Tijdvak 7: Tijd van pruiken en eeuw van de revoluties verlichting 18e eeuw (vroegmoderne tijd)
‘Birth of Enlightment’ (1690-1750)
Hoe kenmerkt zich het begin van de Verlichting? De Verlichting kwam op als een beweging van een groep losse intellectuelen –
nog onsamenhangend geheel – hebben een aantal thema’s (religie, politie, emancipatie, enz..) die ze interessant vinden. Deze
denkers hebben een bepaalde houding ten opzichte van wat er tot op dat moment over zaken werd gedacht. De gedachten van
deze denkers zijn seculier – dus los van de gedachten van de kerkelijke leer en rationeel. (Hunt, 600). De eerste kritiek die zijn
leveren was op de kerkelijke leer ‘Popularization of Science and Challnges to Religion’ (Hunt, 601).
Religie: Pierre Bayle (1647-1706), begint een campagne tegen religieuze intolerantie. Hij stelt dat elke religie intolerant is
omdat zijn de meest absurde denkbeelden verkondigen (mens dat over water loopt, wordt geboren uit een maagd, staat je op uit
de dood) en de denkbeelden van een andere godsdienst zelf afdoen als absurd; dat is irrationeel of onredelijk. In zijn Historical
and Critical Dictionary (1697) gaat hij van alle religies die hij kent alle fouten opschrijven. Het boek is dus de manier om aan te
tonen hoe absurd godsdiensten zijn en hoe absurd het is een andere denkwijze niet toe te laten. Conclusie: je moet net zo
tolerant zijn ten opzichte van de absurditeit van het geloof een Moslim, dan ten opzichte van het geloof van een Christen. Ieder
geloof heeft iets in zich dat ze niet kunnen bewijzen, wat natuurkundig gezien onmogelijk is. Voltaire volgt min of meer
hetzelfde beeld.
“Any particular dogma, whatever it may be, whether it is advanced on the authority of the Scriptures, or whatever else may be its
origins, is to be regarded as false if it clashes with the clear and definite conclusion of the natural understanding [reason]” (Hunt,
602)
Politiek: Volkeren die in eerste instantie werden gezien als onchristelijk en heidens eigenlijk gewoon tevreden leefden. Reizigers
naar Amerika zagen dat de Indiaan vrij was, gelijkheid kende en van nature goed was. Ze hadden geen belasting, geen wetten en
geen georganiseerd bestuur. Een Verlichte denker wil ook vrijheid en vond de ‘noble savage’, vert. edele wilde, hier. Charles-
Louis, baron de Montesquieu (1689-1755) bekritiseerde in zijn Persian Letters (1721) de manier waarop Frankrijk werden
bestuurd, door de ogen van twee Perzische reizigers.
“Travelers to the Americas found noble savages (native peoples) who appeared to live in conditions of great freedom and equality.;
they were “naturally good” and “happy” without taxes, lawsuits, or much organized government.” (Hunt, 603)
Emancipatie: Mary Astell (1666-1731), laat vrouwen tijdens de Verlichting steeds meer zien als mensen die een toenemende
rol in de samenleving kunnen gaan spelen. Vrouwen moeten serieus worden genomen. Dit kan worden bereikt door ze toegang
tot educatie en een opleiding te geven. Dan kunnen vrouwen meedoen met mannen.
“Feminist ideas were not entirely new, but they were presented systematically for the first time during the Enlightment and
represented a fundamental challenge to the ways of traditional societies.” (Hunt, 606)
Verschillen tussen de ‘Birth of Enlightment’ en ‘Promise of Enlightment’ (1750-1789)
De algemene tendens is dat van een specifiek persoon die een specifieke casus aanvalt gaan naar een grote beweging van veel
‘Verlichters’ samen die grotere onderwerpen en thema’s, bijvoorbeeld geloofsintolerantie, aanvalt. Doordat de beweging groter
wordt en aan invloed wint, vinden de ‘Verlicht’-denken ook zijn weg naar de vorsten in Europa. Door de boekdrukkunst worden
het ‘Verlicht’ denken ook systematisch verspreid, via kranten, posters, boeken. Maar ook via koffiehuizen en sociëteiten.
“[…] its reached its peak in the second half of the eighteenth century. The writers of the Enlightment called themselves philosophes;
the word is French for “philosophers”, but that definition is somewhat misleading. Whereas philosophers concern themselves with
abstract theories, the philosophes were public intellectuals dedicated to solving the real problems of the world. They wrote on
subjects ranging from current affairs to art criticism, and they wrote in every conceivable format.” (Hunt, 612)
Bestonden de “Verlichters” in het begin nog uit voornamelijk edelen en rijke hoogopgeleide mensen (elite), nu wordt de
beweging steeds door de geïnstitutionaliseerde verspreiding van de ideeën steeds breder. Er treden vrouwen toe en vooral ook
de middenklasse (dokteren, dominees, rechters, advocaten) over de hele wereld. Hun input wordt ook relevant, doordat de
onderwerpen zo breed zijn dat eenieder er mee te maken heeft. Voorbeeld: hopen dat je geneest van een aderlating is
achterhaald en wordt door de input van dokters nu rationeel weerlegd.
“The philosophes considered themselves part of a grand “republic of letters” that transcended national political boundaries. They
were not republicans in the usual sense, that is, people who supported representative government and opposed monarchy. What
united them were the ideals of reason, reform and freedom.” (Hunt, 612-614)
De Verlichters lukt het om een vorsten aan zich te binden en hen ervan te overtuigen dat rationeel-verlicht denken goed is.
Bijvoorbeeld op het gebied van godsdienst tolerantie en rechtsspraak. Voorbeeld godsdiensttolerantie: Een vorst is gebaad bij
godsdienst tolerantie, zodat de verschillende godsdiensten in zijn rijk naast elkaar kunnen leven en dus allemaal belasting
betalen. Een groep uitsluiten bekend dat deze groep uit het rijk verdwijnt en dus geen belasting meer betaald. Voorbeeld
rechtssysteem: Door martelen worden bekentenissen afgedwongen die mogelijk helemaal niet hebben plaatsgevonden. Het is
dus irrationeel om de waarheid te achterhalen door deze methode in te zetten. Beter is om iemand in de gevangenis te stoppen,
tot inzicht te laten komen en daarna weer terug in de maatschappij te brengen. Gevangenisstraffen beginnen op te komen, in
plaats van lijfstraffen.
“Her admiring letter [Catherine the Great to Voltaire, 1766] shows how influential Enlightment ideas had become by the middle of if
the eighteenth century. Even an absolute ruler such as Catherina endorsed many aspects of the Enlightment call for reform.” (Hunt,
611)
Denis Diderot (1713-1784) neemt het initiatief tot de Encyclopedie, met als doel alle informatie die tot op dat moment
voorhanden is te verzamelen. Dat is een ongoing process. Het idee is dat kennis niet vastligt in een bijbel, maar dat je eindeloos
nieuwe kennis kunt verzamelen, hierdoor ontstaat een houding van nieuwsgierigheid.
“All things must be examined, debated, investigated without exception and without regard for anyone’s feelings.” (Hunt, 614)
, “Diderot and his collaborators used the occasion to lay out the principles of the Enlightment as an intellectual movement and to
challenge the authority, in particular the Catholic church.” (Hunt, 615)
Verspreiding van Verlichte denkbeelden
Verlichte denkers maken van verschillende middelen gebruik ter verspreiding van denkbeelden. Denk hierbij aan boeken, flyers,
spotprenten, posters, informele lezingen (koffiehuizen, salons), sociëteiten en via de kunst.
Verlichting was elitair
De eerste denkers waren elitair omdat zij van goede komaf waren (geld), daardoor een goede opleiding hadden gehad waardoor
zij de teksten kunne lezen en begrijpen (scholing) en geen verplichting hadden ten aanzien van dagelijkse arbeid in bijvoorbeeld
de landbouw (tijd). Ook na 1750 was Verlichting nog steeds elitair. De ‘philisophes’ waren mensen die konden lezen – slecht
een klein deel van de bevolking kon dit (scholing). Boeken waren duur in die tijd, waardoor men ook over voldoende financiële
middelen moest beschikken (geld). Mensen moesten naar koffiehuizen – koffie was duur in die tijd (geld) om met elkaar van
gedachten te wisselen en te filosoferen (tijd).
‘Verlichte denkers’ moeten niets hebben van het gewone volk maar richten zich op de hoge kringen in de samenleving. Het volk
geloofd in Goden, in demonen, is ongeletterd.
Waarom is woord ‘filosofen’ (Hunt, 612) misleidend? Bedenk een beter woord voor deze groep denkers.
The writers of the Enlightment called themselves philosophes; the word is French for “philosophers”, but that definition is
somewhat misleading. Whereas philosophers concern themselves with abstract theories, the philosophes were public
intellectuals dedicated to solving the real problems of the world.” (Hunt, 612). Denk hierbij aan het juridische systeem
(martelingen, gevangenis), gezondheidszorg (te lijf gaan van pestepidemieën door anatomische kennis in plaats van
bidden). Een betere term is een wetenschapper, vrijdenker of probleemoplosser.
David Hume (1711-1776), was een Schotse filosoof “and boldly argued in The Natural History of Religion (1755) that belief in God
rested on superstation and fear rather than on reason.” (Hunt, 616) Hij had kritiek op de religie en wonderen. Hij stelde dat een
natuurwet iets is dat altijd gebeurd. Als je lood in de lucht houdt, zal het altijd vallen. Op het moment dat het niet valt zou dat pas
een wonder zijn, alleen zegt Hume dat dat nog nooit is waargenomen. Dus alle natuurwetten zijn altijd en overal hetzelfde en
daar zal nooit een afwijking in zijn. Is er sprake van een wonder? Is de weerlegging van een wonder, een groter wonder is dan
het wonder zelf? Als het antwoord daarop NEE is, dan is er waarschijnlijk geen wonder maar iets anders.
Het is kenmerkend voor de Verlichting dat natuurwetten rationeel te doorgronden zijn. Voor de Verlichting was alles dat niet
verklaard kon worden ‘een wonder’. En vanaf de Verlichting gaat met net zo lang opzoek totdat met de verklaring heeft en die
verklaring is altijd redelijk. Kan men geen verklaring vinden, dan is het geen wonder, maar absurd (onzin, leugen).
Verlichte vorsten
Catherina de Grote is een voorbeeld van de brede doorwerking van Verlichtingsidealen. Catherine de Grote ziet de Verlichting
als een vorm om hun bestuur beter te maken. Een aantal belangrijke uitgangspunten hierbij zijn:
Welvaart voor zoveel mogelijk mensen, je kunt meer belasting heffen;
De rol van de kerk wordt verkleind (Catherina neemt de educatieve rol van de Jezuïeten over en sticht scholen
gefinancierd door de Staat);
De monarchie moet gehandhaafd blijven;
Er mag geen revolutie plaatsvinden.
Vorsten stonden tweeslachtig ten aanzien van politieke idealen Verlichting. Een aantal principes van de Verlichting, zoals
rationeel, kritisch denken, godsdiensttolerantie zijn hieronder in een politiek context gezet.
Positief Negatief
Rationeel:
Vorsten stellen dat zij hun autoriteit en legitimiteit aan God hebben te danken.
Het volk stelt de vorst aan en de vorst zorgt voor rust en Door te twijfelen aan het bestaan van Gods wordt de
veiligheid, omdat mensen elkaar naar het leven staan autoriteit en legitimiteit van een vorst in twijfel gebracht.
(anarchie) als er geen vorst is.
Thomas Hobbes (1588-1679) was een Engelse filosoof en
zegt: […] depicts the anarchy of a society without a strong
central authority, but he leaves open the question of whether
that authority should be vested in “One Man” or “one
Assembly of men” that is, a king or a parliament. (Hunt, 551)
Catherina de Grote zegt dat ze alle Godsdiensten in haar
Rijk accepteert. Geen enkele Godsdienst zal haar daarom
aanvallen, omdat zij een neutrale partij is tussen alle religies
in haar Rijk.