Hoorcollege 7 Verdiepend burgerlijk procesrecht
Bijzondere procedures zijn geregeld in Boek 3 Rv.
Schadestaatprocedure is een bijzondere procedure maar wordt geregeld in boek 2 Rv, omdat het
gezien wordt als executie. Deze procedure is bedacht om de procedure te versnellen. Zaak wordt
verwezen naar schadestaatprocedure om omvang van schadevergoeding te bepalen. In
bodemprocedure wordt vastgesteld dat er sprake is van een aansprakelijkheidsvorm.
Schadestaatprocedure is vergelijkbaar met dagvaardingsprocedure, wordt als zelfstandige procedure
gezien. Schade nader op te maken bij staat is een vordering van onbepaalde waarde, waardoor
minder griffierecht hoeft te worden betaald. Hoe hoger de vordering, hoe hoger het griffierecht
namelijk.
Indien al duidelijk kan zijn wat de schade is, kan de rechter een tussenvonnis wijzen dat er
aansprakelijkheid is, en of partijen zich kunnen uitlaten over de omvang van de schade. Dit kan de
rechter ambtshalve doen en is dus geen schadestaatprocedure nodig.
In schadestaatprocedure is de rechter gebonden aan de bodemprocedure over aansprakelijkheid. De
beslissing dat aansprakelijk is krijgt dus kracht en gezag van gewijsde tegenover de
schadestaatprocedure. In schadestaatprocedure verweren dat je niet aansprakelijk bent is dus een
dom verweer, niet doen.
Rechter in bodemprocedure kan alvast iets zeggen over de schade, bijvoorbeeld over het aspect
eigen schuld. Dit zijn eindbeslissingen waar de rechter in de schadestaatprocedure aan is gebonden.
Echter, de rechter kan nog onder deze beslissingen uit, indien zijn uiteindelijke uitspraak anders zal
zijn gebaseerd op onjuiste feitelijk of juridische grondslag beslissingen (HR De Vries/Gem. Voorst), dit
is dus een uitzondering! Meestal is een rechter dus gewoon gebonden.
Als rechter in schadestaatprocedure vonnis wijst en beslist dat schadepost aansprakelijkheid 150k is,
en in bodemprocedure hoger beroep blijkt dat geen aansprakelijkheid is, dan altijd ook in hoger
beroep tegen schadestaatprocedure! Anders krijgt deze kracht/gezag van gewijsde, en geldt dit
vonnis dus wel. Het vonnis vervalt dus niet vanzelf doordat de bodemprocedure in hoger beroep
anders wordt geoordeeld. Dit komt door het gesloten stelsel van rechtsmiddelen.
Schadestaatprocedure gaat enkel over de verbintenis tot het betalen van schadevergoeding (welke
voortvloeit uit bodemprocedure dat aansprakelijkheid bestaat), en niet over een verbintenis tot
betaling van een geldsom (bijv. ongerechtvaardigde verrijking, maar dit is dus geen schade).
Vordering die je hebt op verzekeraar kan vaak niet via schadestaatprocedure, omdat dit vaak
nakoming van de verzekeringsvoorwaarden is, op basis waarvan verzekeraar moet betalen. Dit is dus
geen betaling tot schadevergoeding, maar betaling van een geldsom.
Verwijzing van rechter is nodig om schadestaatprocedure te starten met een dagvaarding.
Kortom: in hoofdprocedure heb je een grondslag voor aansprakelijkheid nodig. De omvang van de
schade moet niet al vast staan of gemakkelijk vast te stellen zijn. Indien mogelijkheid van schade
aannemelijk is, dan kan rechter doorverwijzen naar schadestaatprocedure. In schadestaatprocedure
wordt de omvang van de schade vastgesteld.
Gesloten stelsel van rechtsmiddelen! Goed weten voor het tentamen.
Vaststellingsovereenkomst art. 7:900-906 BW.
Vorm van bindend advies, lijkt op arbitrage. Gezag van gewijsde wordt hier niet toegekend, bij rechter
en arbiters wel. De vaststellingsovereenkomst is een verbintenis scheppende overeenkomst. Deze
moet goederenrechtelijk effect hebben zoals een uitspraak van rechter of arbiter.
De beslissing houdt in wat er moet gebeuren en staat dus centraal. Onder bepaalde omstandigheden
mag de beslissing in strijd zijn met dwingend recht, indien het geen dwingend recht van openbare
orde is. De beslissing bindt de partijen dan toch.
Art. 7:901 BW!: Als bindend adviseur beslist dat A eigenaar is van schilderij dat B heeft. Fictie: B
wordt geacht bij het sluiten van vaststellingsovereenkomst het schilderij constituto possessorio aan A
