Ontwikkelingspsychologie: de wetenschappelijke studie naar groei, verandering en stabiliteit vanaf
de geboorte tot ouderdom.
Daarbinnen zijn 3 thematische gebieden:
1. Fysieke ontwikkeling
Invloed van het lichaam (spieren, hersenen, behoefte eten/drinken) op ons gedrag
2. Cognitieve ontwikkeling
Groei/verandering in intellectuele vermogen
3. Sociale en persoonlijkheidsontwikkeling
Relaties, interacties, eigenschappen
Continue verandering: de grafiek tussen leeftijd en vaardigheid gaat in een vloeiende lijn omhoog
Discontinue verandering: de grafiek gaat met stapjes omhoog
Kritieke periode: specifieke tijd in de ontwikkeling waarin een bepaalde gebeurtenis grote gevolgen
heeft. Hier is sprake van wanneer de aanwezigheid van een bepaalde omgevingsstimuli noodzakelijk
is voor normale ontwikkeling (zoals liefde van ouders bij de eerste jaren van een kind).
Gevoelige perioden: organismen zijn extra ontvankelijk voor bepaalden soorten stimuli in hun
omgeving (zoals liefde).
VERSCHIL: Bij kritieke periode permanente en onomkeerbare gevolgen als het individu de
noodzakelijke stimuli mist. Bij gevoelige periode consequenties hoeven niet altijd permanent
onomkeerbaar te zijn, en de stimuli is dus niet noodzakelijk.
Bedreigingen bij begin van het leven
Teratogeen effect: omgevingsfactor (alcohol, drugs, roken, cafeïne, voeding, gezondheid moeder,
medicijnen) die leidt tot een geboorteafwijking. Vooral in het begin van de zwangerschap schadelijk
voor de ontwikkeling van het zenuwstelsel.
Voedingsstoffen: moeder die gevarieerd eet en de juiste voedingsstoffen binnenkrijgt, zal
waarschijnlijk minder complicaties hebben en een goede bevalling
Leeftijd moeder: vrouwen boven de 30 hebben bij zwangerschap hoger risico op complicaties
vroeggeboorte, ondergewicht kind. Dit komt omdat de conditie van eicellen afneemt.
Prenatale begeleiding: Echo’s/kraamzorg. Als er armoede is (tienermoeder), is hier geen geld voor,
wat leidt tot een hoog sterftecijfer.
Drugs en medicijn gebruik
- Anticonceptie tijdens zwangerschap = schadelijk voor de groei door hormonen
- Drugs remt zuurstoftoevoer
- Cocaïnegebruik crackbaby’s (verslaafd geboren)
Een optimale prenatale omgeving
- Geen blootstelling aan röntgenstraling (alleen in uiterste gevallen)
- Goed voedingspatroon (regelmatig en gevarieerd)
- Geen alcohol en verslavende middelen
- Wees matig met cafeïne
, De geboorte en het pasgeboren kind
Premature baby: komt bij minder dan 38 weken conceptie ter wereld. Kan door teratogene effecten,
maar ook zonder duidelijke aanwijzing.
Cognitieve (leer)problemen. Bepaalde hersendelen zijn minder ontwikkeld. Denk hierbij aan
leerproblemen, ADHD, concentratie, inzicht, gedragsproblemen, snel boos worden,
taalproblemen.
Postmature baby: 2 weken over de uitgerekende datum nog niet geboren. Dit kan schadelijk zijn
placenta werkt minder, baby wordt te groot
Ondergewicht: baby weegt minder dan 2500 gram
Wat als er een depressie optreedt tijdens de zwangerschap? Wel of geen medicatie?
Voordelen: minder stress voor het ongeboren kind, ritme in de dag, zelfzorg voor de moeder (en dus
ook voor het kind), zelfverwonding voorkomen
Nadelen: teratogene effecten ongeboren kind
Lichte depressie zo ver mogelijk oplossen met cognitieve therapie. Ook bestaan er benzo’s speciaal
voor zwangerschap. Ernstige depressies altijd behandelen met medicijnen.
Postnatale depressie / postportrum
Depressie na de geboorte, komt voor bij ongeveer 10% van de gevallen. Oorzaken:
- Vrouwen die vroeger depressief waren
- Zorg voor het kind valt volledig weg, geen hechting
- Bij wie het in de familie zit (is erfelijk)
- Niet voorbereid op wat er allemaal over je heen komt
- Schommelingen hormoonproductie na de geboorte
Wat een pasgeboren baby allemaal kan:
- Fysieke vaardigheden
Aangeboren reflexen: fundamentele reflexen. Hiermee zijn baby’s geboren en kunnen ze
zichzelf redden/beschermen tot de verzorger er is. Bijvoorbeeld zoekreflex, stapreflex,
zwemreflex, zuigreflex
- Zintuigen (zien, geluid, aanrakingen)
- Leervermogen
Klassieke conditionering: aangeleerde respons op neutrale stimulus. Rattenangst bij klein
kindje: elke keer als hij een rat ziet klinkt er een heel hard geluid. Zo werd hij bang voor
ratten.
Operante conditionering: vrijwillige respons wordt versterkt of verzwakt, afhankelijk van de
positieve of negatieve consequenties. Baby’s leren doelbewust in te spelen op hun omgeving
om iets voor elkaar te krijgen. Huilen op een bepaalde manier, zodat hij meteen wordt
opgepakt.
- Gewenning (habituatie): afname in reactie na herhaaldelijk de stimulus te horen. Nieuwe
stimulus bij baby baby wordt stil, kijkt aandachtig, trage hartslag. Vaker deze zelfde
stimulus baby is niet meer onder de indruk.
Grove motoriek: rechtop zitten, lopen
Fijne motoriek: coördinerend grijpvermogen. Eerst grote dingen met de hele hand, daarna met alleen
duim en wijsvinger een knikker oppakken.