Geneesmiddelenkennis H16 Psychiatrische aandoeningen
Inleiding
Psychofarmaca worden gebruikt bij de behandeling van stoornissen in het geestelijk functioneren.
De uitingsvorm daarvan zijn afwijkingen in het denken, in gedrag en in de stemming= psychiatrische
aandoening -> depressies en psychosen het belangrijkste. ADHD komt ook vaak voor.
Meeste psychische aandoeningen kunnen met geneesmiddelen behandeld worden.
Depressie
Ziekelijk sombere stemming die meestal gepaard gaat met geremdheid in denken en handelen.
Zon schijnt met donker licht.
Behandeling: gesprekstherapie, al dan niet aangevuld met antidepressiva.
Bij depressie zijn nog vaak andere stoornissen. Zoals angststoornissen etc…
Antidepressiva
Verschillende groepen middelen, die gebruikt wordt bij de behandeling van depressie.
Gevaar, omdat er een neiging tot suïcide is.
Belangrijk om overmatig gebruik direct op te sporen.
Antidepressiva kunnen helpen om een depressieve periode te overbruggen.
Antidepressiva werken stemmingsverbeterend & soms activerende en/of angstdempende werking.
Worden ook gebruikt bij angststoornis, bulimia nervosa, ejaculatio praecox, stoppen met roken en
chronische pijnklachten.
Gebruik moet minstens jaar worden voortgezet, waarna het afgebouwd wordt.
Als een antidepressivum onvoldoende werkt, kan andere middel, maar het moet geleidelijk gebeuren
Werking treedt langzaam op. Pas 2-6 weken is werkzaamheid te beoordelen.
Bijwerkingen treden sneller op dan de werking.
Lang bekende klassieke antidepressiva: amitriptyline, nortriptyline en clomipramine.
Amitriptyline wordt gebruikt ook bij chronische pijn en behandeling van nachtelijk bedplassen.
Nortriptyline wordt ook gebruikt als ondersteuning bij het stoppen met roken.
Meest voorkomende bijwerkingen: Droge mond, duizeligheid, obstipatie, dichtbij niet scherp kunnen
zien en duizeligheid bij plotseling overeind komen.
In 1990 nieuwe stoffen bij= Sretonineheropnameremmers (SSRI’s); paroxetine, ciralopram,
seertraline, escitalopram, fluoxetine en fluvoxamine.
Bijwerking van SSRI’s: misselijkheid, diarree, obstipatie, hoofdpijn en slaaploosheid, verdwijnen
meestal binnen week.
, SSRI’s geven verhoogde kans op maagbloedingen als ze gecombineerd zijn met maag belastende
middelen.
Bij gebruik van de klassieke antidepressiva en SSRI’s verdubbeld (Vooral boven 50 jaar), het
botverlies met als gevolg groter risico op fracturen.
Stoffen met vergelijkbaar werking als SSRI’s: Venlafaxine, mitrazapine, duloxetine, bupropion en
trazodon.
Mitrazepine en trazodon bijwerking: slaperigheid en worden in nacht gebruikt.
Antidepressiva behalve fluoxetine leiden tot gewichtstoename.
Psychotische ziektebeelden
Geestesziekten worden aangeduid die gekenmerkt worden door denkstoornissen (waangedachten)
of waarnemingen (hallucinaties).
Psychose wordt aangeduid als deze gedachten/ waarnemingen het gedrag beïnvloeden dat er voor
de omgeving afwijkend en dus niet-geaccepteerd gedrag ontstaat.
Kenmerk van psychose= Betrokkene zelf is niet meer in staat om eigen gedrag te beïnvloeden of bij
te stellen.
Psychosen spelen een belangrijke rol bij schizofrenie. Na iedere (psychotische) crisis wordt de
behandeling van schizofrenie moeilijk. Om therapieontrouw tegen te gaan, kunnen antipsychotica als
depopreparaat (een injectie met werkingsduur van een aantal weken) worden toegediend.
Manie wordt gekenmerkt door opgewonden gedrag, sterke motorische activiteit en/of
luidruchtigheid. PA is vrolijk, maar niet van binnenuit. Reacties zijn niet echt. Denken dat ze alles aan
kunnen en zien het leven ongemotiveerd optimistisch.
Antipsychotica
Gebruikt bij allerlei vormen psychosen, maar ook als kalmeringsmiddelen bij ernstige onrust bij
bejaarden en kinderen, ernstige pijn en bij ernstige vorm van braken.
Zijn niet slaapverwekkend en hebben remmende invloed op geestelijke activiteit, zodat opwinding
afneemt en hallucinaties kracht verliezen.
Werken op de positieve symptomen.
Emoties, gevoelens, gedrag en andere functies worden beïnvloed.
De meest voorkomende bijwerkingen zijn: duizeligheid bij plotseling overeind komen, sufheid,
gewichtstoename en obstipatie. Bewegen en lopen wordt negatief beïnvloed (extrapiramidale
bijwerkingen). Bewegingen worden houterig en men kan een vervelende tremor (o.a. trillende
handen) ontwikkelen.
Erg vervelende bijwerking is de tardieve dyskinesie= Onwillekeurige spierbewegingen, meestal in het
gelaat. Veelvoorkomende zijn in de tong uitstulpen van de wang (bonbonwang) en het uitsteken van
de tong (vliegenvangerstong).
Bijzondere, zeer ernstige bijwerking is het zelden voorkomende maligne antipsychoticasyndroom->
Kenmerk is het vrij plotseling optreden van ernstige spierstijfheid met hoge lichaamstemperatuur.
Treedt op binnen enkele dagen/weken na starten met medicatie.