Doorewaard: Kwalitatief Praktijkgericht onderzoek
Inleiding
Je begint met het vaststellen van je kernbegrip (belangrijk begrip van je onderzoek) en formuleert je
onderzoeksvraag. Je hebt verschillende soorten onderzoeksvragen:
- Beschrijvend voorbeeld: Hoe betrokken zijn medewerkers bij organisatie X
- Verklarend voorbeeld:
o Welke factoren beïnvloeden betrokkenheid van medewerkers in organisatie X?
o Wat is de invloed van factor X op betrokkenheid van medewerkers in organisatie X?
Vervolgens moet je vaststellen wat je kernbegrip inhoudt. Dit doe je door in de literatuur te kijken
wat er al te vinden is aan informatie.
Voor een verklarend onderzoek kan je een lijst aan factoren aanleveren als antwoord op de vraag. Dit
geeft een compleet overzicht, maar wel een oppervlakkig beeld. Je kan je ook focussen op enkele
factoren en hiermee de diepgang ingaan.
Je kan wanneer je de onderzoeksvraag hebt geformuleerd een conceptueel model tekenen, waarin
de kernbegrippen worden weergegeven en de relatie tussen deze kernbegrippen middels een pijl (X
Y). Dit model wordt afgeleid (gededuceerd) uit bestaande theoretische inzichten, en daarom vaak
gebruikt in deductief onderzoek
Kwalitatief Inductief Onderzoek (zonder conceptueel model)
In inductief onderzoek start je onderzoek niet vanuit een theoretische analyse, maar vanuit de
werkelijkheid, de empirie. Zonder veel theoretische voorstudie begin je de concrete werkelijkheid te
bestuderen en stap voor stap deze wetmatigheden op te schrijven in de vorm van een theoretische
redenering.
De oorsprong ligt in de Grounded Theory Approach en is dus nuttig wanneer we nog niet veel weten
over het onderwerp dat bestudeerd wordt. Bij inductief onderzoek zit de meeste tijd dus in de fase na
het verzamelen van de gegevens.
Kwalitatief Deductief Onderzoek (met conceptueel model)
In deductief onderzoek wordt gebruik gemaakt van een conceptueel model en is het onderzoek dus
gebaseerd op diepgaande theoretische voorstudie. De theorieën geven inzichten in allerlei
kernbegrippen/definities en helpen je om verschillende dimensies van elk kernbegrip te
onderscheiden. Hierdoor kan je je globale conceptueel model verder uitwerken en bepalen wat je
gaat onderzoeken. Je kan ook je veronderstellingen/verwachtingen uit de theorie afleiden. Hierna kijk
je via empirisch onderzoek of deze veronderstellingen in de werkelijkheid ondersteund worden.
Verschil inductief en deductief
- Bij deductief onderzoek wordt er veel tijd van tevoren gestopt in het bestuderen van de
literatuur en daarna wordt naar de empirie gekeken om na te gaan of men in de werkelijkheid
de aan de theorie ontleende veronderstellingen herkent. De methoden en technieken van
gegevensverzameling en -analyse van inductief onderzoek verschillen dus van die van
deductief onderzoek.
, - Deductief onderzoek lijkt op kwantitatief onderzoek, omdat je in beide gevallen een
conceptueel model gebruikt. Echter, in kwantitatief onderzoek worden alle verzamelde
onderzoeksgegevens uitgedrukt in cijfers. Mbv statistische analyses worden vervolgens
theoretische inzichten/veronderstellingen (hypotheses) ontwikkeld en getoetst. Hierbij
worden dus nauwkeurige, cijfermatige uitspraken gedaan over het onderwerp. Bij kwalitatief
onderzoek is dit niet zo.
o Kwantitatief onderzoek is wel altijd deductief, kwalitatief onderzoek kan zowel
inductief als deductief zijn. Kwantitatief zonder conceptueel model bestaat namelijk
niet
Wanneer kies je kwantitatief onderzoek en wanneer deductief kwalitatief onderzoek?
Als je bent geïnteresseerd in verdere verkenning van complexiteit van je onderzoeksonderwerp,
waarin veel verschillende factoren met elkaar samenhangen, kies je voor kwalitatief onderzoek.
Kwalitatief onderzoek stelt je namelijk in staat om meer diepgaand inzicht te krijgen in ingewikkelde
situaties. Het nadeel is echter dat de methoden hiervan je nooit in staat stellen om te toetsen of
bepaalde verwachtingen ‘bewezen’ worden. Bewijs leveren is dan ook niet altijd nodig in
praktijkgericht wetenschappelijk onderzoek. Als betrokkenen liever dieper inzicht willen krijgen dan
bewijzen hebben van een hypothese, kies je kwalitatief onderzoek.
Als het doel van het onderzoek is om over een klein, specifiek onderwerp precieze uitspraken te
doen, kan je beter voor kwantitatief onderzoek kiezen. Dit type onderzoek stelt je bv in staat om op
de komma nauwkeurig een rangorde tussen bepaalde factoren te bepalen. Er worden dan dus over
een beperkt aantal onderzoeksonderwerpen, maar een groot aantal onderzoekseenheden gegevens
verzameld. Als je dus met stelligheid iets wilt weten, moet je kwantitatief onderzoek doen. Een
nadeel hiervan is wel dat je het onderzoek moet beperken tot enkele gegevens die je met elkaar wilt
brengen, anders wordt het onderzoek te ingewikkeld en al snel niet betrouwbaar.
Het is ook mogelijk om kwalitatief en kwantitatief te combineren, maar je hebt dan wel te maken met
twee verschillende onderzoeken met verschillende methoden en technieken van
gegevensverzameling en -analyse.
Praktijkgericht onderzoek
Bij praktijkgericht en theoriegericht onderzoek wordt allebei wetenschappelijke literatuur bestudeerd
en gegevens gehaald uit de empirie. Het verschil tussen deze twee type onderzoeken zit hem in de
aard van de bijdrage die het onderzoek levert. Theoriegericht onderzoek is wetenschappelijk
onderzoek dat een bijdrage levert aan het oplossen van een lacune in de theorie op een bepaald
terrein. Praktijkgericht onderzoek is ook wetenschappelijk onderzoek, maar beoogt een bijdrage te
leveren aan de oplossing van een probleem in de praktijk. Veel hbo-onderzoek is bv praktijkgericht,
met een opdrachtgever. Het begint vaak met een organisatie waar het niet goed gaat en waar iets
moet veranderen/verbeteren. Er worden in het onderzoek dan concrete adviezen en
ondersteuningsactiviteiten geleverd, die gebaseerd zijn op de conclusies van een wetenschappelijk
onderzoek.
Iteratief proces
Er zijn 10 fasen die je als onderzoeker doorloopt, maar deze doorloop je niet lineair. Onderzoek doen
is namelijk een iteratief proces. Dit betekent dat het in een latere fase altijd kan zijn dat je iets
besluit, waardoor je onderdelen uit voorafgaande fases moet aanpassen.
, Rapportage
Uiteindelijk maak je een verslag van alles wat je hebt gedaan vanaf voorbereiding tot en met
uitvoering van je onderzoek. Aan het schrijven van een verslag van wetenschappelijk onderzoek zitten
enkele regels verbonden:
1. Een wetenschappelijk verslag is de rapportage van een betrouwbaar en valide onderzoek, wat
gecontroleerd moet kunnen worden. Elke stap moet dus toetsbaar eb navolgbaar zijn
beschreven. Voor praktijkgericht kwalitatief betekent dit:
a. Bij behandeling van theorieën die ten grondslag liggen aan het conceptueel model
wordt elk relevant statement ondersteund door literatuurverwijzing
b. Bij presentatie van de resultaten moet je steeds duidelijk aangeven waarop dit
resultaat is gebaseerd, waardoor de beschrijving van het empirische onderzoek
navolgbaar is
i. Bv: Niet ‘best veel mensen….’ maar wel ‘8 van de 15 mensen hebben…’
c. Bij behandeling van conclusies mag je de interpretaties alleen baseren op de
resultaten van het empirisch onderzoek, zodat het navolgbaar us hoe je tot deze
conclusies bent gekomen. Vervolgens mag je de aanbevelingen alleen baseren op de
conclusies
2. Jouw afstudeerverslag is een verslag van een wetenschappelijk onderzoek. De
betrouwbaarheid ervan hangt af van de gebruikte methode, waardoor een expliciete en
overzichtelijke verantwoording moet worden gegeven van de door de onderzoeker
gehanteerde methoden. Je verantwoord dus je gekozen onderzoeksstrategie, methoden, en
analyse. Tevens geef je aan hoe het zit met de betrouwbaarheid, validiteit en bruikbaarheid
van je onderzoek.
3. Je beantwoordt op een heldere en navolgbare wijze de vraagstelling van het onderzoek. Je
moet helder en inzichtelijk aangeven waar je precies het antwoord geeft op je vraagstelling
en deelvragen.
4. In praktijkgericht kwalitatief onderzoek luidt de doelstelling meestal dat je aanbevelingen
doet aan …. Geef daarom expliciet aan op welke plek in je verslag je deze aanbevelingen
terug kan vinden (vaak na je conclusie)
Inhoudsopgave
In de inhoudsopgave vind je waar je wat kan vinden. Een standaard inhoudsopgave:
- Deel 1; Hoofdstuk 1: inleiding onderzoek
- Deel 2; Hoofdstuk 2: Theoretisch kader
- Deel 3; Hoofdstuk 3: Methodologische verantwoording
- Deel 4; Hoofdstuk 4: Onderzoeksresultaten
- Deel 5; Hoofdstuk 5: Analyse, conclusies en aanbevelingen
- Literatuur
- Bijlagen