Kennislijn 1 ondersteunende wetenschappen begrippen
Pedagogiek:
Een wetenschap die zich bezighoudt met het opvoedend handelen, de motieven
hiervoor, de methoden die erbij horen en de effecten daarvan.
Doelgericht bezig zijn met opvoeden van kinderen. We stomen ze klaar voor de
maatschappij en begeleiden ouders en kind.
Psychologie:
Een beschrijvende wetenschap die zich bezighoudt met het gedrag van de mens
als individu,
Zijn ontwikkeling, drijfveren, condities en stoornissen. Dit gebeurt door feiten te
verzamelen en regelmatigheden te ontdekken in het gedrag van mens.
Ontwikkelingspsychologie:
Een wetenschappelijke studie naar patronen van groei, verandering en stabiliteit
vanaf de conceptie tot ouderdom. We verklaren de het menselijke en kijken naar
de voorgeschiedenis.
Ontwikkelingsfases:
Er zijn verschillende ontwikkelingsfases.
- Baby
- Peuter
- Kleuter
- Schoolkind
- Adolescent
- Jong volwassene
- Volwassene
- Ouderdom
Om naar en volgende fase te gaan zijn er een paar vereisten:
- Leeftijd
- Vaardigheden
- Cultuur
- Tijd
Sommige fases hebben geen duidelijk begin of einde, zoals adolescentie. Dat is
afhankelijke van cultuur of tijd.
Ontwikkelingsgebieden:
Binnen de ontwikkelingsfases heb je verschillende ontwikkelingsgebieden:
- Fysieke ontwikkeling
- Cognitieve ontwikkeling
- Sociaal- emotionele ontwikkeling
- Persoonlijkheidsontwikkeling
Ontwikkeling:
- Groei: toename in lengte, omvang en gewicht
- Differentiatie: toename in complexiteit, verfijning
- Ervaring/ leren: nieuw gedrag, nieuwe vaardigheden op basis van ervaring/
oefening
- Rijping: relatief autonoom proces van groei en verfijning. Invloeden van
buitenaf zijn beperkt.
, Nature:
Aangeboren
Rousseau
Montessori
Nurture:
Aangeleerd
Locke
Skinner
Maturatie:
Rijping
Psychodynamisch perspectief:
- Onbewuste processen zijn bepalend voor iemands persoonlijke gedrag
(Freud)
- Ervaringen uit de vroege kinderjaren zijn bepalend voor het verdere leven
(Freud)
- Sociale interactie (Erikson)
- Acht stadia van ontwikkeling (Erikson)
- Id: onbewuste verlangens
- Ego: ons handelen in het dagelijks leven
- Superego: normen en waarden waar we naar handelen. (onderbewuste
stemmetje)
- Psycho seksueel
Behaviouristisch perspectief:
Leer theoretisch of gedragstherapeutische benadering.
Alleen waarneembaar gedrag is te onderzoeken. De rest is ‘black box’ en niet te
kennen.
Al het gedrag is aangeleerd en valt weer af te leren.
Je leert door observeren en nadoen en ontwikkeling loopt niet in fasen.
Watson
Skinner
Pavlov
Bandura
Tabula rasa:
Het onbeschreven blad.
Cognitieve psychologie:
De mens wilt actief leren en informatie verwerken. Interpretatie van een situatie
leidt tot een bepaalde reactie of gedrag. Bij deze psychologie word het brein
uitgedaagd door bijvoorbeeld anders te denken dan je eerste gedachte.
Piaget
Adaptie:
Aanpassen. De mens past zich constant aan. Dit kan je onderverdelen in
assimilatie en accommodatie
Assimilatie:
Pedagogiek:
Een wetenschap die zich bezighoudt met het opvoedend handelen, de motieven
hiervoor, de methoden die erbij horen en de effecten daarvan.
Doelgericht bezig zijn met opvoeden van kinderen. We stomen ze klaar voor de
maatschappij en begeleiden ouders en kind.
Psychologie:
Een beschrijvende wetenschap die zich bezighoudt met het gedrag van de mens
als individu,
Zijn ontwikkeling, drijfveren, condities en stoornissen. Dit gebeurt door feiten te
verzamelen en regelmatigheden te ontdekken in het gedrag van mens.
Ontwikkelingspsychologie:
Een wetenschappelijke studie naar patronen van groei, verandering en stabiliteit
vanaf de conceptie tot ouderdom. We verklaren de het menselijke en kijken naar
de voorgeschiedenis.
Ontwikkelingsfases:
Er zijn verschillende ontwikkelingsfases.
- Baby
- Peuter
- Kleuter
- Schoolkind
- Adolescent
- Jong volwassene
- Volwassene
- Ouderdom
Om naar en volgende fase te gaan zijn er een paar vereisten:
- Leeftijd
- Vaardigheden
- Cultuur
- Tijd
Sommige fases hebben geen duidelijk begin of einde, zoals adolescentie. Dat is
afhankelijke van cultuur of tijd.
Ontwikkelingsgebieden:
Binnen de ontwikkelingsfases heb je verschillende ontwikkelingsgebieden:
- Fysieke ontwikkeling
- Cognitieve ontwikkeling
- Sociaal- emotionele ontwikkeling
- Persoonlijkheidsontwikkeling
Ontwikkeling:
- Groei: toename in lengte, omvang en gewicht
- Differentiatie: toename in complexiteit, verfijning
- Ervaring/ leren: nieuw gedrag, nieuwe vaardigheden op basis van ervaring/
oefening
- Rijping: relatief autonoom proces van groei en verfijning. Invloeden van
buitenaf zijn beperkt.
, Nature:
Aangeboren
Rousseau
Montessori
Nurture:
Aangeleerd
Locke
Skinner
Maturatie:
Rijping
Psychodynamisch perspectief:
- Onbewuste processen zijn bepalend voor iemands persoonlijke gedrag
(Freud)
- Ervaringen uit de vroege kinderjaren zijn bepalend voor het verdere leven
(Freud)
- Sociale interactie (Erikson)
- Acht stadia van ontwikkeling (Erikson)
- Id: onbewuste verlangens
- Ego: ons handelen in het dagelijks leven
- Superego: normen en waarden waar we naar handelen. (onderbewuste
stemmetje)
- Psycho seksueel
Behaviouristisch perspectief:
Leer theoretisch of gedragstherapeutische benadering.
Alleen waarneembaar gedrag is te onderzoeken. De rest is ‘black box’ en niet te
kennen.
Al het gedrag is aangeleerd en valt weer af te leren.
Je leert door observeren en nadoen en ontwikkeling loopt niet in fasen.
Watson
Skinner
Pavlov
Bandura
Tabula rasa:
Het onbeschreven blad.
Cognitieve psychologie:
De mens wilt actief leren en informatie verwerken. Interpretatie van een situatie
leidt tot een bepaalde reactie of gedrag. Bij deze psychologie word het brein
uitgedaagd door bijvoorbeeld anders te denken dan je eerste gedachte.
Piaget
Adaptie:
Aanpassen. De mens past zich constant aan. Dit kan je onderverdelen in
assimilatie en accommodatie
Assimilatie: