantificeerd en met soortgelijk gedrag van vele anderen vergeleken.
 Uniciteit van de mens wordt dus niet ontkent.

Rollen van psycholoog en onderzochte = praktische, menselijke benadering
Vraag principieel bezwaar:
- Het testen van mensen niet tot onpersoonlijke objecten wordt gereduceerd
- De menselijke waardigheid bij de superieure machtsrol van de testpsycholoog of bij soms
frustrerende/misleidende/infantiel aandoende testopdrachten wel wordt gehonoreerd.

, 71


Bezwaar deels betrekking op:
- Entourage
- Introductie van onderzoek
- Houding van testpsycholoog t.o.v. de onderzochte

Wat moet er zijn?
- Persoonlijke introductie
- Duidelijkheid over het doel van het onderzoek
- Buiten het testonderzoek zelf, gelegenheid zijn voor ontmoeting en een gesprek; zonder
machtsverhoudingen.
- Test voldoende uitdagend; adequate moeilijkheidsgraad, motivatie en gevoel van waardigheid
bevorderen ( adaptief testen; en goede face validity).

Bovengenoemd bezwaar; dieperliggend probleem:
- Verzet zijn tegen ondergeschikte rol; afhankelijkheidspositie.
o Vraag is verwijtend aan test of doorklinkt tegen institutionele beslissingssituatie 
organisatie en individu kunnen met elkaar botsen.

Bevoogdende houding richting ondergeschikte kandidaat is echter te makkelijk gegeneraliseerd:
1. Geschiktheid voor een functie is een relatief begrip
2. Beslissing tot aannemen of afwijzen is ook afhankelijk van kwantiteit en kwaliteit van het totale
aanbod van kandidaten.

Dilemma:
 Primaire zorg volgens NIP-ethiek 1961: “het welzijn en belangen van de cliënt (de
onderzochte)”. Psycholoog is ook met het instituut verbonden  discrepantie tussen ‘leer’ en
‘leven’.

Uitwegen uit dilemma:
- Men identificeert zich met de organisatie of het instituut waar men in dienst is.
o Bestaat geen specifieke professionele verantwoordelijkheid voor de individuele mens
als object van onderzoek en advies.
- Doelstellingen en waarden van een instituut of organisatie altijd aan deze individuele waarden
ondergeschikt dienen te worden gemaakt.
o Geen ruimte voor institutionele selectie en plaatsing.

Principiële verwerping van selectie baseren op 1/meer volgende premissen (bepalingen):
1. Geen verschillen in, vakbekwaamheid en geschiktheid om zich deze vakbekwaamheid eigen
te maken.
a. Ontkenning individuele verschillen is wetenschappelijk niet te verdedigen.
2. Onjuist een keuze te maken uit sollicitanten o.b.v. vakbekwaamheid en aanleg tot goede
prestaties.
a. Alternatief: ‘selectie’ d.m.v. loting
3. Bestaan van een geformaliseerd, vastliggend normensysteem voor de beoordeling van een
arbeidsprestatie is niet acceptabel.
a. Moeilijk; tenzij groot risico organisatie chaos en willekeur vervalt.

Commentaar premissen:
1. Zonder meer toekennen gelijke kansen aan iedereen ethisch ideale situatie.
2. Loting i.p.v. selectie; in strijd met streven optimale benutting van meestal beperkte middelen.
3. Testonderzoek niet mogelijk  alternatieve methoden: gesprekken, referenties, impressie en
beoordeling  voorspellend vermogen geringer.

1998; NIP-ethiek: evenwichtiger oplossing.
- Verbreding begrip ‘cliënt’ ‘cliëntsysteem’; zowel onderzochte als instituut.
o Beide partijen voldoende informatie noodzakelijk
o Recht op vertrouwelijke behandeling, informatie over beslissingsprocedures en
openheid inzake de overwegingen bij de beslissingen.
 = proces van gemeenschappelijke exploratie.

Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!

Snel en makkelijk kopen

Snel en makkelijk kopen

Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.

Focus op de essentie

Focus op de essentie

Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!

Veelgestelde vragen

Wat krijg ik als ik dit document koop?

Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.

Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?

Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.

Van wie koop ik deze samenvatting?

Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper SelinaG. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.

Zit ik meteen vast aan een abonnement?

Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €5,57. Je zit daarna nergens aan vast.

Is Stuvia te vertrouwen?

4,6 sterren op Google & Trustpilot (+1000 reviews)

Afgelopen 30 dagen zijn er 52928 samenvattingen verkocht

Opgericht in 2010, al 14 jaar dé plek om samenvattingen te kopen

Start met verkopen
€5,57
  • (0)
In winkelwagen
Toegevoegd