1.1
In procesmanagement spreekt men van een input en een output.
Steekproeven worden genomen om te controleren of de inhoud overeenkomt met de kwaliteit van
het goedkeurmonster, dat eerder is verzonden uit het land van oorsprong.
Procesmanagement heeft behalve in een productieomgeving tegenwoordig ook een hele
prominente rol bij het managen van processen in een dienstverlenende omgeving (h8) en het
managen van processen in een bestuurlijke omgeving (H9).
Een procesmanager is actief voor het invoeren van procesverbeteringen en de invoering van een
nieuw kwaliteitssysteem. Zijn taken zijn:
- Het afstemmen van informatiebehoefte
- En het beoordelen en controleren van de prestaties.
Zo worden alle processen gedocumenteerd en vastgelegd in werkinstructies en worden alle
prestaties van het bedrijf gemeten. Denk aan output, incidenten, klanttevredenheid, doorlooptijden
en voorraden. De procesmanager beoordeelt en controleert de prestaties en effectiviteit van zowel
het productieproces als de beheersorganisatie. Naast het feit dat de manager bezig is met het
analyseren en (her)ontwerpen van processen en het verbeteren, is de invoering van de nieuwe
systematiek een proces op zich.
De boekhouder van het bedrijf is bezig met het herontwerpen van het financiële rapportageproces.
Er wordt hiervoor een nieuw aanleverproces ontworpen.
Veiligheidsmanager is bezig om alle risico’s in het productieproces in kaart te brengen en te
verbeteren. De veiligheidsmanager is onderdeel van het managementteam en is verantwoordelijk
voor de goede organisatie en het verloop van het proces.
Procesmanagement zorgt ervoor dat processen op elkaar worden afgestemd en dat processen
verbeterd worden. Daarnaast zijn sommige aanpassingen of veranderingen in het bedrijf een proces
op zich en wordt de invoering van het nieuwe kwaliteitssysteem of de uitbreiding van de
productielocatie als zijnde een proces gemanaged.
1.2.1
Een proces is een aaneenschakeling van stappen/fasen. Naast het aantal stappen of fasen gaat het
bij een proces over een opeenvolging van gebeurtenissen met een begin en een eind (input en
output). Er wordt ook wel over een transformatie gesproken. Een proces heeft een dynamisch
karakter; een proces is nooit statisch en verandert per definitie altijd.
Je kunt processen onderverdelen in continue processen en discontinue processen:
- Bij continue processen moet je denken aan een proces wat continu doorgaat en niet stopt,
gaat dag en nacht door. Bij continue processen is het soms lastig om de verschillende fasen
of processtappen te benoemen.
- Bij discontinue processen is dat gemakkelijker. Assemblageproces. Assembleren is het
samenvoegen van verschillende onderdelen tot een eindproduct.
1
,Daarnaast kun je processen onderverdelen in natuurlijke processen en kunstmatige processen:
- Natuurlijke processen gebeuren vanzelf en houden zich volgens de wetten van de natuur
stand.
- Kunstmatige processen zijn processen die geïnitieerd en in stand gehouden worden door
mensen. Bij kunstmatige processen worden bij elke stap mensen, materialen of andere
middelen ingezet om het proces aan de gang te houden. (Berecht proces van
oorlogsmisdadiger)
Bij kunstmatige en natuurlijke processen is het belangrijk om er rekening mee te houden dat de
output zowel gewenst als ongewenst kan zijn.
Samenvattend kan je over processen zeggen dat:
- Een proces bestaat uit fasen.
- Bij een proces is er sprake van een input en een output.
- Output is gewenst of ongewenst.
- Een proces is dynamisch
- Er is sprake van transformatie of verandering
- Er kan onderscheid gemaakt worden tussen natuurlijke en onnatuurlijke processen.
- Er kan onderscheid gemaakt worden tussen continue en discontinue processen.
1.2.2
Elke activiteit, of verzameling van activiteiten, die gebruikmaakt van middelen om input om te zetten
in output, kan beschouwd worden als een proces. De handelingen en fasen kunnen worden
beschreven en schematisch worden weergegeven. Daarnaast kan een proces ook als deelproces
worden beschouwd van één of meerdere processen. Processen kun je onderverdelen in
deelprocessen maar je kunt ook processen ook kunt samenvoegen tot grotere processen.
Hieronder staat een Chevronschema:
1.2.3
Je kunt dus op verschillende niveaus naar processen kijken. In de systeemkunde spreek je over
verschillende aggregatieniveaus. Je kunt op een hoog en laag aggregatieniveau kijken:
- Niveau 1 is op een afdeling (laagste niveau)
- Niveau 2 is op meerdere afdelingen
- Niveau 3 is op meerdere afdelingen van twee organisaties (hoogste niveau)
Ook bij het maken van planningen kan het handig zijn om te zorgen voor de juiste planningsregels op
het juiste aggregatieniveau. Het is beter om eerst een grove planning te maken voor een
productgroep, één of enkele weken vooruit én over alle productie- en distributielocaties heen,
rekening houdend met de capaciteiten in de keten en pas op hele korte termijn, van uur-tot-uur, de
fijnplanning voor elk artikel te maken. Dan weet je ook meer over de echte vraag naar je producten.
Het kijken op verschillende aggregatieniveaus naar processen en deelprocessen en de relaties
daartussen is een belangrijke vaardigheid van iedereen die met processen te maken heeft en zeker
van een procesmanager. Door op verschillende niveaus te kijken, zie je relaties of problemen die je
op een ander schaalniveau niet ziet.
2
,Wanneer de procesmanager van een bedrijf merkt dat de productie achterloopt bij de planning en de
van tevoren opgestelde productieprognoses, zal hij moeten analyseren wat de oorzaak van het
probleem is, alvorens hij kan ingrijpen. Hij zal van een hoog aggregatieniveau inzoomen naar een
steeds lager niveau, totdat hij het probleem en zijn oorzaak heeft ontdekt.
Een techniek om jezelf te dwingen om op verschillende aggregatieniveaus naar processen te kijken is
de blackboxbenadering. Bij de blackboxbenadering worden processen of deelprocessen als een
zwarte doos beschouwd waarbij alleen gezien kan worden wat er ingaat en wat er uitkomt.
In de bedrijfskunde kunnen bedrijven en bedrijfsprocessen ook worden bekeken op verschillende
aggregatieniveaus. Meer specifiek zijn deze niveaus van hoog naar laag:
1.2.4
Transformatie heeft te maken met het overgaan van de ene vorm in de andere vorm. Transformatie
kan op de volgende manieren plaatsvinden:
1. Het veranderen van de uiterlijke vorm.
2. Het veranderen van de chemische aard.
3. Verplaatsing.
4. Opslag.
5. Behandeling.
1.2.5
Elk proces of deelproces vindt plaats in de omgeving. Je kunt de omgeving van het proces definiëren
als al wat buiten het proces ligt, maar wel invloed heeft op het proces of beïnvloed wordt door het
proces. Denk aan: warmte afgeven van een proces of giftige dampen en een sterke geur.
Het kunnen herkennen en analyseren van de omgeving van een proces is heel belangrijk, omdat het
invloed kan hebben op het proces. Hierdoor kan een proces niet het gewenste resultaat of de
beoogde output hebben. Als procesmanager is het van belang dat je de omgeving goed in kaart
brengt en mogelijke verstorende elementen die van invloed zijn op het proces, wegnemen of het
proces kan aanpassen opdat dergelijke elementen hun negatieve uitwerking op het proces missen.
Zie pag 26. “Omgeving van een berechtingsproces”
Een belangrijk onderdeel van de omgeving van een proces zijn de stakeholders van het proces.
Stakeholder = belanghebbende. Stakeholders behoren tot de directe omgeving. Het is belangrijk om
bij het analyseren van processen de volgende zaken te achterhalen:
- Wie zijn er bij het proces betrokken?
- Wat zijn hun rollen?
- Wat zijn hun belangen?
- Wie zijn probleemeigenaren?
- Wat behoort tot de omgeving?
- Wat zijn de omgevingsinvloeden?
3
, 1.3.1
Procesmanagement gaat enerzijds over het:
- Herkennen
- Analyseren
- (Her)ontwerpen
- Implementeren
- Afstemmen
- (Bij/be)sturen
Bij procesmanagement moet de procesmanager processen beter op elkaar afstemmen. Bij
procesmanagement gaat het ook bij bestuurlijke en dienstverlenende processen om het beïnvloeden
en communiceren van processen. In beide gevallen zijn er mensen nodig. Mensen die zich in
verschillende rollen met verschillende functies bezighouden met het beheersen van processen.
Procesdenken -> arbeidsdeling -> specialisatie
Hoe complexer de processen, hoe lastiger het is om ze in hand te houden. Hiervoor is het handig om
processen in kaart te brengen, te beschrijven en te analyseren, het domein van het vakgebied
procesmanagement.
Procesmanagement is tegenwoordig zeker niet alleen meer economisch van aard en heeft het niet
alleen te maken met arbeidsdeling en met productiemanagement. Je ziet tegenwoordig dat
procesmanagement op veel meer plekken wordt toegepast en dat procesmanagement steeds meer
bekend staat als een methode om met grote complexe zaken om te gaan. Zo zie je dat
procesmanagement behalve in de productieomgeving tegenwoordig wordt toegepast op tal van
andere zaken zoals:
- Het doorvoeren van een reorganisatie;
- Het ontwikkelen van een nieuw product;
- Het veroveren van een nieuwe markt;
- Iets doen aan de eenzaamheid van ouderen;
- Het ontwikkelen van een beleid dat de bereikbaarheid van de randstad verbetert;
- Het verzelfstandigen van een overheidsdienst;
- Gebiedsontwikkeling.
We kunnen de volgende aspecten van procesmanagement onderscheiden:
• Organisatie. Procesmanagement gaat over het inrichten of organiseren van processen.
Daarnaast gaat het over mensen.
• Norm en regels. Voor procesmanagement gelden altijd bepaalde normen en standaarden.
Bijvoorbeeld kwaliteitsstandaarden of wet- en regelgeving. Deze normen kunnen van
tevoren opgelegd worden of het is aan de procesmanager zelf om deze op te stellen.
• Input en output. Procesmanagement gaat altijd over het beheersen van wat erin gaat en wat
eruit komt. Met name bij het afstemmen van processen is het dus heel belangrijk om de
input en output te beheersen.
• Informatie en communicatie. Voor het managen van processen heb je informatie over het te
besturen proces nodig. Zonder informatie kun je niet managen of sturen. Een procesmanager
zorgt ervoor dat de beschikbare informatie is afgestemd op de rol van de deelnemers of
belanghebbende.
• Tijd. Iedere processtap heeft een bepaalde plaats in de tijd. Daarnaast hebben
processtappen onderling met elkaar te maken en is de ene stap bijvoorbeeld afhankelijk van
de andere.
• Plaats. Ten slotte is de plek van het proces van belang bij procesmanagement.
4
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper zoleegwater. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €6,00. Je zit daarna nergens aan vast.