Ondernemingsrecht
Week 1
Wat is ondernemingsrecht?
Terminologie.
● Ondernemingsrecht, rechtspersonenrecht, vennootschapsrecht.
Verwevenheid andere rechtsgebieden.
● Bijvoorbeeld: Financieel recht, Mededingingsrecht, Insolventierecht en
Arbeidsrecht.
Korte historie.
● Van nationaal naar internationaal.
● Harmonisatie vennootschapsrecht (dan kijk ej dus alleen naar een deel)
binnen de EU.
● Recente thema’s: sustainability (duurzaamheid) ondernemingsrecht,
maatschappelijke onderneming BVm.
Onderneming – Rechtsvorm.
Gaat over wijze waarop verschillende rechtsvormen geregeld zijn (organisatierecht)
Wie mogen op treden? Oprichten / verplichtingen rechtspersonen?
(aansprakelijkheid)
Thema 1
Verschil onderneming en rechtsvorm:
Wat is een onderneming?
● Organisatie van kapitaal (=geld) en arbeid (=productiemiddelen) gericht op
het maken van winst en gericht op continuïteit (=langer termijn functioneren).
○ Omvang is irrelevant.(kleine adviespraktijk kan al onderneming zijn)
○ Onderneming is geen goed, art. 3:1 BW.
● Geen algemene wettelijke omschrijving van het ondernemingsbegrip; diverse
wetten bevatten een ondernemingsbegrip gerelateerd aan de doelstelling van
de wet.
○ Bijv Art. 1 lid 1 sub c Wet op de ondernemingsraden: ‘elk in de
maatschappij als zelfstandige eenheid optredend organisatorisch
verband waarin krachtens arbeidsovereenkomst of publiekrechtelijke
aanstelling arbeid wordt verricht’. ! Hierin gaat het minder over winst
(arbeidrechtelijk begrip)
Deze week kijken we naar: Art. 2 lid 1 Handelsregisterbesluit 2008: ‘Van een
onderneming is sprake indien een voldoende zelfstandig optredende
organisatorische eenheid van een of meer personen bestaat waarin door voldoende
inbreng van arbeid of middelen (ipv geld), tbv derden diensten of goederen worden
geleverd of werken tot stand worden gebracht met het oogmerk daarmee materieel
voordeel te behalen. ! dus hierin wel over winst
,Rechtsvormen (dit is de structuur die de onderneming kiest / juridische jas)
Zonder rechtspersoonlijkheid
1. (Eenmanszaak) eigenlijk niet echt een structuur. Zijn alleen regels over
2. Personenvennootschappen boek 7a en wetboek koophandel.
(contractuele vennootschappen)>
Boek 7A BW/WvK (dit is commercieler):
● Maatschap
● Vennootschap onder firma (VOF)
● Commanditaire vennootschap (CV)
Met rechtspersoonlijkheid
Boek 2 BW:
● Publiekrechtelijke RP (art. 2:1 BW)> geldt voor alle rechtspersonen
● Kerkgenootschappen (art. 2:2 BW)
Privaatrechtelijke RP (2:3 BW):> Hiermee gaan wij aan de slag
● Vereniging (titel 2)
● Coöperatie (titel 3)
● Onderlinge waarborgmaatschappij (OWM) (titel 3)
● Naamloze vennootschap (NV) (titel 4)
● Besloten vennootschap (BV) (titel 5)
● Stichting (titel 6)
Zie ook: art. 5:124 lid 1:
● vereniging appartementseigenaren (VvE)
EUROPESE RP (zetel in NL) > verordening (dus wel nederlands tintje)
● Europese vennootschap (SE)
● Europese coöperatie (ECV)
● Europees Economisch Samenwerkingsverband (EESV)
[Buitenlandse RP]
Motieven keuze rechtsvorm
1. Ben je alleen of met anderen?
● Eenmanszaak BV> als je alleen bent
● Contractuele vennootschappen / NV of BV> als je met andere bent
2.Fiscaliteit (voor en nadelen)
● Personenvennootschap → fiscaal transparant (voor belastingheffing
relevant, wordt geheven bij vennoten.) Voordeel: Als er winst wordt gemaakt
komt dat ten goede van de vennoten, en zij betalen daar (inkomsten)
, belasting over.
Kapitaalvennootschap → zelfstandig belastingplichtig. Als je een BV opricht is dat
anders, dan moeten zij daar belasting over betalen
Dus bij kleine dingen (zoals aanleggen van iets) wordt vaak gekozen voor
personenvennootschap omdat dat de verschillende participanten worden belast.
3. Aansprakelijkheid: (zelf aansprakelijk voor schulden van de rechtsvorm)
● Personenvennootschap: maten/vennoten voor gelijke delen/hoofdelijk
aansprakelijk voor verbintenissen vennootschap.
● Kapitaalvennootschap: exclusieve aansprakelijkheid rechtspersoon,
bestuurders/aandeelhouders in principe niet aansprakelijk. (bv
aansprakelijk voor eigen schulden, bestuurders en aandeelhouders niet, staat
in
Art 2:175> aandeelhouders niet aansprakelijk niet extern aansprakelijk is
dus tussen rechtsvorm en derden / bij verlies hoef je als aandeelhouder
niet bij te storten, niet intern draagplichtig is dus binnen de bv)
4. Flexibiliteit (complexiteit regelgeving)
● Rechtspersonen: dwingend recht (art. 2:25 BW).> zit heel strak in jas
regelingen.
○ BV: sinds 2012, veel mogelijkheden tot statutaire regeling (minder
vaste harde regels).
● Personenvennootschap: regelend recht (eigenlijk altijd regelend recht tenzij
wet anders zegt> contractenrecht) tenzij voortvloeien aard. Dus je kunt heel
veel zelf kiezen
Uit studeersnel:
- aantrekking vreemd vermogen
- doel (winst of ideëel)
- startkapitaal BV: 18.00,- NV: 45.00,- (bij Flex BV geen startkapitaal meer
nodig)
,Wat is nou Rechtspersoonlijkheid
● Art. 2:5 BW
○ Een rechtspersoon staat wat het vermogensrecht betreft, met een
natuurlijk persoon gelijk, tenzij uit de wet het tegendeel voortvloeit.
(constructie waardoor mensen samen onderneming kunnen
hebben/samenwerken en iets minder risico lopen dan wanneer ze het
zelf zouden doen, dus dan kunnen ze de economie laten groeien)
dus hier moet je balans in vinden
● Zelfstandige drager van rechten en plichten.
○ Rechtssubject (dus een person die contract sluit is zelf gebonden tot
nakomen / rechtspersoon kan bepaalde dingen doen) zoals ajax
○ Een personenvennootschap is dat niet, die kan bijv geen eigenaar zijn
van een huis.
● Gesloten systeem van rechtspersonen.> er is een groep personen en je kan
niet opeens meer erbij verzinnen.
● Interne organisatie (je hebt wel bestuur/aandeelhouder etc nodig)
○ Wet (bevoeghheden, wie mag wat: statuten, reglement
○ Organen
Welke Rechtspersonen zijn er allemaal → organen
● NV en BV (title 4 en 5)
Je hebt altijd structuur van 2 organen = duale structuur.
○ 1. Bestuur (art. 2:129 ev/239 ev BW)
○ 2. Algemene vergadering (art .2:107 ev/217 ev BW)
(altijd ruzie over wie de baas is)
○ Soms raad van commissarissen (toezicht houden) (verplicht bij grote
NV en BV (art. 2:152 ev/262 ev BW)
○ Als je in je 1tje een BV opricht (eenpersoonsBV dan heb je dus 2
petten op: van bestuur en van AV)
● Vereniging (algemeen): coöperatie art 53 (boer produceert melk, en je kan het
niet zelf verwerken, dat doet dat campina), OWM art 53 lid 2
(verzekeringsbedrijf, draagt samen risico dat er met 1 van de leden iets
gebeurd) > schakelt deze 2 vormen in art 53a naar vereniging.
Ook: je hebt altijd structuur van 2 organen = duale structuur.
○ 1. Bestuur (m.n. art. 2:44, 45 BW).
○ 2. Algemene vergadering (art. 2:38 e.v. BW).
○ Soms: ‘kascommissie’ (2:48 BW).
, ○ Soms raad van commissarissen (verplicht bij ‘grote’ coöperatie/OWM,
art. 2:63a e.v. BW).
● Stichting (belangenbehartigen/ onderwijs/ woningbouw, winst kan nooit ten
goede komen aan leden, dus niet geschikt voor onderneming)
○ Bestuur (2:291 ev BW)
○ Soms raad van commissarissen (raad van toezicht)
Hoe ontstaat een rechtspersoon
Er komt altijd een notaris bij kijken
Voor alle rechtspersonen van boek 2 BW geldt: notariële tussenkomst vereist.
● art. 2:27 BW (vereniging)
● art. 2:53/54 BW (coöperatie, OWM)
● art. 2:64 lid 2 BW (NV)
● art. 2:175 lid 2 BW (BV)
● art. 2:286 lid 1 BW (stichting)
○ Eén uitzondering: art. 2:30 BW, informele vereniging (of: vereniging
met beperkte rechtsbevoegdheid).> dan bestuurder hoofdelijk
aansprakelijk
○ VVG is grondrecht
Hoe ontstaat een personenvennootschap (contract voor beroepsbeoefening>
maatschap /
Voor de maatschap (dienstverlening belangrijker dan commerciële aspect) ,
Varianten van de maatschap:
1. vennootschap onder firma (VOF) en
2. Commanditaire vennootschap geldt: die is er ‘gewoon’ (of niet).
● Een (schriftelijk) contract is wel wenselijk, maar niet vereist.
Maatschap, art. 7A:1655 BW:
● Samenwerking van twee of meer personen (maten),
● voor gemeenschappelijke rekening,
● gericht op behalen vermogensrechtelijk voordeel,
● op basis van inbreng.
● Beroepsuitoefening (openbare maatschap).
Vennootschap onder firma, art. 16 WvK
● Maatschap tot het uitoefenen van bedrijf, onder gemeenschappelijke
naam.
,Joint Venture:
samenwerkingsverband 2 BV’s
Soms maakt zon joint venture gebruik van een:
Commanditaire vennootschap, art. 19 WvK
● Vennootschap tussen 1 of meer (hoofdelijk) verbonden vennoten en
commanditaire vennoot/vennoten (geldschieters).
Concern is mengelmoes
Buitenlandse vennootschappen
● Buitenlandse vennootschap
● In NL actief via (neven)vestiging.
● Wanneer formeel buitenlandse vennootschap (art. 1)?
○ Kapitaalvennootschap (met rechtspersoonlijkheid);
○ Opgericht naar buitenlands recht;
○ Nagenoeg geheel in Nederland werkzaam;
○ Geen werkelijke band met land van oprichting.
Kennisclip → Handelsregister en derdenbescherming
Je moet je altijd inschrijven in:
1. Handelsregister
2. KvK
> anders krijg je derdenbescherming (HR cafe brouwertje/jachtservice r.o. 3.3)
Handelsregister
Welke entiteiten verplicht tot inschrijving?
● Ondernemingen (art. 5 HrgW, art. 2 HrgB) en rechtspersonen (art. 6 HrgW).
Door wie?
● degene aan wie de onderneming toebehoort;
● rechtspersonen: bestuurders, art. 18 HrgW.
Wat?
● Art. 9-14 HrgW, o.a. handelsnaam, adresgegevens, aantal werkzame
personen. Zie HrgB 2008 per rechtsvorm.
Waar?
● Art. 18 lid 5 KvK: opgave bij iedere KvK.
KvK:
, • KvK houdt als onderdeel van het handelsregister ook een UBO-register
waarin uiteindelijk belanghebbende(n) (UBO’s), art. 15a HrgW.
£ Achtergrond: voorkomen witwassen en terrorismebestrijding.
• Vanuit Europa: koppeling van de handelsregisters lidstaten, BRIS (business
register interconnection system).
Handelsregister en derdebescherming
Handelsregister heeft externe werking: “eenieder moet op het handelsregister
kunnen bouwen als op een rots”.
● Onkundige derde (derde te goeder trouw) wordt beschermd indien feiten niet
gepubliceerd zijn (art. 25 lid 1 HrgW) of onjuist of onvolledig zijn gepubliceerd
(art. 25 lid 3 HrgW).
○ Rechtspraak: HR Café ‘t Brouwertje.
■ Factuur GEHO wordt door ‘t Brouwertje onbetaald gelaten.
■ 19 augustus 1980: GEHO spreekt Damen aan tot betaling van
de verkoopprijs van het glaswerk. (GEHO raadpleegt het
handelsregister en daar staat Damen als eigenaar van ‘t
Brouwertje geregistreerd.)
■ 27 augustus 1980: Damen schrijft zich uit als eigenaar ‘t
Brouwertje bij de KvK (het handelsregister).
■ Stelling Damen: GEHO kan zich niet beroepen op de
inschrijving in het handelsregister. GEHO geniet geen
bescherming als onkundige derde want hij heeft het
handelsregister niet voor het sluiten van de overeenkomst maar
pas na verkoop en levering van de goederen geraadpleegd.
■ HR: De onjuistheid of onvolledigheid van in het handelsregister
ingeschreven gegevens kunnen niet aan derden worden
tegengeworpen, ongeacht of die derden in vertrouwen op de
inschrijving hebben gehandeld dan wel eerst later het
handelsregister hebben geraadpleegd.
Geen bescherming indien een vordering op grond van de wet wordt ingesteld.
● Curator, NJ 1997/58 (Bodam Jachtservice)
○ Curator stelt bestuurder van inmiddels gefailleerde vennootschap
Bodam Jachtservice aansprakelijk BV op art. 2:248 BW voor het tekort
in faillissement.
○ Bestuurder was eervol ontslagen, maar stond ten onrechte nog als
bestuurder in handelsregister ingeschreven.
○ Behoort de curator tot de kring van derden die door art. 25 HrgW wordt
beschermd?
○ HR: nee, curator kan zich niet op art. 25 HrgW [= 31 HrgW-oud]
beroepen. Zijn vordering berust op de wet en vloeit niet voort uit een
, rechtsbetrekking waarop dit artikel ziet, te weten een rechtsbetrekking
op het aangaan waarvan het ontbreken van een juiste en volledige
inschrijving (…) in het algemeen van invloed kan zijn
● Ontvanger, NJ 1953/530 (Kleiberda)
,Week 1: Inleiding; verschillende rechtsvormen van de onderneming;
handelsregister
Aan de orde komen het begrip onderneming en de verschillende rechtsvormen
waarin een onderneming kan worden gedreven. Een onderneming wordt
doorgaans omschreven als een organisatie van kapitaal en arbeid, gericht op
het maken van winst en gericht op continuïteit. In de wetgeving worden
verschillende ondernemingen begrippen gebruikt, zo wordt bijvoorbeeld in de Wet op
de ondernemingsraden (art. 1 lid 1 sub c WOR) een onderneming omschreven als
een arbeidsorganisatie.
Onderneming en rechtsvorm vallen niet samen. De rechtsvorm kan worden
omschreven als de juridische organisatie van de onderneming. Het
ondernemingsrecht heeft vooral betrekking op de verschillende rechtsvormen waarin
een onderneming kan worden gedreven. Naast de eenmanszaak zijn de volgende
rechtsvormen te onderscheiden: de personenvennootschappen (maatschap,
vennootschap onder firma en commanditaire vennootschap); de
kapitaalvennootschappen (NV en BV); de vereniging, de coöperatie (en onderlinge
waarborgmaatschappij) en de stichting. Daarnaast bestaan er Europese
rechtsvormen voor grensoverschrijdende samenwerking: het Europees Economisch
Samenwerkingsverband (EESV), de Europese Vennootschap (Societas Europaea,
SE) en de Europese Coöperatieve Vennootschap (SCE).
Onderscheid wordt gemaakt tussen ondernemingsvormen zonder
rechtspersoonlijkheid en ondernemingsvormen met rechtspersoonlijkheid. De
personenvennootschappen hebben onder het huidige recht geen
rechtspersoonlijkheid. Er zijn verschillende pogingen ondernomen om een nieuwe
wettelijke regeling in Boek 7 BW (Bijzondere overeenkomsten) tot stand te brengen.
In 2011 werd een wetsvoorstel terwijl het zich in de laatste fase van parlementaire
behandeling bij de Eerste Kamer bevond, vrij plotseling ingetrokken. In oktober 2022
is een aangepast voorstel voor de modernisering voor de personenvennootschap ter
consultatie aangeboden. Een belangrijk verschil met het huidige
personenvennootschapsrecht is dat de openbare personenvennootschap
rechtspersoonlijkheid zal hebben. Deze rechtspersoon zal niet in Boek 2 BW
geregeld worden, maar in titel 7.13 van het Burgerlijk Wetboek. Verwacht wordt dat
een wetsvoorstel in de loop van 2022 wordt ingediend bij de Tweede Kamer.
De privaatrechtelijke rechtspersonen – met uitzondering van de Europese
rechtsvormen – zijn geregeld in Boek 2 BW. De motieven voor de keuze van een
bepaalde rechtsvorm zullen kort worden besproken.
Vaak wordt een onderneming niet door één rechtspersoon gedreven, maar
bestaat de onderneming als economische eenheid uit een organisatie van
meerdere rechtspersonen en/of personenvennootschappen. Men spreekt dan
van een groep of concern.
Bij de rechtsvorm van de onderneming denkt men niet in de eerste plaats aan de
vereniging en stichting. De vereniging en de stichting worden vooral gebruikt
voor activiteiten zonder winstoogmerk, voor zogenoemde ‘non-profit
organisaties’. Toch zijn deze rechtsvormen voor het ondernemingsrecht van belang.
, Zo is de wettelijke regeling van de vereniging (titel 2 van Boek 2 BW) vrijwel volledig
ook van toepassing op de coöperatie en de coöperatie is zeker een voor
ondernemingsactiviteiten bedoelde rechtsvorm.
De stichting wordt in het ondernemingsrecht gebruikt voor verschillende doeleinden,
zoals een Stichting 9 Administratiekantoor (StAK) bij de certificering van aandelen.
Vereniging en stichting kunnen wel worden gebruikt als ondernemingsvorm; de
wetgever houdt daar ook rekening mee (zie art. 2:48 lid 3 en 2:299a BW). Sinds juli
2021 is de wet Bestuur en Toezicht Rechtspersonen van kracht (Stb. 2020/507). Als
gevolg van deze wet is het wettelijk kader voor stichtingen en verenigingen
uitgebreid: zo is voorzien in een wettelijke regeling voor tegenstrijdig belang (art.
2:44/291 lid 4 BW, zie nader week 3), krijgt de raad van commissarissen een
wettelijke basis (art. 2:47/292a BW), bevat de wet een regeling van het monistisch
bestuursmodel en is de reikwijdte van de regeling van aansprakelijkheid van
bestuurders in geval van faillissement (art. 2:138 jo. 2:50a/300a) uitgebreid (zie
week 5). Er is een wetsvoorstel in voorbereiding dat beoogd een specifieke
rechtsvorm te creëren voor ‘maatschappelijke ondernemingen’, een BVm (BV-
maatschappelijk). Ook zijn er zowel op Europees als op nationaal niveau
wetgevingsinitiatieven waarmee wordt beoogd de duurzaamheid (sustainability) van
ondernemingen te vergroten.
Alle in Nederland gevestigde ondernemingen en rechtspersonen moeten
worden ingeschreven in het handelsregister. Het handelsregister dient om
derden bepaalde informatie te verstrekken over ondernemingen en
rechtspersonen. In de Handelsregisterwet en het Handelsregisterbesluit wordt
bepaald welke gegevens moeten worden gepubliceerd en in hoeverre derden op
deze informatie mogen afgaan.
Literatuur:
M.J. Kroeze, L. Timmerman & J.B. Wezeman, De kern van het ondernemingsrecht:
• Hoofdstuk 1 (m.u.v. §1.11).
Aanvullende literatuur:
• Asser-Maeijer/Kroeze 2021 2-I* (De Rechtspersoon), nrs. 34, 39-42, 45, 170-172,
174, 186 (Canvas onder weekmodules).
Jurisprudentie:
Over de functie van het handelsregister:
• HR 3 februari 1984, NJ 1984, 386 Café ’t Brouwertje
• HR 28 juni 1996, NJ 1997, 58 Bodam Jachtservice (voorzover betrekking hebbend
op de werking van het Handelsregister, r.o. 3.3)
Voorbereiden:
Werkgroep opgaven week 1 (Canvas) 10