Dit is een samenvatting van de hoofdstukken 1 en 2 van het boek systeem aarde. dit boek wordt gebruikt in 4 en 5 havo en in deze samenvatting staat alle informatie die je nodig hebt voor de pta van hoofdstuk 1 en 2 van systeem aarde, maar kan ook gebruikt worden voor het examen. zelf haalde ik een ...
Geologische tijdschaal = de tijd (in miljoenen jaren)
Onderverdeeld in tijdperken, perioden en tijdvakken
Relatieve tijdschaal = ouderdomsbepaling waarbij je ervan uitgaat dat tijdperken in de
aardgeschiedenis worden gekenmerkt.
Absolute ouderdomsbepaling = methode om de ouderdom uitgedrukt in (miljoenen) jaren te
bepalen.
- Aggregatietoestand = vast of vloeibaar
- Binnenmantel = vaste stof
- Buitenmantel = taai-vloeibaar of plastisch
De grens tussen de korst en de mantel wordt de Moholaag genoemd
De zuurstof rijke gesteenten van de korst en de zuurstof arme gesteenten van het vaste buitenste
deel van de mantel vormen samen de lithosfeer (steenschaal).
Paragraaf 2
Principe van het actualisme: natuurwetten zijn in het heden en verleden hetzelfde
Het heden is de sleutel tot het verleden
Supercontinent= Pangea
Paleomagnetisme = het gedrag van aardmagnetisme in het verleden
Paragraaf 3
De lithosfeer bestaat niet uit één geheel maar uit zes grote en een stuk of tien kleinere platen. Die
platen drijven op het deel van de buitenmantel dat taai-vloeibaar is. -> asthenosfeer.
De kern van de aarde is heel heet en verwarmt daardoor de ‘soep’ van de asthenosfeer.
Convectiestromen = stroming van vloeibaar gesteente die in de mantel opwelt, onder de lithosfeer
afkoelt, zijdelings wegstroomt en uiteindelijk weer daalt.
Plaatbewegingen:
Divergentie - vulkanisme (mid-oceanische rug)
Convergentie - botsen, gebergten/plooiing (Himalaya)
Subductie - zeebodem duikt onder landbodem (basalt onder graniet)
Transform - platen schuiven langs elkaar
, Divergentie:
Platen bewegen van elkaar af op de bodem van oceanen. De aardkorst ontstaat hier want het
materiaal dat naar boven komt stroomt naar twee zijden weg. Zo ontstaan onderzeese
gebergteketens, de mid-oceanische ruggen, met in het midden een laagte.
Het vulkanisme dat hiermee gepaard gaat is niet explosief, maar vrij rustig.
Convergentie:
Platen bewegen naar elkaar toe.
Bij oceanische platen duikt de oudste plaat onder de jongste plaat. Het gevolg is een vulkanische
eilandenboog met daarnaast een diepzeetrog.
Bij 2 continentale platen botsen ze tegen elkaar aan er ontstaan er plooiingsgebergten. Beide platen
hebben dezelfde soortelijke massa waardoor de ene korst niet onder de andere duikt. Het resultaat
is een kreukelzone van samengeperste gesteenten en de vorming van gebergte van grote hoogte. Als
bijkomend verschijnsel treden vaak aardbevingen op
Subductie:
Een oceanische plaat botst tegen een continentale plaat.
Oceanische plaat onder continentale plaat. Dit gebeurt ook onder invloed van convectiestromingen.
Dit gebied = subductiezone, aan het aardoppervlak: diepzeetrog.
Veel gebergte en vulkanisme, oceaanbodem kan tot 700 km duiken. Op ongv. 100 km diepte smelt
de oceanische korst en ontstaan er opstijgende bellen magma waarvan er sommige blijven steken en
sommige omhoog komen. Dit vormt een strook vulkanische eilanden.
Sedimenten en magma vormen een gasrijk magma. Daardoor is dit soort vulkanimse explosiever dan
dat bij de mid-oceanische ruggen.
Bij subductiezones kunnen ook zeer zware aardbevingen voorkomen. Op het wrijvingsvlak van de 2
platen bouwt zich namelijk een geweldige spanning op.
Transform:
Platen schuiven langs elkaar -> transforme plaatgrens. De lithosfeer wordt niet afgebroken en niet
opgebouwd. Langs elkaar schuren gaat met horten en stoten.
Bij een breuk zijn door spanningen in de aardkorst gesteenten langs breukvlakken gebroken. Er
ontstaan zo diverse blokken gesteente die langs de breuken kunnen verschuiven. Op deze manier
kan een serie naast elkaar gelegen hoge zones horsten en relatief lage delen slenken ontstaan.
De gebergten die hier ontstaan: breukgebergten.
Paragraaf 4
Eruptie= vulkaanuitbarsting, doorgaans gesmolten gesteente komt naar buiten.
Het herkomst gebied van de magma noem je de haard
Hoe groter de haard is, hoe langduriger de uitbarsting kan zijn.
Hoe dieper de haard ligt, hoe heftiger de uitbarsting kan zijn.
Platentektoniek = processen waarbij platen ontstaan, bewegen en verdwijnen
Hotspot: ook wel mantelpluim, brandt met tussenpozen een ‘gat’ in de bovenliggende aardkorst.
Boven zo’n hotspot ontstaat een vulkaan die langzaam wegdrijft met de plaat mee.
Schildvulkaan
De lava is heel vloeibaar, effusief (rustig).
Lavastromen worden over elkaar afgezet.
Brede basis, flauwe hellingen. Hotspots en mid-oceanische ruggen
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper charlotteschenkeveld. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €3,49. Je zit daarna nergens aan vast.