Samenvatting Methodiek J1P3

Wat is het onderscheid tussen twee groepen ouderen. Geef ook het verschil aan in hulpvragen.

Antwoord: De eerste groep ouderen (actieve ouderdom) is een groep van 65 tot 80 jaar. Zij hebben het fysieke arbeid en opvoeden van hun kinderen achter gelaten. Zij leven in het algemeen een goede gezondheid. De tweede groep ouderen (hoge ouderdom) is de leeftijd van ongeveer 80 jaar. Er is een in deze groep ouderen een sterke verandering op fysiek en geestelijk niveau (minder vitaal, mobiel en veerkrachtig) Sociaal netwerk krimpt en er is veel verlies en rouw.

Wat houdt subjectieve gezondheidsbeleving in?

Antwoord: Dit is de beleving van de eigen gezondheid.

Wat is gezondheid volgens de WHO?

Antwoord: Gezondheid is een toestand van volledig fysiek, geestelijk en sociaal welbevinden.

Wat zijn de drie veranderende levensperspectieven in het proces van ouderen worden? Geef bij ieder levensperspectief twee voorbeelden.

Antwoord: -Lichamelijk proces. Lichaam wordt zwakker, minder vitaal, mobiel en veerkrachtig. Dat kan beïnvloed worden door gezond te leven en te sporten. -Psychisch proces. -Verwerking en aanvaarden van verzwakking van het lichaam. -Verzwakking van het psychisch functioneren op het vlak van geheugen met de psychische reactie daarop. -Een reactie op een aantal externe factoren die voor een ouder wordend mens van belang zijn, zoals pensionering, dood van een geliefde, vereenzaming, opname in een tehuis. -Een pogen het lichamelijk proces te in positieve zin te beïnvloeden door bijvoorbeeld geregeld te sporten of werken; dus dingen waarvan men weet dat zij een mens gezond houden. Sociaal proces: De lichamelijke en psychische processen hebben invloed op het sociale proces. Denk aan woonsituatie, mobiliteit en vermogen om maatschappelijk actief te zijn.

Wat is er naast concrete, directe hulpverlening aan ouderen nog meer belangrijk? Noem drie kernwaarden op.

Antwoord: -Zingeving -Gelijkwaardig contact -Aansluiten op de belevingswereld van ouderen.

Wat is het verschil tussen zelfredzaamheid en zelfmanagement?

Antwoord: Zelfredzaamheid is het vermogen om algemene dagelijkse levensverrichtingen zelf te doen zoals, wassen, aankleden en koken. Met de term zelfmanagement wordt gedoeld op de eigen verantwoordelijkheden en de eigen capaciteiten om te gaan met (de gevolgen van) de ziekte en aandoeningen.

Wat zijn de doelstellingen van social work in de ouderenzorg?

Antwoord: Contact maken, waardering, zingeving, (rouw) verwerking, zorg, veiligheid, activeren, emanciperen, preventie, mantelzorgers ontlasten, zelfredzaamheid en zelfmanagement bevorderen.

Hoe ontstaat generatiebewustzijn?

Antwoord: Generatiebewustzijn ontstaat vanuit het diepe besef dat we allemaal lid zijn van een bepaalde generatie en daarmee zijn opgenomen in het grotere geheel van de tijdstroom.

Een SW-generalist werkt vanuit drie methodieken

Antwoord: 1. Hulpverlening & ondersteuning (outreachend) 2. Groepswerk 3. maatschappelijke opbouw

Wat is outreachend werken?

Antwoord: Cliënten worden opgezocht in hun eigen leefwereld, dat kan thuis zijn, maar ook op andere vindplaatsen in de wijk of buurt. Outreachend werken veronderstelt geen hulpvraag.