Sociale zekerheidsrecht
Inhoud
Hoofdstuk 1................................................................................................................................................................. 2
Hoofdstuk 2................................................................................................................................................................. 3
Hoofdstuk 3................................................................................................................................................................. 3
Hoofdstuk 6................................................................................................................................................................. 3
Hoofdstuk 8................................................................................................................................................................. 3
Week 2............................................................................................................................................................................ 4
Hoofdstuk 8................................................................................................................................................................. 4
Week 3............................................................................................................................................................................ 7
Hoofdstuk 5................................................................................................................................................................. 7
Hoofdstuk 6................................................................................................................................................................. 8
Week 4.......................................................................................................................................................................... 12
Hoofdstuk 7...............................................................................................................................................................12
,Week 1
H1
H2 alleen: ‘Voorwaarde 1: kring van verzekerden’
H3 alleen: ‘Voorwaarde 1: kring van verzekerden’
H6 alleen: ‘Voorwaarde 1: verzekerde’
H8 alleen: ‘Voorwaarde 1: verzekerde’
Hoofdstuk 1
1.1 inleiding
Sociale zekerheid biedt door de overheid inkomenszekerheid. Publiek stelsel dat geheel van
voorzieningen omvat die tot doel hebben het waarborgen van de financiële zekerheid van de
burgers en hun te activeren.
Sociale zekerheidsrecht, stelsel van rechten en plichten die gelden binnen de sociale
zekerheid.
1.2 het stelsel van sociale zekerheid
Wordt onderscheid gemaakt:
- sociale verzekeringen, hiervoor wordt premie afgedragen en voor de voorzieningen niet.
- sociale voorzieningen, deze worden betaald uit belastingopbrengsten.
Hoogtes van premies worden jaarlijks vastgesteld en is afhankelijk van inkomen en leeftijd.
Binnen sociale verzekeringen een tweedeling:
- werknemersverzekeringen, hierbij is de verzekerde de werknemer. (natuurlijke persoon die
pensioengerechtigde leeftijd nog niet heeft bereikt en in privaat- of publiekrechtelijke
dienstbetrekking staat).
Dienstbetrekking is aanwezig aals overeengekomen is dat:
1) werknemer zich tot de werkgever verplicht om arbeid te verrichten
2) de werkgever loon betaald
3) de werknemer tot de werkgever in gezagsverhouding staat
art. 7:610 BW
- volksverzekeringen, hierbij gaat het om de ingezetene. (iemand die in NL woont).
1.3 rechtsbescherming
Procedures binnen sociale zekerheidsrecht zijn bestuursrechtelijke procedures, regels van
AWB worden gevolgd.
Voor sociale zekerheidsrecht is binnen het bestuursrecht een aantal elementen van belang:
- geen verplichte procesvertegenwoordiging. Je bent niet verplicht om een advocaat of andere
gemachtigde te hebben
- besluit, bestuursorgaan en belanghebbende. Besluiten moeten rechtsgevolgen in het leven
roepen en worden door een best.org met openbaar gezag genomen. Rechtsgevolg is dat de
rechten en de plichten door het besluit wijzigen.
beschikking is een geïndividualiseerd besluit, gericht aan de aanvragen van een uitkering. De
aanvrager is de belanghebbende bij het besluit.
- bezwaar en bestuursrechter. Met een negatief genomen besluit kan je naar de
bestuursrechter stappen, maar eerst moet er bezwaar worden gemaakt.
, Hoofdstuk 2
Voorwaarde 1 Kring van verzekerden
Grootste groep verzorgers van kinderen die tot kring van verzekerden behoort, is
ingezetene (art. 6 lid 1 AKW). Alle in aanmerking komende feiten en omstandigheden
worden afgewogen, zoals woon- en werkomgeving, gezin, financiën en inschrijving in
bevolkingsregister.
Hoofdstuk 3
Voorwaarde 1 kring van verzekerden
grootste groep pensioen gerechtigden die tot kring van verzekerden behoort zijn de
ingezetenen. (art. 6 lid 1 sub a AOW). Kleinere groep, degene die geen ingezetenen
zijn, maar op continentaal plat in dienstbetrekking zijn en hier loon belasting moeten
betalen. Wanneer iemand in NL woont, maar in DU heeft gewerkt, daar loonbelasting
heeft betaald. Op grond van Europeesrecht geldt dat ondanks hij in NL woont,
pensioenrechten uit DU heeft. Het werkland bij grens arbeiders heeft voorrang.
Hoofdstuk 6
Voorwaarde 1 Verzekerde
Kring van verzekerde binnen ZW is divers.
De werknemer is verzekerd, art. 3 jo. 20 ZW. Voor ziekte wet is het niet vereist dat
werknemer niet ouder is dan pensioengerechtigde leeftijd, dit biedt mogelijkheid dat
ouderen kunnen doorwerken en beroep kunnen doen op de ZW als ze ziek worden.
meeste verzekerden zijn natuurlijke personen die op basis van een
arbeidsovereenkomst werkzaam zijn, art. 3 lid 1 ZW. Zij zijn via hun werkgever
verplicht verzekerd, werkgever is verplicht om op het loon premies in te houden.
Mensen die niet in NL werken maar wel hier wonen zijn ook verzekerd, voorwaarde is
dat werkgever in NL woont of is gevestigd.
Voor sommige groepen die niet in loondienst zijn, de ZW toch van toepassing. Art. 5
ZW, mensen met een fictieve dienstbetrekking. Fictieve dienst betrekkingen zijn gelijk
gesteld aan arbeidsverhoudingen van normale werknemers. Art. 5 ZW, noemt 4
categorieën waarvoor extra voorwaarden gelden om van gelijkgestelde
arbeidsverhouding te kunnen spreken.
- arbeid persoonlijk verrichten
- werkzaamheden zijn aangegaan voor een aangesloten periode van 30 dagen of langer
- en het bruto inkomen per maand is doorgaans 40% van het wettelijk minimum
Groep uitkeringsgerechtigden, die kunnen als werknemer worden aangemerkt, art. 7 jo.
Art 8-8a en 8c ZW. Zij zijn geen werknemer meer, maar omdat ze dat in het verleden
wel waren en op grond daarvan een bepaalde uitkering ontvangen, zijn
uitkeringsgerechtigden als werknemer te beschouwen.
Hoofdstuk 8
Voorwaarde 1 Verzekerde
De WW biedt uitkering voor werknemers of daarmee gelijkgestelden, art. 3-5 jo. Art. 8
WW.