Medicijnleer
- Lever is belangrijk voor afbraak hormonen.
- Hoe ouder een medicijn, hoe goedkoper het is.
- Waarom is kennis farmacologie belangrijk? àWanneer gebruik je welk medicijn, geen
fouten maken, medicatie trouw, kosten, medicijnentekort, veiligheid, kosten.
Interacties = ander effect dan verwacht door gelijktijdig gebruik van andere geneesmiddelen.
Natuurlijke producten kunnen ook interacties veroorzaken.
Bijwerking = iedere schadelijke, niet bedoelde werking van een in een gebruikelijke dosering
toegediend geneesmiddel
Stofnaam van een medicijn à generieke naam, dit verwijst naar het werkzame bestanddeel
in het middel.
Merknaam à door de fabrikant toegekend aan het geneesmiddel.
Teratogeen = slechte medicatie bij zwangerschap.
INR – mate van bloedstolling
Vit. K – zorgt voor bloedstolling, te weinig hiervan verdunt het bloed.
Softenon = geboren zonder armen en benen door medicatie. Ernstige geboorteafwijking.
PARACETAMOL:
Toedieningsvormen
- Zetpil
- Oraal
- Poeder
- Infuus
Indicatie voor geven van paracetamol:
- Bij allerlei vormen van pijn, koorts, verkoudheid, hoofdpijn, kiespijn, zenuwpijn,
menstruatiepijn, spierpijn, etc.
Wanneer moet je een paracetamol niet geven?
- Ernstige leverinsufficiëntie, giftig metaboliet kan er ontstaan en dat kan je niet
afbreken.
Wat moet je doen als iemand met een chronisch alcoholprobleem paracetamol wil
gebruiken?
- Het is dan niet goed om paracetamol aan te raden of te gebruiken. Je lever is dan al
heel druk met de alcohol en je lever is aangetast.
Wat gebeurt er met de werking van paracetamol bij het gebruik van anticoagulantia
(bloedverdunners)?
- Paracetamol heeft invloed op versterking van vitamine K, je krijgt dus meer
bloedverdunning.
Wat wordt bedelt met teratogenese (het ontstaan van misvormingen tijdens de embryonale
ontwikkeling)? En wat is het effect van een paracetamol daarop?
, - Je krijgt schade aan het ongeboren kind. Paracetamol passeert de placenta, maar het
wordt evengoed afgeraden. Laagst effectieve dosering, alleen als het echt nodig is.
Polyfarmacie = het gebruik van meerdere medicijnen tegelijk.
Risicofactoren bij ouderen:
- Meerdere aandoeningen
- Veranderde/verminderde nierfunctie
- Hoog en complex medicatiegebruik
- Meerdere specialisten die medicatie voorschrijven en niet afstemmen
- Praktische problemen; verpakking/breken van pillen/slikfunctie
- Cognitie en invloed op therapietrouw
- Ouderen verbinden bepaalde klachten niet altijd aan het medicijngebruik, maar aan
het ouder worden
- Therapietrouw is ontzettend belangrijk
Farmacokinetiek = wat doet het lichaam met het geneesmiddel? Van binnenkomst in het
lichaam tot de uitscheiding?
Farmacodynamiek = wat doet het geneesmiddel met het lichaam? Geneesmiddel moet een
interactie aangaan met bestanddelen in het lichaam om werkzaam te kunnen zijn.
- Het gewenste effect/ therapeutische effect
- Ongewenst effect: bijwerkingen/toxisch effect
Iedere schadelijke, niet bedoelde werking van een geneesmiddel, dat in de gebruikelijke
dosering wordt toegediend, bij het voorkomen, ontdekken of behandelen van ziekte.
- Kans op bijwerkingen is groter bij kinderen, ouderen en zwangere.
Lokale en systemische toediening (op welke wijze kun je het toedienen):
Lokale toediening: (je doet het alleen op de plek waar het nodig is)
- Hui, oog, oor, neus, long.
Systemische toediening:
- Enteraal: oraal, rectaal, sublinguaal of via sonde
- Parenteraal: intraveneus, intramusculair, subcutaan, transdermaal
Bijwerkingen kinderen, ouderen en zwangere:
Ouderen:
- Verminderde nierfunctie en leverfunctie
- Afname spiermassa door veranderde verhouding tussen vet en water
- Ervaren bijv. temperatuurwisseling minder goed; dorstgevoel ontbreekt bijv. bij
gebruik van diuretica en warm weer
Zwangere:
o.a.
Hoeveelheid lichaamsvocht neemt toe (effect op distributie), vetopslag neemt ook toe.
Passage foetus (distributie).
TERATOGEEN EFFECT:
Wanneer een geneesmiddel stoffen bevat die bij de foetus afwijkingen veroorzaken als de
moeder tijdens de zwangerschap het geneesmiddel inneemt.
Voorbeeld à Softenon/DES.