1. Voorschriften en voorzieningen
1.1 Verplichtingen die de Arbowet oplegt aan werkgevers en werknemers
Een werkgever heeft de zorg voor veiligheid, gezondheid en welzijn bij het werk, in verband met de arbeid.
De Arbowet legt hiervoor de volgende verplichtingen op:
Regels en instructies voor het veilig werken en omgaan met chemicaliën en het verschaffen van
persoonlijke beschermingsmiddelen.
Voorzieningen treffen en middelen verschaffen om het aantal risico’s te beperken en de kans op
fouten te minimaliseren.
Voorzieningen treffen en middelen verschaffen voor het beperken van gevolgen als er toch iets
gebeurt.
De Arbowet stelt ook verplichtingen aan werknemers om deze regels na te leven.
1.2 Risico’s verminderen en gevolgen beperken
Risico heeft te maken met de kans op een ongewenste gebeurtenis (gebeurtenis waarbij schade ontstaat).
Ook heeft het te maken met het effect van de ongewenste gebeurtenis. Hoe groter de kans en het effect,
hoe groter het risico. In een scenario beschrijf je hoe iets gebeurt. Risico is de kans op een ongewenst
effect in een bepaald scenario.
Voor risicobeheersing en het beperken van de gevolgen kan je de bron bestrijden, de bron afschermen, de
omgeving aanpassen, de mens afschermen, persoonlijke bescherming of de nadelige gevolgen beperken.
Met veilig werken worden de risico’s zo veel mogelijk beperkt.
1.3 Persoonlijke beschermingsmiddelen; persoonlijke hygiëne
Je ogen bescherm je met een veiligheidsbril of gelaatsscherm. Bij een gelaatsscherm is het hele gelaat
beschermd tegen bijvoorbeeld spatten. Je neus en mond bescherm je door filters (in maskers). Stoffilters
beschermen tegen stofdeeltjes en niet tegen gassen en dampen. Hiervoor heb je gas- of dampfilters. Er zijn
drie klassen stoffilters, namelijk P1 (inert zwevende stof), P2 (schadelijke stof) en P3 (giftige en zeer giftige
stof).
De gas- of dampfilters beschermen tegen die gas/damp waarvoor het bedoeld is en laat de rest door. Ook
hier heb je verschillende typen:
A (bruin) organische gassen en dampen van organsiche oplosmiddelen
AX (bruin) als A, maar laagkokende verbindingen (lager dan 65 oC)
B (grijs) anorgansiche gassen, halogenen zoals chloor, waterstof, cyaniden
E (geel) anorganische dampen en zure gassen, zoals zwaveldioxide en zoutzuur
K (groen) ammoniak, ammonia, bepaalde amines en hydrazines
‘Snuitjes’ zijn stoffilters, geschikt voor P1 en P2.
Lang haar bindt je samen. Kleding bescherm je door een (dichte) witte katoenen jas. Handen bescherm je
door handschoenen. Let bij handschoenen op wat voor handschoenen je gebruikt, de doorslagtijden van de
stoffen die je gaat gebruiken per handschoen en dat deze geen gaatjes bevatten. Voeten bescherm je door
het dragen van geschikt schoeisel. Voor het beperken van risico’s, let je ook op je persoonlijke hygiëne.
1.4 Algemene beschermingsmiddelen en andere veiligheidsvoorzieningen
Behalve persoonlijke beschermingsmiddelen zijn er ook algemene beschermingsmiddelen, zoals een
zuurkast, opslagkasten, brandblussers en vluchtwegen. De zuurkast werkt het beste als de luchtcirculatie zo
min mogelijk wordt verstoord. Dit bereik je door het zuurkastraam zoveel mogelijk gesloten te houden, de
achterzijde niet af te sluiten met monster- of chemicaliënflessen, deuren in de omgeving langzaam te
openen of sluiten, niet vlak voor een geopende zuurkast langs te lopen en geen snelle bewegingen te
maken loodrecht op de werkopening.
Brandbare en oxiderende stoffen moeten na gebruik opgeslagen worden in brandveilige en afgezogen
kasten, van elkaar gescheiden door lekbakken, net zoals van elkaar gescheiden zuren en basen. Zeer giftige
stoffen moeten in een afsluitbare kast opgeslagen worden.
Chemicaliënflessen kunnen bij vervoer breken, dus deze moeten klem gezet worden en eventueel in een
lekbak geplaatst worden.
, 1.5 Werkomstandigheden
Een goede werkplek wordt bepaald door omgevingsfactoren en arbeidsomstandigheden. Hierbij let je op:
Orde en netheid
Inrichting van de werkruimte
Verlichting
Klimaat (ventilatie, luchtvochtigheid en temperatuur)
Apparatuur
Sociale factoren
Werkstress ontstaat als je te maken krijgt met problemen die je niet zelf kan oplossen.