1
,Inhoud
College 1: Wat is wetenschap en wat is wetenschapsfilosofie?................................................ 3
Risjord, hoofdstuk 1: “Introduction” ......................................................................................... 3
Sven Ove Hansson (2021) "Science and Pseudo-Science" .................................................... 5
College 2: Objectiviteit versus subjectiviteit: het ideaal van waardevrij onderzoek .............. 9
Risjord, hoofdstuk 2: “Objectivity, Values and the Possibility of a Social Science’ .............. 9
Risjord, hoofdstuk 3: “Theories, Interpretations and Concepts’ ......................................... 11
College 3: naturalisme versus interpretativisme ...................................................................... 15
Risjord, hoofdstuk 4: ‘Interpretative Methodology’ .............................................................. 15
College 4: Agency en sociale structuren ................................................................................... 20
Risjord hoofdstuk 5: ‘Action and Agency’ .............................................................................. 20
Risjord, hoofdstuk 6: ‘Modeling and Explaining’ .................................................................. 25
College 5: Het belang van en problemen rondom replicatie ................................................. 31
Nosek, B. A., & Errington, T. M. (2020). What is replication? ................................................ 31
College 6: Reductionisme: methodologisch individualisme versus holisme ....................... 33
Risjord, hoofdstuk 7: ‘Reducationism: Structures, Agents and Evolution’ ......................... 33
Risjord, hoofdstuk 8: ‘Race and Other Social Constructions’ .............................................. 39
College 7: Finale discussie .......................................................................................................... 43
Risjord, hoofdstuk 9: ‘Social Norms’ ....................................................................................... 43
Risjord, hoofdstuk 10: ‘Intentions, Institutions and Collective Action’................................ 48
2
,College 1: Wat is wetenschap en wat is wetenschapsfilosofie?
Risjord, hoofdstuk 1: “Introduction”
1.1 Wat is wetenschapsfilosofie?
Het is een combinatie van filosofische vragen met de empirische studie van de menselijke
samenleving. Er zijn drie belangrijke onderwerpen; normativiteit, naturalisme en
reductionisme.
- Normativiteit: gaat over de plaats van ‘waarden’ in het sociaalwetenschappelijk
onderzoek en over normen en waarden in de samenleving
- Naturalisme: dit gaat over de relatie tussen sociale en natuurwetenschappen, het
gaat over de vraag of de sociale wetenschappen methoden van onderzoek kan
overnemen van natuurwetenschappen
- Reductionisme: dit gaat over de vraag hoe de relatie is tussen sociale structuren
en de individuen in deze sociale structuren
Deze filosofische vragen gaan ook over onze plaats in het universum
De democratische vrede: een filosofische/sociaalwetenschappelijke vraag is of mensen
die leven in een democratie – de leider luistert naar het volk – minder vaak in oorlog raken.
Liggen de oorzaken van oorlog op individueel niveau/(rationele) keuze individuen of
liggen ze op sociaal niveau. Filosofische vragen gaan over causale ‘wetten’ die gedrag
veroorzaken en of de communities boven de mensen zelf staan.
Azande hekserij: in de Azande stam in Afrika geloofden mensen dat wanneer er iemand
ziek werd/overleed dan was dat de vloek van een heks. Door orakels met magie werd dan
de heks vermoord. Door de onderzoeker werd dit fenomeen in standgehouden doordat
deze mensen nog niet logisch redeneerden, maar het denken werd beheerst door
‘magical thinking’. Door de onderzoeker werd dit niet goed begrepen, maar hoe kun je het
wel goed begrijpen? Dit leidt tot vragen zoals: kun je begrijpen wat er in iemands
gedachten omgaat?
Freedom riders en free riders: Rosa Parks wilde in de bus haar plek niet opgeven voor een
blank persoon. Doordat meerdere mensen dit deden, veranderde uiteindelijk het systeem.
De rationele keuze voor individuen is om aan de kant te gaan en anderen de ‘kosten’ van
participatie te laten betalen. Je profiteert net zoveel wanneer je niet aan de kant gaat,
maar ook wanneer je dat wel doet. Wanneer iedereen aan de kant gaat voor witte mensen,
dan komt er ook nooit verandering. Er wordt vanuit gegaan dat mensen de beste keuze
maken in eigenbelang. De vraag daarbij is waarom mensen kiezen voor de groep,
wanneer dit voor henzelf niet de beste keuze is?
Sociale wetenschappen van nu kunnen filosofische vragen zoals bovenstaande
beantwoorden door uitgebreide empirische kennis. Het gaat niet over de vraag wat
wel/niet wetenschap is, maar het gaat over alle empirisch onderzoek naar ‘human beings’.
3
, 1.2 Een rondleiding in de filosofische buurt
- Value theory: gaat over de oorsprong en rechtvaardiging van normen, waarden en
regels, wat maakt een handeling goed/moreel?
- Epistemologie: wat ‘maakt’ kennis en wat rechtvaardigt kennis?
- Metafysica: dit gaat over fundamentele kenmerken van de wereld; wat zijn
oorzaken? Zijn mensen vrij? Wat is rationeel?
Normativiteit
Dit gaat over normen en waarden. Onderzoekers binnen sociale wetenschappen moeten
voor onderzoek bepaalde begrippen concretiseren, maar dit kan niet waardevrij omdat zij
zelf ook deel zijn van de samenleving die ze onderzoeken. We moeten ons bewust zijn dat
onderzoek niet waardevrij is (en kan/hoeft te zijn).
Onderzoek is er vaak op gericht om ‘iets’ te verbeteren, bv. criminaliteit verminderen,
participatie bevorderen (=samenleving beter maken). Hierbij is ‘waardevrijheid’ lastig te
realiseren.
Normen en waarden worden ook gezien als beweegreden van menselijk gedrag/
gebeurtenissen in de samenleving en zijn daarom onderdeel van theorieën.
Naturalisme
Belangrijke vraag is of en hoe de sociale wetenschappen verschillen van
natuurwetenschappen. Naturalisten; sociale wetenschappen zijn in belangrijke manier
gelijk aan de natuurwetenschappen. Ontologen; sociale wetenschappen hebben eigen
onderzoeksmethoden nodig en zijn echt anders.
Epistemologisch naturalisme: vraagstukken over theorie, verklaring en methode,
kwalitatief en kwantitatief onderzoek. Epistemologisch anti-naturalisme; er is een duidelijk
onderscheid tussen kwalitatief en kwantitatief onderzoek
Metaphysical naturalisme: mensen zijn onderdeel van de ‘natuurlijke’ wereld, mensen
kunnen daarom worden begrepen als andere mechanismen in de natuur. Metaphysical
anti-naturalisme; mensen en menselijke samenlevingen zijn onderscheidbaar van ‘natuur’,
hoe kunnen specifieke menselijke eigenschappen worden verklaard?
Filosofische vragen: zijn er andere methodes en manieren van theorievorming nodig dan
in de natuurwetenschappen? Kan menselijk gedrag causaal worden verklaard? En zijn er
wetten in de sociale wereld (en verklaren deze menselijk gedrag)?
Reductionisme
Wetenschappen als hiërarchie: natuurkunde → scheikunde → biologie → psychologie →
sociale wetenschappen. Vraag binnen reductionisme: is het mogelijk om sociale
wetenschappen te ‘reduceren’ tot natuurkunde?
- Epistemologisch reductionisme: theorieën op een bepaald niveau kunnen
gereduceerd worden tot een niveau lager, bv. sociologie → psychologie.
4