Samenvatting IPO2A
Onderwijswetenschappen: college 1 t/m 4
College 1: Introductie in Onderwijswetenschappen
Onderwijswetenschappen: interdisciplinair onderzoeksveld waarin onderzoekers
onderzoek doen naar:
hoe mensen leren (alleen en samen)
hoe leren te verbeteren door diverse sociale en organisatorische instellingen
en nieuwe ontwerpen van leeromgevingen
Onderwijs: overdracht van kennis of vaardigheden
Proces van geven en krijgen van systematische instructie, met name op school of
uni. Vaak overdracht van generaliseerbare/abstracte kennis
Model van Bronfenbrenner
Lerend kind (micro): neuro/brein, sociaal-emotioneel, cognitief, rekenen/taal
Schoolcontext (meso): leren en instructie, leraren, interacties, organisatie onderwijs
Maatschappij (macro): onderwijsbeleid, onderwijsstelsel, maatschappelijke effecten
Doelen
Beschrijven, begrijpen, verklaren van gedrag
Leren, opleiden en ontwikkelen in onderwijs
Onderwijsveld
Onderwijsbeleid: ministerie OCW, Inspectie v/h Onderwijs
Onderwijs-onderzoek: Uni, algemeen vakspecifiek
Onderwijspraktijk: schoolleiding, leraren, leerlingen
Training en advies: onderwijsadvies, lerarenopleiding
Onderwijsmaterialen & technologie: methode-uitgevers, toetsuitgevers
Verklaringen overtuigingen
Patternicity bias: neiging om betekenisvolle patronen te zoeken in willekeurige
dingen/gebeurtenissen
Confirmation bias: zoeken & vinden van bevestigend bewijs voor wat we geloven
Hindsight bias: gebeurtenis uit verleden als voorspelbaarheid beschouwen
dan dat ze in werkelijkheid waren (Taylor Swift – I Knew You Were Trouble)
Onderwijs veranderen (lastig)
Vernieuwend project vs toepassing van vernieuwing in onderwijs: bv.
opschaling, langdurige implementatie
Onderzoek naar ‘bewijs’ zwak opgezet: bv onderzoek laat zien dat
Probleemgestuurd Onderwijs (PGO) ‘werkt’; maar t.o.v wat?
Hawthorne effect: glans van nieuwe/effect van onderzocht worden
Soms zijn mensen lui (men is gewoontedier), houden van hokjes denken
Vaak succes van onderwijsvernieuwing op korte termijn
Soorten feedback
Correctief: commentaar over eisen van opdracht en adequaatheid inhoud
Suggestief: advies om verder te gaan/groeien, nodigt uit tot verbetering
Epistemologisch: Vragen tot uitleg/opheldering
Feedback: informatie over prestatie/begrip
,Doel: gat dichten tussen huidige staat en doelstaat
Niveaus:
Taakgericht: dit is fout, omdat je breuken niet eerst gelijkmatig hebt gemaakt
Procesgericht: probeer de sommen op te lossen door denkstappen op te schrijven
Zelfregulatiegericht: toen je de som niet begreep heb je goed uitleg gezocht in boek
Op persoon zelf gericht: Jij kan heel goed met breuken rekenen
Meest effectief: taakgericht → procesgericht → zelfregulatiegericht
Niet effectief: persoonsgerichte feedback; negatieve feedback zonder info waarom
Factoren die bijdragen aan leren
Basis onthouden: niet stampen, wel verwerking en/of koppelen aan emotie
Leren van concrete voorbeelden: verhalen ipv abstracte inhoud
Afwisseling en verassing
Pauzes
Bij gebruik video/afbeelding = gebruik ingesproken tekst
Dual-channeltheorie: mens heeft 2 kanalen waar informatie binnen komt
- Kanaal voor woorden
> 1 van beide overprikkeld = daalt leren
- Kanaal voor beelden
Zittenblijven
Preventief beleid van scholen
Meer maatwerk
Intensievere leerlingbegeleiding (m.n. op gedrag)
Conclusie: geen positief op zelfs negatief effect (Wat kan wel:)
Theorieën/paradigma’s over onderwijs
(Sociaal-)constructivisme: actieve kennisverwerving in samenwerking
Cognitivisme: denken staat centraal/differentiatie
Gedragsmodel/behaviorisme: gedrag staat centraal: doelen/belonen/straffen
Onnodig hokjes denken → dogma’s en ruzies
Uit alle stromingen haalt onderwijs wel iets
Waarom zou er maar één model bestaan om efficiënt, effectief en aangenaam
te leren?
Leerstijlen van Kolb (denker, doener, dromer, beslisser)
Boeken, artikelen, testen om leerstijlen te bepalen
Workshops, conferenties voor docenten
Maar:
Leervoorkeuren zeggen niks over wat goed/slecht is voor leren
Meeste mensen voldoen niet aan één leerstijl
Test ontoereikend
Hypothese
Lln met verbale leerstijl leren beter/uitsluitend van boeken
Lln met visuele leerstijl leren beter/uitsluitend van video
Maar is geen bewijs voor; dat onderwijs aanpassen aan deze stijlen nut heeft
Leerstijlen zijn geen onderwijstheorie
Verschillen tussen lln bestaan natuurlijk wel
Instructiemethoden kunnen wel inspireren op verschillen; bv in voorkennis
Ervaringskegel: van concrete ervaringen (onderin) naar abstract (bovenin)
Maar: concreet-abstract zegt niets over moeilijkheid
,Leerpiramide: effectiviteit van leren in piramide weer te geven
Maar: voorkeur voor methode zegt niks over wat goed/slecht is voor leren
Ook: herkomst/bronnen onduidelijk en quasi onmogelijk in onderzoek
Conclusie: herkomst onduidelijk, verhoudingen onzin
70-20-10 regel: leert 70 informeel, 20% van anderen en 10% via formeel onderwijs
Gardner’s meervoudige intelligenties
Wetenschap:
er zijn geen intelligenties (maar talenten/vaardigheden)
Worden niet ondersteund door onderzoeksresultaten
Kunnen niet goed gemeten worden
Geen aanwijzingen dat lln net bepaalde MI-profiel verschillend
leren of bepaalde instructiestijl nodig hebben (zijn geen leerstijlen)
Conclusie:
Eerder filosofie dan (bewezen) theorie
Levert geen richtlijnen voor onderwijs
Leerkrachten moeten talenten wel aanspreken
Geheugen
Declaratief: bewust oproepen/terughalen van kennis dat is opgeslagen
Semantisch: feiten, betekenissen, concepten en kennis opgeslagen
Autobiografisch: houdt zich bezig met bepaalde gebeurtenissen in eigen leven
Eidetisch: beelden en geluiden exact opslaan (kan niet exact oproepen)
Procedureel: vermogen te weten hoe handelingen verricht moeten worden
Topografisch: kunnen oriënteren in ruimte, routebeschrijving, plek herkennen
Episodisch: terugkerende gebeurtenissen specifiek voor context (bv tijd)
Flashbulb memories: heldere, episodische herinneringen van unieke
emotionele gebeurtenissen
Maar: herinneringen zijn niet 100% correct
Geheugen is algemeen en wazig
Slaat info op in verbale vorm, niet als beeld
Vult gaten in via reconstructieproces
Het geheugen is persoonlijk (interpreteren volgens eigen wereldbeeld)
Verandert doorheen de tijd
Multi-store model
Sensorisch geheugen: geheugen voor recentelijke indrukken
Korte termijngeheugen: geheugen dat informatie voor korte tijd vasthoudt
Lange termijngeheugen: geheugen dat informatie voor lange tijd vasthoudt
, College 2: Technologie in het onderwijs en andere vormen van onderwijsvernieuwing
Leren
Traditioneel onderwijs: lk geeft groep lln als geheel uitleg en instructie
docent vertelt leert info te probleem oplossen als vb van
wat je moet weten → onthouden hoe het geleerde kunt gebruiken
→
Probleem gestuurd onderwijs (PGO): lln zelf probleem oplossen = effectiever
Onderwijs in kleinere groepen, student centraal, aandacht vaardigheden
krijgt probleem identificeert wat je als groep leert en past geleerde toe
op te lossen moet weten om dat te doen om probleem op te lossen
→ →
Werking PGO (10-15 studenten)
1. Begripsverheldering: casus bespreken
2. Probleemstelling formuleren: definieer welke vraag beantwoord moet worden
3. Brainstormen: over mogelijke antwoorden
4. Probleemanalyse (a.h.v. resultaten brainstorm)
5. Leerdoelen formuleren: welke kennis ontbreekt nog
6. Zelfstudie
7. Nabespreking
Doelen PGO
Flexibele kennis vergaren (dieper leren, begrip ipv oppervlakkig)
Beter leren samenwerken
Probleemoplossend denkvermogen vergroten
Zelfstandiger studeren en werken
Grotere intrinsieke motivatie
Knelpunten PGO
Werkgeheugen is beperkt (duur en capaciteit)
Vooral interactie werkgeheugen en lange termijn geheugen
Beginners hebben geen goede cognitieve schema’s beschikbaar
Problemen leren oplossen ≠ probleemoplossend leren
Oplossingen:
Alternatieven met minder druk op werkgeheugen
- Problemen zonder doel
- Bestuderen van uitgewerkte voorbeelden
- Aanvul- of completeerprobleem
Stimuleren van constructie van cognitieve schema’s
Conclusie
Als inhoud (te) nieuw is = geen positief leereffect
Verder verdiepen/toepassen van inhoud = wel positief leereffect
Dus: er is achtergrondkennis aanwezig
- PGO pas effectief als nuttige cognitieve schema’s zijn opgebouwd
- Pas afnemende begeleiding toe
- Vooral geschikt voor hoger onderwijs
Technologische ontwikkelingen:
Hoge verwachtingen, maar klaspraktijk blijft vrij constant