100% tevredenheidsgarantie Direct beschikbaar na betaling Zowel online als in PDF Je zit nergens aan vast
logo-home
Dé MAW samenvatting €7,59   In winkelwagen

Samenvatting

Dé MAW samenvatting

 1 keer bekeken  0 keer verkocht

In deze samenvatting is de volledige lesstof van MAW gebundeld in een aantal pagina's. Alles is duidelijk beschreven zonder teveel gedoe er om heen! In plaats van boeken door te spitten en je energie te verdoen aan on-relevante informatie kun je ook deze samenvatting aanschaffen!

Voorbeeld 4 van de 50  pagina's

  • 10 april 2023
  • 50
  • 2022/2023
  • Samenvatting
Alle documenten voor dit vak (658)
avatar-seller
AmberJanssenlln
Domein A Onderzoeksvaardigheden
Empirisch onderzoek: Elk wetenschappelijke onderzoeksactiviteit die directe eigen waarnemingen,
zoals kennis en zintuigen, gebruikt. Dit kan zowel kwantitatief- als kwalitatief onderzoek zijn.
Beschrijvend onderzoek
- Je probeert een bepaald verschijnsel zo compleet mogelijk in kaart te brengen
- Vooraf heb je geen hypothese of theorie voor handen
Verklarend onderzoek
- Je gaat na of een hypothese die is afgeleid uit een bepaalde theorie klopt dan wel juist is

Kwantitatief onderzoek Verzamelde data in de vorm van cijfers die gecategoriseerd kunnen worden.
Je probeert dus feiten te verzamelen. Meestal gebeurt dit d.m.v. enquêtes of experimenten,
onderzoekers hebben hypotheses, (on)afhankelijke variabelen en zijn opgesteld om data te analyseren.

Kwalitatief onderzoek Beschrijvend onderzoek wat zich richt op interpretaties, ervaringen en
betekenis(geving). Het heeft geen hypothese en is exploratief van aard. Het wordt uitgedrukt in
woorden en is gebaseerd op subjectieve ervaringen van participanten.
→ intersubjectiviteit: onderzoeker staat open voor meerdere interpretaties en perspectieven.
Omdat je de omstandigheden bij kwalitatief onderzoek niet kunt beïnvloeden en/of uitsluiten, wordt
aangeraden hier duidelijke context over te geven/beschrijven. Zo kunnen de resultaten juist worden
geïnterpreteerd, Ook moet de onderzoeker reflecteren op eigen positie en relatie en zijn invloed op de
antwoorden/respondenten om de betrouwbaarheid te verhogen.

1. Soorten onderzoeksmethoden
Voordelen Nadelen

Enquête N -Anonimiteit → eerlijkheid -Een respondent kan geen contact
Vragenlijsten afnemen bij een -Goedkoop opnemen met de onderzoeker
grote groep mensen. -Je kunt veel vragen stellen indien onduidelijkheden
-Je kunt het onder veel mensen -Antwoorden kunnen onzin zijn
afnemen -Je kunt de redenering niet
achterhalen

Interview L -Je kunt diep ingaan op het -Er kan door de interviewer sprake
Langdurig, open vraaggesprek onderwerp met de participant. zijn van bias
om inzicht te krijgen in -Je kunt ingaan op de -Geen anonimiteit resulteert in
ervaringen, gevoelens en participant zijn redenering sociaal wenselijke en niet eerlijke
perspectieven van de antwoorden
respondent. -Duurt lang, kost veel

Observatie L -Je kunt zelf middenin het -Je weet niet wat mensen denken
Je bekijkt hoe mensen zich gedrag staan op de eerlijkste en waarom ze hun gedrag vertonen
gedragen in sociale situaties en antwoorden te verkrijgen
legt hun gedrag vast

Experiment N -Je kunt onderzoeken of de -Het ‘laboratorium effect’
Je verdeelt twee groepen interventie écht werkt
proefpersonen waarbij je groep
1 geen stimulus geeft (controle
groep) en groep 2 wel.

,Variabelen een symbool van een gebeurtenis, handleiding, karakteristiek kenmerk of eigenschap van
een persoon of samenleving die gemeten kan worden. Bv leeftijd, gewicht, geslacht, inkomen,
schoolresultaten etc. Zonder richting of beschrijving.

Afhankelijke variabelen - gevolg: De variabele waar je onderzoek naar doet.
Onafhankelijke variabelen - oorzaak: De variabele waarvan je denkt dat ze een effect hebben.
Om ze te herkennen kun je jezelf deze vraag stellen; waar hebben de onderzoekers onderzoek naar
gedaan (afhankelijk) en waarvan hebben de onderzoekers gedacht dat het een effect had
(onafhankelijk)

2. Conceptuele modellen een schematische weergave van de hypothese die je gaat toetsen

+ of -
Onafhankelijke Afhankelijke
variabele - oorzaak variabele - gevolg


+ -
Als je onafhankelijke variabele stijgt, stijgt je Als je onafhankelijke variabele stijgt, daalt je
afhankelijke variabele ook. afhankelijke variabele.

Als je onafhankelijke variabele daalt, daalt je Als je onafhankelijke variabele daalt, stijgt je
afhankelijke variabele ook. afhankelijke variabele ook.

+ Inkomen - Links
Leeftijd Inkomen
stemmen
Hoe ouder je wordt, hoe hoger je inkomen
wordt. Hoe hoger je inkomen, hoe kleiner de kans is dat
je links stemt.


Tri-variabele modellen


Onafhankelijke + Interveniërende-/ + Afhankelijke
variabele - X verklarende variabele - Y
variabele - Z
Opleiding Niet/wel
Politieke interesse stemmen

Volledige Intermediatie

Gedeeltelijke Intermediatie

Onafhankelijke - Afhankelijke
variabele - X variabele - Y

Opleiding PVV stemmen

-
+
Interveniërende-

, verklarende
variabele - Z

Politiek
3. Hypothesen wantrouwen
Een toetsbare veronderstelling van de werkelijkheid, wordt vooral gebruikt bij kwantitatief onderzoek.
Eerst komt de onafhankelijke en daarna de afhankelijke variabele.
1) Als oorzaak-gevolg
-D.m.v. een als-dan constructie
-Als studenten alle lessen bijwonen, halen ze hoge cijfers.
2) Als samenhang/effect
-De samenhang of relatie tussen variabelen
-Het bijwonen van alle lessen door studenten heeft een positief effect op de hoogte van het
cijfer.
3) Verschillen tussen groepen
-Focust op de verschillen tussen groepen
-Studenten die alle lessen bijwonen, hebben hogere cijfers dan studenten die niet alle lessen
bijwonen.

Ook bevat het een … gedeelte:
- ‘hoe meer/minder’- en, een
- ‘des te meer/minder’-gedeelte
- ‘als’ - en een ‘dan’-gedeelte.
- ‘hoe groter/kleiner’,
- ‘indien’/dan, of
- ‘naarmate’/dan.

4. Operationaliseren
Het meetbaar maken van variabelen.
Concept
Bij het meten van abstracte variabele moet je een tussenstap nemen, dit doe je
d.m.v. indicatoren (per categorie).
= Abstract
-Eerst bepaal je de dimensie - het aspect waaruit het concept is opgebouwd -
dmv een indicator
-Daarna bepaal je een enquêtevraag
Dimensie
In kwantitatief onderzoek kun je dit doen door bv een schaal van 1 tot 10. Bij
kwalitatief onderzoek maak je gebruik van open vragen waarop doorgevraagd
kan worden.
Variabele
Bij abstracte variabelen, zoals leeftijd is dit makkelijk zo kun je vragen naar = Concreet
leeftijd.
Bij niet-abstracte variabelen moet je dus eerst de dimensie bepalen (=conceptualiseren) en daarna
operationaliseren


Voorbeeld


Kwantitatief Kwalitatief

Variabele Autonomie op de werkvloer Autonomie op de werkvloer

Indicatoren De werkgever geeft keuzes aan De werkgever geeft keuzes aan
werknemers om eigen keuzes te maken werknemers om eigen keuzes te maken

, qua werkzaamheden. qua werkzaamheden.

Enquêtevraag Bij bedrijf X kan ik zelf mijn Welke werkzaamheden verricht je in
werkzaamheden kiezen die ik uitvoer. opdracht van je werknemer? Welk van
Geef aan hoeverre je het eens bent met deze werkzaamheden heb je zelf
de stelling op een schaal van 1-10. gekozen?



5. Onderzoeksvraag maken
In onderzoeksvragen worden twee of meer variabelen beschreven met een correlatie of causaliteit.
Een onderzoeksvraag moet de volgende kenmerken bevatten:
1) De onderzoeksvraag staat in een vraagvorm
2) Benoem de variabelen die je wilt onderzoeken, je begint met de onafhankelijke variabele en
daarna de afhankelijke variabele.
3) Maak één korte en duidelijke zin/vraag
4) Wees specifiek, baken je onderzoeksvraag helder af denk aan demografie en geografie.
(Tip: begin bij kwantitatief onderzoek met ‘In hoeverre’, ‘Hoe’ of ‘Op welke manier’)

Het is niet mogelijk om iedereen over wie je een uitspraak wilt doen (=populatie) deel te laten nemen
in je onderzoek. Daarom moet je gebruik maken van een steekproef: een bepaalde selectie van de
populatie waar je onderzoek naar doet. Het moet een goede afspiegeling zijn van je populatie.
Je moet wel zorgen dat je steekproef representatief (=de mate waarin een meting onafhankelijk van
toeval en vrij van willekeurige meetfouten) en voldoende groot is, anders kun je geen geldige
conclusies trekken. Dit kun je bijvoorbeeld doen d.m.v. een loting.

6. Correlatie, causaliteit en significantie
Correlatie is de statistische samenhang tussen twee variabelen
Dit wordt uitgedrukt dmv de correlatiecoëfficiënt; een getal tussen de -1 en +1.
0 = geen lineaire samenhang 0.0 - 0.29 Geen/zwakke correlatie
+1 = een perfecte positieve lineaire samenhang 0.3 - 0.69 Matige/redelijke correlatie
-1 = een perfecte negatieve lineaire samenhang >0.70 Sterke correlatie
Schijncorrelatie: Bij een schijncorrelatie lijkt het of er een correlatie is tussen twee variabelen,
maar er is een derde variabelen die invloed heeft op de andere twee variabelen. Bv ‘Aanwezigheid
van ooievaars’ → + ‘Aantal kinderen geboren’, hierbij wordt de variabele ‘Aanwezigheid van
gelovigen’ vergeten.
Interveniërende of verstorende variabele: Dit is een variabele die de samenhang (causaliteit) tussen
de onafhankelijke en afhankelijke variabele veroorzaakt. Dit is dus variabele C ‘Aanwezigheid van
gelovigen’ die de schijncorrelatie veroorzaakt.

Causaliteit Is een oorzakelijk verband waarbij je weet welke variabele de oorzaak is en welke het
gevolg.
Eisen:
1. De onafhankelijke en afhankelijke variabele correleren
2. De onafhankelijke variabele in tijd vooraf gaat aan de afhankelijke variabele.
3. Gecontroleerd is op verstorende (interveniërende) variabelen
Elk causaal verband is een correlatie, maar niet elke correlatie is causaal.

Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!

Snel en makkelijk kopen

Snel en makkelijk kopen

Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.

Focus op de essentie

Focus op de essentie

Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!

Veelgestelde vragen

Wat krijg ik als ik dit document koop?

Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.

Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?

Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.

Van wie koop ik deze samenvatting?

Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper AmberJanssenlln. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.

Zit ik meteen vast aan een abonnement?

Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €7,59. Je zit daarna nergens aan vast.

Is Stuvia te vertrouwen?

4,6 sterren op Google & Trustpilot (+1000 reviews)

Afgelopen 30 dagen zijn er 80562 samenvattingen verkocht

Opgericht in 2010, al 14 jaar dé plek om samenvattingen te kopen

Start met verkopen
€7,59
  • (0)
  Kopen