100% tevredenheidsgarantie Direct beschikbaar na betaling Zowel online als in PDF Je zit nergens aan vast
logo-home
Samenvatting leerdoelen staatsrecht (tentamencijfer 7,6) €3,90   In winkelwagen

Samenvatting

Samenvatting leerdoelen staatsrecht (tentamencijfer 7,6)

 10 keer bekeken  0 keer verkocht

Een samenvatting van het vak Rechtsstaat 1: Staatsrecht. Dit vak wordt gegeven in het eerste jaar HBO-Rechten aan Hogeschool Utrecht. Deze samenvatting is gemaakt met behulp van informatie uit hoorcolleges en het boek Praktisch Staatsrecht.

Voorbeeld 3 van de 16  pagina's

  • Ja
  • 21 april 2023
  • 16
  • 2021/2022
  • Samenvatting
book image

Titel boek:

Auteur(s):

  • Uitgave:
  • ISBN:
  • Druk:
Alle documenten voor dit vak (13)
avatar-seller
josefienht
{ STAATSRECHT SAMENVATTING }
- Leerdoelen -

Week 1: H1 (inleiding, par. 1.1 & 1.3) en H3 (inleiding, par. 3.2)
1.a. De student kan de kenmerken van een staat weergeven.
- We spreken van een staat als er een gemeenschap mensen op een bepaald grondgebied
leven, waar een organisatie het hoogste gezag over uitoefent.
 Het grondgebied van een staat (het territorium van een staat) wordt begrensd door
landsgrenzen en territoriale zones.
 Een gemeenschap woont op het grondgebied. De gemeenschap wordt gevormd door
mensen die daartoe behoren vanwege hun afstamming of die op eigen verzoek de
nationaliteit van de staat hebben verkregen. De verbondenheid met de gemeenschap
uit zich in nationale symbolen, zoals een vlag en een volkslied.
 Het hoogste gezag van de staat is gericht op het scheppen en handhaven van orde en
recht. Het hoogste gezag van een staat heeft een geweldsmonopolie. Het hoogste
gezag zorgt ervoor dat het algemeen belang wordt gediend.
- Erkenning van de staat door andere staten kan als vierde kenmerk worden gezien.
* Let op! Het woord staat heeft twee betekenissen: het kan worden gebruikt als aanduiding
voor een grondgebied met een gemeenschap en een hoogste gezag, maar het woord kan ook
worden gebruikt als benaming voor het hoogste gezag zelf.
1.b. De student kan de staatkundige verhoudingen binnen het Koninkrijk der
Nederlanden beschrijven.
- Aruba, Bonaire, Curaçao, Saba, Sint Eustatius en Sint Maarten behoren allemaal tot het
Koninkrijk der Nederlanden, maar sommige van deze eilanden zijn onafhankelijke staten.
- Aruba, Curaçao en Sint-Maarten zijn onafhankelijke staten, maar behoren wel nog tot het
Koninkrijk der Nederlanden. Ze hebben een eigen grondgebied, gemeenschap en hoogste
gezag. Dit betekent dat ze ook hun eigen regering en wetgevers hebben. De normale
Nederlandse wetten gelden niet op deze eilanden. Er zijn wel speciale wetten gemaakt die
wel voor het hele koninkrijk gelden. Dit noemen we rijkswetten.
- Alle rechten en plichten tussen Nederland en deze eilanden staan beschreven in het Statuut
voor het Koninkrijk der Nederlanden. Deze regeling is speciaal gemaakt voor de
onafhankelijke staten binnen het Koninkrijk. In het Statuut staan enorm veel afspraken tussen
Nederland en deze eilanden.
- De BES-eilanden (Bonaire, Sint Eustatius en Saba) zijn géén onafhankelijke staten. De
eilanden horen gewoon bij de staat ‘Nederland’. Je kan deze eilanden zien als een soort
overzeese gemeenten van Nederland. Deze eilanden hebben staatkundig gezien géén
grondgebied, géén gemeenschap, en géén hoogste gezag. Welke rechten en plichten de BES-
eilanden tegenover Nederland (en andersom) hebben, staat in de Nederlandse Grondwet.
- Suriname en Indonesië zijn in 1945 en 1975 compleet onafhankelijke staten geworden.

, 2.a. De student kan bronnen van staatsrecht benoemen.
- De rechtsregels die het staatsgezag en de organisatie van de staat vastleggen, worden
constitutie of staatsregeling genoemd. Deze constitutie wordt in Nederland vastgelegd in de
Grondwet, het Statuut voor het Koninkrijk, in verdragen en in de gewoontewet. Ons recht
staat in hiërarchie met elkaar, waar internationale rechtsorde boven de nationale rechtsorde
staat, en zo door.
 Verdragen zijn wetten die vastgelegd zijn binnen de Europese landen. Deze verdragen
worden in samenwerkingsverband vastgelegd en elk Europees land hoort zich hier aan
te houden.
 Het Statuut voor het Koninkrijk der Nederlanden regelt de organisatie van het
Koninkrijk en de onderlinge verhoudingen en samenwerking tussen Nederland en de
overzeese delen van het Koninkrijk.
 De Grondwet regelt voornamelijk de inrichting en het functioneren van de
Nederlandse staat en de verdeling van de staatsmacht.
 Als de Grondwet bepaalt dat iets (nader) geregeld moet worden in een wet in formele
zin, dan spreken we van een organieke wet.
 Gewoonterecht zijn vaak ongeschreven regels die niet in een wet zijn vastgelegd,
maar eenvoudig worden toegepast omdat men vindt dat dit zo hoort in een
democratische rechtsstaat. De vertrouwensregel is hier een voorbeeld van.
 Jurisprudentie, ook wel het ‘rechtersrecht’ genoemd, is het invullen van bestaande
rechtsregels zodat het beter toepasbaar is op een zaak.
* De regering en de Staten-Generaal worden samen de formele wetgever genoemd. De wetten
die hun vaststellen worden wetten in formele zin genoemd.
2.b. De student kan beschrijven wat de Grondwet is en wat erin geregeld wordt.
- De Grondwet is de hoogste nationale wet voor de Nederlandse staat; andere wetten dienen
haar bepalingen in acht te nemen.
- De Grondwet regelt de inrichting en het functioneren van de Nederlandse staat en de
verdeling van de staatsmacht. Verder legt de Grondwet de grondrechten van burgers vast. De
Grondwet vult als het ware het Statuut aan voor wat betreft rechtsregels die betrekking
hebben op het hele Koninkrijk der Nederlanden.
3. De student kan de vier pijlers van de rechtsstaat beschrijven.
- De vier pijlers van de rechtsstaat zijn:
1. Legaliteitsbeginsel: een uitganspunt dat elk publiekrechtelijk optreden van de
overheid een grondslag moet hebben in de wetten die (mede) door de
volksvertegenwoordiging tot stand zijn gekomen. Oftewel: het handelen van
bevoegd gezag moet op grond zijn van een voorafgaande aanwezige bepaling.
2. Scheiding der machten: een strikte scheiding tussen de wetgevende, de
bestuurlijke en de rechtssprekende macht.
3. Grondrechten: rechten die burgers beschermen voor de macht van de
overheid. Er zijn twee soorten grondrechten die later worden besproken.
4. Onafhankelijke en onpartijdige rechters: de rechters zijn onafhankelijk van de
overheid en onpartijdig.
* Het democratiebeginsel wordt vaak gezien als het vijfde beginsel van een democratische
rechtsstaat. Het democratiebeginsel staat in verbinding met de scheiding der machten (want
volk kiest wetgevende macht) en het legaliteitsbeginsel (want de voorafgaande aanwezige
bepaling waar de overheid op treed, zijn democratisch tot stand gekomen).

, Week 2 en 3: H2 en H9 (inleiding en paragraaf 9.1)
4. De student kan uitleggen wat er onder klassieke en sociale grondrechten wordt
verstaan en wat het verschil is tussen beiden:
- Klassieke grondrechten, ook wel mensen- of vrijheidsrechten genoemd, zijn
vrijheidsrechten waarop burgers zich direct kunnen beroepen en afdwingen bij de rechter.
Deze rechten werken zowel verticaal als horizontaal. Klassieke grondrechten zijn
waarborgnormen die een staatsvrije sfeer creëren. Art. 1 t/m 18 lid 1 en 23 lid 2 uit de
Grondwet zijn klassieke grondrechten.
- Sociale grondrechten vormen een opdracht voor de overheid om sociale gerechtigheid in de
samenleving te realiseren, zodat burgers zich kunnen ontplooien. Deze rechten worden ook
wel instructienormen genoemd, waar overheidsingrijpen juist gewenst zijn. Deze
grondrechten hebben een indirecte werking via uitvoeringsregelingen, en zijn in beginsel niet
direct afdwingbaar bij de rechter. Deze rechten werken alleen verticaal. Art. 19 t/m 23 lid 1
uit de Grondwet zijn sociale grondrechten.
- Het grootste verschil tussen deze twee grondrechten is dat klassieke grondrechten de
burgers ‘beschermen’ van de overheid, en dat bij sociale grondrechten juist
overheidsoptreden wordt verwacht.
5. De student kan de horizontale en verticale werking van grondrechten
toepassen.
- Dit leerdoel is meer vaardigheid dan kennis.
* De horizontale werking van grondrechten is tussen burgers onderling.
* De verticale werking van grondrechten is tussen overheid en burger.
6. De student kan met behulp van de Grondwet en het EVRM-grondrechten
toepassen in een casus.
- Dit leerdoel is meer vaardigheid dan kennis.
7. De student kan beschrijven hoe het toezicht op de naleving van grondrechten
plaatsvindt.
- Naleving van grondrechten kan je alleen afdwingen bij de staat.
- Als een burger vindt dat zijn grondrechten, zoals vastgelegd in het EVRM, zijn geschonden,
dan kan hij:
- eerst alle mogelijkheden bij de Nederlandse rechter (nationale rechter) doorlopen
- niet tevreden? Dan kan je een klacht indien bij het EHRM (rechter op Europees
niveau)
- vervolgens komt er een bindende uitspraak
- Het EVRM kent het individueel klachtrecht, het statenklachtrecht en een rapportageplicht.
Het EHRM bestaat uit rechters die zijn afgevaardigd door de staten die partij zijn bij het
EVRM.
- Ook staten kunnen bij het EHRM klagen over schending van mensenrechten door andere
staten die partij zijn bij het verdrag.

Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!

Snel en makkelijk kopen

Snel en makkelijk kopen

Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.

Focus op de essentie

Focus op de essentie

Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!

Veelgestelde vragen

Wat krijg ik als ik dit document koop?

Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.

Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?

Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.

Van wie koop ik deze samenvatting?

Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper josefienht. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.

Zit ik meteen vast aan een abonnement?

Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €3,90. Je zit daarna nergens aan vast.

Is Stuvia te vertrouwen?

4,6 sterren op Google & Trustpilot (+1000 reviews)

Afgelopen 30 dagen zijn er 60434 samenvattingen verkocht

Opgericht in 2010, al 14 jaar dé plek om samenvattingen te kopen

Start met verkopen
€3,90
  • (0)
  Kopen