Samenvatting van het boek Introduction to and Application of Research Methods and Statistics voor de cursus Toepassing van Onderzoeksmethoden en Statistiek
Hoorcollege 1 Kwalitatief
Blz. 542-543 van Research Methods… over Induction, abduction and deduction
Inductive research = data theorie die generaliseert over de verzamelde data.
Oftewel grounded theory. (In kwalitatief onderzoek)
Grounded theory hoort bij purposive sampling = een steekproefmethode waar
geselecteerd wordt op bepaalde eigenschappen die men doen onderscheiden van de
rest. ?
Bij grounded theory horen ook coderen en memos schrijven.
Abductive research = onderzoeken waarin een theorie gebouwd wordt vanuit
‘verrassingen’ in de empirische data.
Deductive research = theorie/hypothese data verzameling en analyse.
Blz. 309-311 van Research Methods… over observer role
Observer = de onderzoeker vertelt de subjecten dat ze bestudeerd worden, maar
neemt zelf geen deel aan de activiteiten en levens van de subjecten.
Dit zorgt ervoor dat de onderzoeker de emoties van de onderzochten niet zelf
ervaart. Waarom zou men dan deze rol aannemen? Soms kàn de onderzoeker
simpelweg niet participeren, door gebrek aan vaardigheden of kennis. of soms
hebben ze de vergunningen etc. er niet voor.
Covert observer = verhulde observeerder = de onderzoeker onderzoekt mensen die
niet weten dat ze bestudeerd worden. Dit gebeurt vaak waar veel mensen zijn, en de
onderzoeker in het publiek verschuilt. Dit geeft een ongevaarlijke positie, maar ook
kan het zorgen voor minder begrip van de situatie.
Systematische observatie = een methode van observatie waarin de onderzoeker een
lijst afvinkt en een tijdlijn voor fenomenen die zich voordoen.
,Hoorcollege 1 Correlationeel
Research Methods - blz. 189-208: chapter 7 Survey Research
When researchers collect their own data = primary data collection. Je kunt ook data
gebruiken en analyseren van bijvoorbeeld onderzoeken van de overheid, grote
universiteiten of onderzoeksorganisaties. Dat heet een secondary data source.
Surveys gebruiken kan leiden tot het ontdekken van patronen, verschillen tussen
subgroepen en stabiliteit/verandering over tijd etc.
Surveys kunnen in het echt, telefonisch, per post of online worden afgenomen. Een
survey online heet een SAQ = self-administered questionnaire. Surveys zijn erg
gestructureerd en bestaan vaak uit gesloten vragen. Zo kan men de antwoorden
makkelijk vergelijken.
Cross-sectional surveys zijn eenmalige surveys die een momentopname doen. Dit is
handig als je de stand van iets op een bepaald moment wilt weten. Hiermee kun je
geen oorzaak en gevolg vaststellen.
Longitudinal surveys verzamelen data van een langere periode. Hierin zijn 2 soorten:
- Repeated cross-sectional survey = meerdere keren een survey afnemen
op verschillende momenten in de tijd en met verschillende
steekrpoefgroepen.
- Panel study = met dezelfde steekproefgroep over verschillende punten in
de tijd een survey afnemen. Hierbij komt vaak attrition voor = het wegvallen
van respondenten. Dit wegvallen gebeurt vaak niet willekeurig en hierdoor
kan bias ontstaan.
Surveys kunnen op een heel specifiek onderwerp gericht zijn (poll) of juist heel breed
ingericht zijn (omnibus surveys). Als een survey lang duurt, stoppen mensen soms
halverwege. Om dit op te lossen kan men gebruik maken van een split-ballot design
waarbij de helft van de respondenten een deel van de vragen beantwoord en de
andere helft het andere deel.
Surveys zijn passend bij sociologische vragen. Gesloten vragen lijken misschien niet
goed voor onderzoek doen, maar op deze manier kunnen onderzoeker alle mogelijke
antwoorden in categorieën indelen. Surveys zijn goed bij externe validiteit, vooral als
de steekproeven willekeurig zijn.
Toch hebben ze een aantal nadelen: (Error en response rates).
4 typen error:
- Non-response error: sommige participanten reageren niet of slechts op
een deel van de vragen.
- Measurement error: door bepaalde omstandigheden tijdens de metingen
worden de antwoorden beïnvloed.
- Coverage error: een deel van de populatie wordt niet accuraat gedekt.
- Sampling error: verschillen tussen de steekproef en populatie.
, Response rate = het aantal/percentage mensen van de getrokken steekproef die
reageren op het doen van de survey. (Ook wel completion rate.) Onderzoekers willen
graag een zo hoog mogelijke response rate, omdat ze de nonresponse bias willen
minimaliseren.
Er zijn dus verschillende modes of administration: face-to-face interviews, per post,
telefonisch en online. De keuze voor een bepaalde manier wordt beïnvloed door een
aantal dingen (kosten, response rate, controle van de onderzoeker over het
dataverzamelingsproces, interviewer effects). Interviewer effects verwijzen naar de
mogelijkheid dat de aanwezigheid/eigenschappen van een interviewer de
antwoorden van de respondent kan beïnvloeden.
Face-to-face interviews
Deze zijn in het echt, bij de respondent thuis of in een openbare plek. Als het thuis is,
kan de onderzoeker nog paradata verzamelen. Dit is informatie tijdens het proces
van de survey afnemen, zoals de aanwezigheid van familieleden of de geluiden in
het huishouden. De interviewer volgt een interview schedule = voorbereide lijst met
vragen of vervolgvragen.
Vroeger maakte men gebruik van PAPI – paper and pencil interview. Maar
tegenwoordig gaat het met CAPI - computer assisted personal interview. De
interviewer heeft een laptop of tablet waarop de vragen komen te staan, dan kan de
interviewer de mogelijke antwoorden hardop voorlezen, of gebruik maken van een
showcard waarop de antwoorden staan. CAPI maakt soms gebruik van een skip
pattern, als sommige vragen slechts gesteld kunnen worden aan respondenten met
een bepaalde eigenschap. Hierbij gebruikt het een screener question/filter question.
Pluspunten: de aanwezigheid van de interviewer zorgt ervoor dat de respondenten
de vragen begrijpen en er geen overslaan. De interviewer kan evt. nog uitleg geven
en de respondenten betrokken houden.
Minpunten: de aanwezigheid/eigenschappen van de interviewer kunnen de
respondent juist beïnvloeden in het geven van antwoorden. Social desirability bias =
de respondent geeft antwoorden waarvan ze verwachten dat de interviewer/de
maatschappij ze goedkeurt. Respondenten zijn zo ook vaak terughoudend als het
gaat om de waarheid spreken rond hun ervaringen met illegale/gestigmatiseerde
dingen. Het kan helpen om ACASI = audio computer-assisted self-interview te
gebruiken. hierbij krijgt de respondent een laptop waarop de vragen pre-recorded zijn
en de antwoorden vullen ze in de computer.
Telefonische interviews
Telefonische interviews maken vaak gebruik van CATI = computer assisted
telephone interview. Deelnemers worden vaak gebeld d.m.v. RDD
Pluspunten: Telefonische interviews delen veel van de pluspunten van face-to-face
interviews. Daarnaast kost het vaak nog minder geld en voorbereidende planning.
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper noarenshof. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €8,49. Je zit daarna nergens aan vast.