Leefstijl voor jongeren:
Drugs & Alcohol: (Gebruik, misbruik en verslaving- Roel Kerssemakers, Rob van
Meerten, Els Noorlander, Hylke Vervaeke)
Hoofdstuk 1:
1.1-1.2
Drugs Dit zijn stoffen die het functioneren van het
centrale zenuwstelsel veranderen en die
gebruikt worden met het doel om het
bewustzijn te veranderen zonder dat daarvoor
een medische indicatie is
Plantaardig/Chemisch Opium > papaverplant
Nicotine > tabak
Cocaïne > cocaïne bladeren
THC = werkzame stof in hasj en wiet > in de
hennepplant
Psilocybine > in sommige paddenstoelen
Stoffen nagemaakt vanaf 20ste eeuw, zoals Psilocybine, methadon en
(gesynthetiseerd) barbituraten
Designer drugs Als er veranderingen in drugs worden
aangebracht met de bedoeling een nieuwe
drugs te maken.
Waar vind de werking van stoffen plaats In de hersenen op moleculair niveau.
(maakt niet uit of het plantaardig of chemisch
is).
De moleculen v.d. werkzame stoffen
veroorzaken de effecten.
Dosering van Chemische en plantaardige drugs Chemische drugs makkelijker te doseren.
Plantaardige drugs is dit moeilijker, plantaardig
opletten sommige bevatten uiterst schadelijke
stoffen.
3 soorten drugs: 1.Verdovende middelen
(indeling naar effect dat ze veroorzaken op het 2.Stimulerende middelen
bewust zijn) 3.middelen die de zintuiglijke ervaringen
veranderen.
1.Verdovende middelen (narcotica) Maken iemand rustig, je kalmeert en er
ontstaat een ontspannend effect. (bij kleine
hoeveelheid ervaren mensen een fit gevoel)
Voorbeelden van verdovende middelen Alcohol, opium, morfine, heroïne,
kalmeringsmiddelen.
Lichamelijke effecten verdovende middelen Vertraagde hartslag en ademhaling, spieren
ontspannen, zintuigen functioneren minder
goed naarmate de dosis toeneemt, soms kleine
pupillen en obstipatie (bij opiaten).
Bij hogere doses kan de ademhaling geheel
uitvallen.
1
,2.Stimulerende middelen Maken iemand energiek, alert en opgewekt.
Zelfvertrouwen neemt toe. Concentratie is
beter
Voorbeelden van stimulerende middelen Nicotine, cafeïne, cocaïne, speed, tabak,
amfetamines, XTC en efedra
Lichamelijke effecten van stimulerende Ook wel ‘uppers’ genoemd omdat ze de
middelen mentale en fysische processen van het lichaam
verhogen of versnellen
Versnelde hartslag en ademhaling en
verminderde eetlust. De spieren spannen (bij
amfetamine gebruikers. Bloeddruk gaat
omhoog en pupillen worden groter. Blaas en
darmen willen zich ledigen (vaak naar toilet).
Chronisch misbruik v. stimulerende middelen Veroorzaakt persoonlijkheids- en
gedragsveranderingen zoals impulsiviteit,
agressiviteit, prikkelbaarheid en achterdocht.
Stoppen met stimulerende middelen na Kan onthoudingsverschijnselen opleveren die
langdurig gebruik samengaan met een depressieve
gemoedstoestand, vermoeidheid, slaapstoornis
en frequenter dromen.
Hallucineren.
3.Middelen die de zintuiglijke ervaringen Iemand neemt de buitenwereld anders waar
veranderen(waarnemingsveranderingen) dan normaal. Ziet kleuren intenser, ziet dingen
die er niet zijn (sprookjes achtig), tijd gaat
langzaam of staat stil. LSD, Paddo’s, Psilocybine.
Lichamelijke effecten nr. 3 Versnelede hartslag, verhoogde bloeddruk,
verwijdde pupillen, licht transpireren, kan
misselijk worden.
Setting De omgeving waarin gebruikt wordt: thuis of in
een club, alleen of met bekenden.
Intoxicatie Vergiftiging
Bad trip In paniek raken, depressief worden
Trip effect Gemoedstoestand kan positief of negatief zijn.
Gewenning/tolerantie effecten nemen af, hoeveelheid moet worden
verhoogd om het oorspronkelijke effect (roes,
euforie stemmingsverandering) te ervaren.
De gewenning verdwijnt gewoonlijk snel nadat
het gebruik van de stof is gestaakt; men is dan
weer even gevoelig als vóór de gewenning.
Ontwenningsverschijnselen 1. Kunnen al optreden als iemand een
halfjaar lang elke dag 8 glazen drinkt
2. Na stoppen of minderen met alcohol
kunnen de onthoudingsverschijnselen 3 tot 7
dagen duren.
3. Na 24 uur zijn de
onthoudingsverschijnselen op hun hoogtepunt
en na 3 dagen is het ergste voorbij
Gedragingen Mensen kunnen ook van bepaalde gedragingen
(Ernstiger zijn: gokken, gamen internetten) in een roes geraken. B.v. hardlopen of lange tijd
dansen, er worden dan stoffen in de hersenen
2
, aangemaakt die lijken op heroïne, maar zijn
minder riskant. Iemand krijgt een natuurlijke
roes.
Roken - alcohol en drugs
Verdovende middelen
- Bij deze middelen komt de gebruiker in een slaperige roes. Je kalmeert en er ontstaan
ontspannend effect. Bijv: heroïne, alcohol, GHB en slaapmiddelen. Onder verdovende
middelen kunnen ook narcotica worden verstaan.
Stimulerende middelen
Gebruiker krijgt veel energie
Voorbeelden: cocaïne, speed, tabak, amfetamines, XTC en cafeïne
Ook wel ‘uppers’ genoemd omdat ze de mentale en fysische processen van het lichaam
verhogen of versnellen
Kunnen symptomen veroorzaken die wijzen op een intoxicatie: versnelde hartslag, dilatatie
(verwijding) van de pupillen, verhoogde bloeddruk, overactieve reflexen, zweten, koude
rillingen, misselijkheid en braken, een abnormaal gedrag zoals vechtlust, hypervigilantie,
agitatie, superioriteitsgevoelens en verzwakt beoordelingsvermogen.
Chronisch misbruik veroorzaakt persoonlijkheids- en gedragsveranderingen zoals
impulsiviteit, agressiviteit, prikkelbaarheid en achterdocht.
Stoppen na langdurig gebruik kan onthoudingsverschijnselen opleveren die samengaan met
een depressieve gemoedstoestand, vermoeidheid, slaapstoornis en frequenter dromen.
Tripmiddelen/hallucinerend
Middelen die de geest beïnvloeden
Bijv. LSD, paddo’s
Hallucinaties soms erg verwarrend sommige gebruikers worden depressief en raken in
paniek (bad trip)
Gewenning/tolerantie: effecten nemen af, hoeveelheid moet worden verhoogd om het
oorspronkelijke effect (roes, euforie stemmingsverandering) te ervaren.
De gewenning verdwijnt gewoonlijk snel nadat het gebruik van de stof is gestaakt; men is dan weer
even gevoelig als vóór de gewenning.
Ontwenningsverschijnselen
1. Kunnen al optreden als iemand een halfjaar lang elke dag 8 glazen drinkt
2. Na stoppen of minderen met alcohol kunnen de onthoudingsverschijnselen 3 tot 7 dagen
duren.
3. Na 24 uur zijn de onthoudingsverschijnselen op hun hoogtepunt en na 3 dagen is het
ergste voorbij
Tabel met per drug de onthoudingsverschijnselen
Transpiratie, slecht slapen, maagklachten, misselijkheid; onrust; angst; gespannenheid.
Alcohol
Bij zwaar drinken: trillen; epileptische aanval, delirium.
Tabak Onrust; slaapstoornissen; niet kunnen concentreren; maagdarmstoornissen.
Transpireren; problemen met inslapen; nachtmerries, rillen; hoofdpijn; prikkelbaarheid;
Cannabis
onrust; angst.
Somberheid; nergens meer plezier in ervaren; eetstoornissen (eetlust neemt sterk toe
Cocaïne of verdwijnt); slaapstoornissen (niet slapen of juist heel veel slapen) Bij langdurig
gebruik kunnen de depressieve gevoelens lang aanhouden.
3
, XTC Verslaving aan XTC komt vrijwel niet voor. Eventueel kunnen verschijnselen zich voor
(MDA) doen zoals bij amfetamine. Zowel opwekkend als tripeffecten.
Amfetamin
Somberheid, angst, maagdarmstoornissen; tremors
e
angst; onrust; klamme koude huid; grote ogen met wijde pupillen; loopneus; geeuwen;
buikkrampen; diarree; je dan weer koud dan weer warm voelen; braken; spierpijn,
Heroïne
krampen in rug en benen; kippenvel; toename darmbewegingen; stijging van pols,
bloeddruk en lichaamstemperatuur; soms de hik.
Hasj & Wiet Ontspannen,, bij hoge doses kunnen ze een tripeffect geven
Onthoudingsverschijnselen vaak een reden om weer te gaan gebruiken. Bij alcohol worden de
onthoudingsverschijnselen opgevangen door het voorschrijven van librium, bij heroïne met
methadon, bij cocaïne worden wel antidepressiva voorgeschreven.
Hoofdstuk 1:
1.4-1.5-1.6-1.7-1.8-1.9
Redenen om met drugs te beginnen Liggen bij de gebruiker en zijn omgeving.
Kan sprake zijn van nieuwsgierigheid, bij
een bepaalde groep willen horen, positieve
houding t.o. drugsgebruik.
Beschikbaarheid, aanbod.
Motivatie bij blowen Geantwoord: ontspannen, gezelligheid,
omdat het lekker is, in een roes geraken,
inspiratie opdoen.
Motivatie bij GHB Geantwoord: blij te worden, om op te gaan
in de muziek, contacten met andere zijn
leuker, lekkerder in de je vel.
Negatieve effecten Lekkerder in je vel zitten, om te slapen,
ontspannen (als dit nml niet meer zonder
dit middel kan is dit negatief) > negatief leid
vaak tot dagelijks gebruik.
Gebruikerspatronen de meeste recreatief of uit gewoonte,
kleine groep excessief of is verslaafd.
1.Experimentele gebruiker
2.Recreatieve gebruiker
3.Gewoonte gebruiker
4.Excessieve gebruiker
5.Verslaafde gebruiker
1.Experimentele gebruiker Gebruik blijft bij een aantal keer,
nieuwsgierig naar het effect.
(bij zwangerschap gevaarlijk).
2.Recreatieve gebruiker Wil het effect doelbewust ervaren, kent het
effect al, wil van stemming veranderen, zit
nog geen regelmatig patroon, geen
negatieve gevolgen voor het leven van de
gebruiker.
4