Hoorcollege 1: introductie
Korte geschiedenis
Prehistorie: lichaam en geest zijn met elkaar verbonden, ziektes worden veroorzaakt door
kwade geesten die het lichaam binnendringen, de behandeling bestond uit het uitbannen van
de geesten.
Oude Grieken: de eerste die ziekte en gezondheid zagen in termen van lichamelijk
functioneren, er werd namelijk gekeken naar de verhoudingen van de vier lichaamssappen.
Als behandeling voor een ziekte werd er gekeken hoe de balans tussen de lichaamssappen
hersteld kon worden.
Middeleeuwen: ziekte zijn een straf van God, als behandeling werden de kwade krachten
verdreven door martelingen, later werd dit vervangen door bidden en het verrichten van
goede daden.
Renaissance: verbeterde wetenschappelijke kennis en beoordeling, dit leidde tot het ontstaan
van het biomedische model.
o Biomedische model: alle ziekten kunnen worden verklaard door afwijkende somatische
lichamelijke processen, het wordt dus altijd gezien als iets fysieks of biochemisch en
gaat ervan uit dat psychologische en sociale processen niet van belang zijn voor ziekte.
Kritiek op dit model was dat het de sociale en psychologische aspecten negeert, ook
negeert het de complexiteit van de factoren die betrokken zijn bij gezondheid en neemt
het aan dat we objectief biologische oorzaken van ziekte kunnen identificeren.
Psychosomatische geneeskunde: het idee dat specifieke ziekten worden veroorzaakt door
interne conflicten (bv. maagzweer-gevoelige persoonlijkheid: iemand met overmatige
behoefte aan afhankelijkheid en liefde), deze conflicten veroorzaken angsten die een
fysiologische tol eisen. Het kritiek dat hierop gegeven werd is dat conflict of
persoonlijkheidstype niet voldoende is om ziekte te veroorzaken.
o Biopsychosociaal model: gezondheid en ziekte zijn gevolgen van het samenspel van
biologische, psychologische en sociale factoren, het benadrukt hierbij zowel
gezondheid als ziekte. Dit model kreeg als kritiek dat het sociale aspect niet goed
vastgelegd is in onderzoek en dat het over langere tijd bestudeerd moet worden, vooral
de complexe interactiesystemen.
Biomedische model Biopsychosociaal model
Oorzaak Extern Biopsychosociale factoren
Rol van gedrag Beperkt Groot
Behandeling Medische behandeling Patiënt en dokter
Rol van de arts, patiënt en Arts Patiënt en systeem
systeem
Rol van gedragsfactoren van Beperkt Groot (zelfmanagement is
behandeling belangrijk)
Gezondheid-ziekte Dichotoom (ziek – niet ziek) Continuüm
Mentale problemen en ziekte
Mentale en fysieke problemen beïnvloeden elkaar.
Psychologie is anders dan geneeskunde, in de geneeskunde wordt vaak een enkele verklaring
gegeven voor de ziekte (monocausaal), ligt de nadruk op biologische wegen (bv. virussen) en
is er een duidelijk onderscheid tussen lichaam en geest.
Illness: ziektegedrag en subjectieve ervaringen.
Disease: duidelijk ziektepatroon en symptomen die wijzen op pathologie.
1
, Psychiatrie: heeft de focus op mentale gezondheidsproblemen, en behandeld abnormale
emoties en gedrag. Hierbij wordt er gebruik gemaakt van de DSM-5, ook schrijft de psychiater
psychotropische medicatie voor (het is dus een arts).
Klinische psychologie: diagnostiek van mentale problemen (bv. angststoornis of depressie) en
er wordt een psychotherapeutische behandeling gegeven (dus geen medicatie!).
Gezondheidspsychologie: focust op ziektepreventie en het promoten van bepaald
gezondheidsgedrag (bv. beweging/gezond eten) om ziekte te voorkomen.
Medische psychologie: focust op patiënten in een medische situatie en hun psychologische
problemen (deze patiënten hoeven niet altijd ziek te zijn). Deze psychologen werken in
ziekenhuizen/revalidatiecentra (voorbeelden van problematiek: angst voor naalden, angstig
voor hartaanvallen, depressie tijdens of na chemo en tinnitus). Er zijn verschillende patiënten
waarmee je te maken krijgt in een medische setting, namelijk:
o Volwassen met eer chronische ziekte (bv. longziekte, hartziekte, kanker en diabetes).
o Patiënten met somatische klachten, die het functioneren beïnvloeden waarbij geen
duidelijke medische oorzaak gevonden is (bv. functionele hoofdpijn of buikpijn).
o Volwassenen met hersenschade, die neuropsychologische beoordeling of behandeling
nodig hebben (bv. beroerte, dementie, epilepsie en hersentumoren).
o Kinderen tot 18 jaar met verschillende ziekte en symptomen, deze kinderen kunnen
onderverdeeld worden in 4 categorieën: kinderen met psychosomatische
aandoeningen (bv. hoofdpijn/slaapproblemen), kinderen met chronische medische
ziekten (bv. diabetes), kinderen met vermoedelijke ontwikkelingsstoornissen en
kinderen met verworven hersenschade.
o Volwassen psychiatrische patiënten met primaire psychiatrische aandoeningen (bv.
angststoornissen, paniekstoornissen, depressie of PTSS).
Taken van een psycholoog in een medische setting:
o Directe interactie met de patiënt: beoordeling van de patiënt en zijn klachten aan de
hand van interviews, observaties en testen en psychologische behandeling (vaak een
korte interventie).
o Indirecte patiënt gerelateerde taken: teamwerk, team coaching, overleg met andere
professionals.
o Lid zijn van een medewerkers commissie (bv. ethische commissie).
o Management taken.
o Trainen van master studenter en post-doctorale studenten (stage).
o Soms onderzoek in academische ziekenhuizen.
Herkenning van symptomen
Individuele verschillen:
o Hypochonders: geloven dat normale lichamelijke symptomen indicatoren zijn voor
ziekte.
o Neurotische: overdrijven hun symptomen of zijn meer alert op echte symptomen.
Aandacht verschillen: mensen die op zichzelf gericht zijn merken sneller symptomen op,
terwijl mensen met meer afleiding en die minder goed voor zichzelf zorgen minder
symptomen ervaren.
Situationele factoren: in saaie situaties zijn mensen alerter op symptomen, en medische
studenten denken vaak de ziekte te hebben waarover ze aan het studeren zijn.
Stress: stress-gerelateerde fysiologische veranderingen (bv. hartkloppingen) worden
geïnterpreteerd als ziektesymptomen.
2
, Stemming en emotie: beïnvloed percepties van symptomen en waargenomen kwetsbaarheid
voor ziekte.
Interpretatie van symptomen wordt beïnvloed door:
Eerder ervaringen: veelvoorkomende aandoeningen worden als minder ernstig beschouwd
dan zeldzame aandoeningen.
Verwachtingen: onverwachte symptomen worden genegeerd en verwachte symptomen
worden versterkt.
Ernst van de symptomen: behandeling wordt alleen gezocht wanneer de symptomen een
belangrijk orgaan aantasten en/of de mobiliteit beperken.
Common sense model van ziekte:
Mensen hebben een beeld van een bepaalde ziekte (bijvoorbeeld over wat zijn de oorzaken,
wat zijn de symptomen en implicaties voor de kwaliteit van leven, hoelang duurt de ziekte en
is er genezing mogelijk).
Modellen van ziekte
Acute ziekte: vermoedelijk veroorzaakt door virale of bacteriële infecties. Is kort van duur,
zonder gevolgen op lange termijn.
Chronische ziekte: vermoedelijk veroorzaakt door meerdere factoren. Langdurig, met
ernstige gevolgen.
Cyclische ziekte: afwisselende perioden van geen of juist veel symptomen.
Vragen voor hulp
Totale patiëntvertraging (Andersen model)
Beoordelingsvertraging: de tijd die een persoon nodig heeft om een symptoom als een teken
van ziekte evalueren.
Ziektevertraging: de tijd die nodig is vanaf het eerste tekenen van ziekte tot de beslissing om
professionele medische hulp te zoeken.
Gedragsvertraging: de tijd tussen het merken dat een ziekte behandeling nodig heeft en het
daadwerkelijk in actie komen (bv. afspraak maken bij de dokter).
Planningsvertraging: de tijd tussen het besluit om hulp te zoeken en de daadwerkelijke
afspraak.
Behandelingsvertraging: de tijd tussen de eerste afspraak en de start van de behandeling.
Oorzaken van vertraging
Vertraging komt vaak voor bij mensen zonder regelmatig contact met een arts of die fobisch
zijn over medische diensten.
Symptomen die het zoeken naar behandeling vertragen zijn eerdere ervaringen (bv. de vorige
twee keer was het knobbeltje in de borst niets, dus dan zal dat nu ook wel zo zijn) en als de
symptomen geen pijn doen of snel veranderen.
Symptomen die typerend zijn voor een aandoening hebben en grotere kans om behandeld te
worden.
Vertraging bij het nemen van de aanbevolen behandeling kan veroorzaakt worden doordat de
patiënt geen urgentie meer voelt over de aandoening, de behandelaar voor vertraging zorgt
of er medische vertraging is doordat de patiënt afwijkt van het gemiddelde profiel.
Gezondheidszorg modellen
3
, Traditionele zorg Gedeelde zorg
Arts-patiënt relatie Arts is de deskundige (top- Gedeelde expertise, patiënt is
down) actief, arts is expert
Verantwoordelijkheid Arts Arts en patiënt
Doel van de zorg Naleving (niet-naleving is te Patiënt bepaalt het einddoel
wijten aan de patiënt zelf)
Oplossing voor medische Arts Arts leert de patiënt hoe hij
problemen problemen moet oplossen
Inhoud van informatie Over de ziekte en technieken Over probleemoplossing
Decision making
Bij shared-decision making kijken de arts en de patiënt samen
naar de beste oplossing.
Relatie tussen gedrag, ziekte en uitkomst
Gedrag kan het risico op een bepaalde ziekte verhogen, dit
beïnvloed hoe je ermee omgaat en wat de uitkomst is.
Gedrag ziekte ziekte gedrag uitkomst
Verloop van ziekte
Acute fase: diagnose en behandeling, focus op beter worden,
medicatie, opereren en levensstijlveranderingen. Men kan het gevoel hebben de controle te
verliezen en een gevoel van hulpeloosheid en onzekerheid ontwikkelen.
Chronische fase: focus op nazorg, aanpassingen en onderhoud. Er is compliance en
adherence.
Palliatieve en terminale fase: focus op symptoomverlichting en het behouden van een
optimale levenskwaliteit. Deze fase wordt ook gekenmerkt door rouw.
Hoorcollege 2: HIV & AIDS
Competenties voor psychologen in de geneeskundige instellingen
Beoordeling (assessment): psychologische metingen specifiek voor medische aandoeningen.
Belangenbehartiging: effectief opkomen voor patiënte behoeften en psychologische
diensten.
Onderwijs: trainen van medische professionals in het begrijpen van patiënten.
Professionaliteit: permanente educatie om kennis en vaardigheden met betrekking tot
medische instellingen te vergroten
Assessment: aanbevolen inhoud van een interview
Houding ten opzichte van psychologische verwijzing en medische toestand.
Details van het probleem en informatie over wat de symptomen erger of beter maakt.
Mate van beperking in het dagelijks leven (sociaal, beroepsmatig, vrije tijd en familiaal).
Perceptie van de ziekte over herkomst, oorzaak, verloop van symptomen, behandeling, enz.
Systeem voor sociale ondersteuning.
Vaak voorkomende problemen bij doorverwijzing
Een psycholoog kan helpen met: verbeteren van therapietrouwheid (compliance),
maximaliseren van de medische behandeluitkomst, verminderen van stress/invloed op het
dagelijks leven, beter met de pijn leren omgaan, verminderen van de afhankelijkheid van
medicijnen en achterhalen of bepaalde factoren de conditie verergeren.
Een dokter en psycholoog moeten dit erg duidelijk maken aan de patiënt om boosheid en
defensiviteit te voorkomen.
Praktische problemen van professionals
4