HOORCOLLEGES
GEZONDHEIDSRECHT
Volledig gedicteerd.
1
LexRosa 2023 - Verspreiden niet toegestaan.
,Inhoudsopgave
Hoorcollege I. Inleiding in het Nederlandse zorgstelsel ....................................... 3
Hoorcollege II. Duurzame inzetbaarheid/preventie (werkgever-werknemer) ...... 8
Hoorcollege III. Wkkgz, gevolgen voor de zorgpraktijk .................................... 17
Hoorcollege IV. Dilemma’s in de dagelijkse praktijk van een verzekeringsarts
en een bedrijfsarts ................................................................................................ 38
Hoorcollege V. Beroepenregulering in de gezondheidszorg en de medische
geheimhoudingsplicht ......................................................................................... 48
Hoorcollege VI. Tuchtrecht in de gezondheidszorg ........................................... 66
Hoorcollege VII. Jurisprudentiebespreking ........................................................ 75
2
LexRosa 2023 - Verspreiden niet toegestaan.
, Hoorcollege 1: Inleiding in het Nederlandse
zorgstelsel
Er zijn veel mensen die zijn betrokken. Patiënten, in moderne wetgeving wordt gesproken van cliënten
(Wkkgz). Tevens heb je zorg-, hulpverleners en toezichthouders. Zorgaanbieders zijn er,
huisartsen(praktijken), ziekenhuizen, verpleeghuizen, revalidatie-instellingen, ggz-instellingen,
fysiotherapiepraktijken et cetera. Bovendien hebben we zorgverzekeraars en (overheids)instanties.
Voorts zijn er beroepsgroepen en belangenorganisaties. Er worden verscheidene afkortingen benut. Er
zijn veel ontwikkelingen in het gezondheidsrecht. Medisch, maar ook medisch-technologisch. De
werkwijze is in de loop der jaren veranderd. Er vindt steeds meer specialisatie plaats. Er moet veel
meer in teams worden samengewerkt. Binnen en buiten het ziekenhuis. Al dit soort ontwikkelingen
zijn denkbaar. Dit roept vragen op over aansprakelijkheid en privacy. Bovendien is er vergrijzing en
een grotere mondigheid van patiënten.
Schaarste aan zorgpersoneel is een actueel
thema. Kortom, er zijn een aantal
beleidsvragen die thans spelen.
Het macrosysteem van het zorgstelsel. Eén
van de bepalingen uit de Grondwet voor de
gezondheidszorg is art. 22 GW: “De
overheid treft maatregelen ter bevordering van
de volksgezondheid.” De overheid dient
maatregelen te treffen ter bevordering van
de volksgezondheid. Dat systeem was tot
2006 ‘aanbod-gestuurd’. Men kende in dat verband de Ziekenfondswet en de AWBZ. Als je daar niet
onder viel, dan kon je je particulier verzekeren. Daarnaast was er nog een ambtenarenverzekering. Het
was een vastgeroest systeem en onoverzichtelijk. De zorg moest doelmatiger worden en betaalbaar
blijven. Daarvoor is de Zorgverzekeringswet (Zvw) gekomen. De patiënt/cliënt dient zich verplicht te
verzekeren. De zorgverzekeraar koopt de zorg in bij de zorgaanbieders. Zo krijg je een systeem van
markten. Wat was de idee? Solidariteit. Hierbij dacht men dat de kosten zouden slinken. De overheid
zet een systeem op van sturing en toezicht. Er komt een AFM en ACM bijvoorbeeld als
toezichthouder. Verder zijn er nog andere adviesorganen, zoals de Gezondheidsraad en het RIVM. Er
zijn ook diverse kennisorganisaties. Men dacht met dit stelsel een grote stap te hebben gezet op het
gebied van kosten en kwaliteit. Echter, de vraag rijst of de gezondheidszorg een markt kan zijn. We
hebben de Wmg die de regels biedt voor het inkopen van zorg. Er is een verplichte basisverzekering
voor eenieder volgens de Zvw. Naast een nieuwe Zvw, was er ook nieuwe wetgeving nodig voor goed
bestuur: de Wtoi. Zo dacht men een goed functionerend systeem te hebben. De concurrentie wil
evenwel nog niet vlotten op de zorgmarkt. In de nota van de regering wordt genoemd dat de patiënt
nóg meer centraal moet worden gesteld. We krijgen steeds meer medicalisering. Men wilde meer
zelfredzaamheid van de burger. Er vindt een overheveling plaats van zorg naar de gemeenten. De Kwz
werd opgevolgd door de Wkkgz. We zagen dus een decentralisatie. Taken, zoals de jeugdzorg,
kwamen bij de gemeente te liggen.
3
LexRosa 2023 - Verspreiden niet toegestaan.
, We hebben dus in 2006 het nieuwe zorgstelsel. Daarna nog een kleine stelselwijziging in 2015, maar
wel ingrijpend, door delegatie naar gemeenten. Zelfredzaamheid van de burger staat daarbij centraal.
Als we de wetten op een rij zetten, dan zijn er vijf stelselwetten:
i. Zorgverzekeringswet (Zvw);
ii. Wet langdurige zorg (Wlz);
iii. Wet maatschappelijke ondersteuning (WMO):
iv. Jeugdwet;
v. Wet publieke gezondheid (Wpg).
Wet publieke gezondheid (Wpg): de Wpg heeft betrekking op gezondheidsbescherming en
gezondheidsbevordering. De wet wordt gefinancierd door gemeenten: Gemeentefonds en
Rijksubsidies. De adressant van deze wet zijn de gemeenten (colleges van B en W). De wet wordt
uitgevoerd door GGD’en. Taak van de GGD’en is publieke gezondheidszorg. Dat is zorg waarbij er
geen individuele hulpvraag is. Die zorg wordt door de overheid aangeboden, vb. het aanbieden van
vaccinaties. Toezicht en handhaving ligt in handen van de IGJ en NVWA. (Let wel, de afkorting IGZ
in de literatuur is een verouderde term voor het IGJ.)
Wpg (in het kort)
- Financiering: Rijksbijdrage Gemeentefonds en Rijkssubsidies
- Adressant: gemeenten (college B&W)
- Uitvoering: GGD via GMR (per veiligheidsregio)
- Taken: publieke gezondheidszorg, bestrijding infectieziekten, bevolkingsonderzoek,
gezondheidsbevordering en preventieve jeugdgezondheidszorg
- Toezicht en handhaving: IGJ en NVWA
Zorgverzekeringswet (Zvw): financiering door burger, werkgever, het Rijk en het Zorginstituut. De
financiering verloopt via de premies en inkomensafhankelijke bijdrage. Het Zorginstituut hevelt
gelden over, vereveningssysteem. Het Zorginstituut houdt ook toezicht op de kwaliteit in de zorg. De
wet richt zich op verzekerden (verzekeringsplichtigen) en de zorgverzekeraar heeft een
acceptatieplicht. Op welke zorg heb je recht? Zorgverzekeraars hebben een zorgplicht. De verzekeraar
dient voldoende zorg in te kopen. Toezicht en handhaving verloopt via de NZa en het CAK.
4
LexRosa 2023 - Verspreiden niet toegestaan.