Psychologie: onderzoek naar gedrag en de gevoelens bij dat gedrag vanuit het individuele
gezichtspunt.
Economie: onderzoek naar de manier waarop mensen vormgeven aan de toekomst van de
samenleving.
Politicologie: onderzoek naar de manier waarop mensen vormgeven aan de toekomst van de
samenleving.
Sociologie: onderzoek naar het gedrag van individuen en groepen vanuit het maatschappelijke
gezichtspunt.
Sociologie> houdt zich vooral bezig met het verklaren van gedrag van individuen en groepen van
mensen vanuit de maatschappelijke invloeden die ze ondergaan.
In het hoger onderwijs is de belangrijkste functie van sociologie: als je eenmaal weet hoe
iets werkt ben je tevens in staat om tot op zekere hoogte voorspellingen te doen over toekomstig
gedrag of over de voorwaarden voor verandering.
August Comte: hij benadrukte dat de belangrijkste taak van de sociologie was om ongefundeerde
geloven over de werking van de samenleving door te prikken en te vervangen door
wetenschappelijke inzichten.
Functies van sociologie:
- Ideologiekritiek: de menselijke betrekkingen binnen de samenleving zijn niet door de
natuur of god opgelegd, maar het resultaat zijn van menselijk handelen zelf.
- Beheersfunctie: wetenschap die inzicht geeft in menselijk gedrag vanuit de
samenlevingsverbanden ook goed bruikbaar zijn om de samenleving te besturen.
- Ordenende functie: taak om in een min of meer onoverzichtelijke werkelijkheid een
zodanige samenhang aan te brengen dat situaties overzichtelijker en begrijpelijker worden.
(Wright Mills) sociologische verbeeldingskracht: hij bedoelde hiermee dat mensen
ogenschijnlijk los van elkaar staande persoonlijke ervaringen, situaties en problemen moeten leren
zien in het licht van de manier waarop de maatschappij functioneert.
^Private troubles veranderen in public issues: persoonlijke moeilijkheden worden sociale
problemen, wanneer voor het ontstaan bovenpersoonlijke oorzaken en sociale processen zijn aan
te wijzen.
(Kees Schuyt) een probleem is als sociologisch relevant probleem te identificeren:
- Er moet sprake zijn van een aanzienlijk aantal getroffenen.
- Het moet gaan om persoonlijk letsel van die getroffenen.
- Het moet samenhangen met andere problemen.
- Het probleem is niet van tijdelijke aard, maar structureel en van lange duur.
- Het moet bovenpersoonlijke oorzaken hebben.
- Het moet tegen serieuze waarden ingaan.
Macht:
- Het vermogen om doelstellingen in de toekomst te formuleren: als mensen in voldoende
mate onderscheid weten te maken tussen de werkelijkheid zoals die is of zoals zij die
waarnemen en de werkelijkheid zoals die zou kunnen zijn of worden.
- Het vermogen om daarvoor middelen aan te wenden: de 1 heeft meer middelen tot
beschikking dan de ander.
- Het vermogen om via die middelen invloed uit te oefenen: in de samenleving zijn bijna
geen doelstellingen realiseerbaar onafhankelijk van anderen.
, Hoofdstuk 2 Socialisatie
Nature/nurture: juist omdat mensen een aanleg hebben kunnen ze van andere
mensen(samenleving) leren.
Socialisatie: het proces waarbij mensen leren zich sociaal te gedragen in de voor hen relevante
groepen.
Socialisators/socialiserende instituties: opvoeders, ouders, broers en zussen, onderwijs.
Waarden: met andere gedeelde voorstellingen over wat juist en goed is en daardoor
nastrevenswaardig.
Doel: denkbeeldige toekomstige situatie die wij nastreven
Twee aspecten bij waarden:
- Zeg-gedrag: hoe erover gepraat wordt
- Doe-gedrag: wat er gedaan wordt
Normen: concrete gedragsregels die aangeven wat verwacht wordt in een bepaalde situatie wat je
moet doen of juist niet moet doen.
Normen zijn te onderscheiden in:
- Morele normen: over goed en kwaad
- Juridische normen: over legaal of niet legaal
- Sociale normen: over gepast en ongepast
Internalisering: het proces waarin je je verwacht gedrag eigen maakt zodat je het zonder
nadenken en automatisch doet.
Hospitalisering: mensen kunnen in een situatie terechtkomen waarin hun gedrag zo door anderen
bepaald en geregeld wordt dat ze zelf nauwelijks meer enig initiatief kunnen nemen.
Rollenconflict: de verwachtingen kunnen zo uiteenlopen dat ze moeilijk te combineren zijn.
Extern rolconflict: kan iemand als gevolg van de verschillende posities die hij tegelijkertijd
inneemt de verschillende verwachtingen die aan hem gesteld worden moeilijk combineren.
Internrolconflict: 1 sociale positie die moeilijk te combineren is met verschillende verwachtingen
die aan iemand gesteld worden.
Bij elk rollenconflict hangt het gedrag van de roldrager af van:
- De druk die anderen van verschillende kanten op hem kunnen uitoefenen, hoe subtiel die
soms ook zal zijn.
- De kracht van eigen verwachtingen versus wat er leeft in de groep waar de roldrager deel
van uitmaakt.
Het gebruik van rolbegrip moet bedacht zijn op het volgende:
- Er wordt te vaak van uitgegaan dat de rolverwachtingen eenduidig zijn (zonder
tegenstrijdige elementen)
- De rol wordt niet eenzijdig vastgesteld zoals soms wel gedacht wordt.
Instanties: voor het dragen van instituties zijn er bepaalde organisaties.
Institutionaliseren: het proces waarbij nieuwe vormen tot instituties worden.
Reïficatie: het verschijnsel dat sociologische begrippen worden gezien als iets dat op zichzelf staat
en los van mensen(een res of zaak).
Sociale controle: het geheel van reacties om de waarden en normen te handhaven, goedkeurend
of afkeurend reageren op iemands gedrag
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper Fardau3. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €2,99. Je zit daarna nergens aan vast.