STORYTELLING
FILM
GESCHIEDENIS
31 AUGUSTUS 2021
Voorbeelden van sciencefictionfilms:
Startrek, de USS Enterprise. Metropolis, een Duitse film uit de jaren 20
waarin een robot wordt gemaakt naar een bestaande vrouw.
Frankenstein, waarin een monster mbv elektriciteit tot leven wordt
gewekt. Terminator, het samengaan van mens en machine. Alien, van de
alientrilogie niet zo aardig als ET. Back to the future, nog een trilogie,
waarin tijdreizen mogelijk is met een auto. Twelve monkeys, waarin de
tijdreiziger terechtkomt in een gesticht. De divergent-trilogie, waarin de
samenleving zoals wij die nu kennen niet meer bestaat en mensen leven
in communes van gelijkgestemden. Hitchhikers’ guide to the galaxy,
waarin space travel ook best wel grappig kan zijn. The Matrix, waarin de
wereld die wij kennen eigenlijk een ingenieus computerprogramma is.
Her, waarin een man een relatie krijgt met artificial intelligence. Minority
report, waarin misdaden voorspeld kunnen worden voordat ze gepleegd
worden. Interstellar, waarin er op zoke moet worden gegaan naar een
nieuwe bewoonbare planeet omdat de aarde is uitgeput. Wall-e waarin er
op een uitgeputte aarde toch weer een spoor van leven wordt ontdekt.
Wat is sciencefiction?
Je hebt harde en zachte Sciencefiction, zachte is met maatschappelijk
ontwikkelingen, harde Sciencefiction zijn technologische ontwikkelingen
die bepalend voor verloop en/of uitkomst van het verhaal zijn. Een Utopie
en een Dystopie horen ook bij Sciencefiction, in een utopie is de
samenleving ideaal. In een dystopie is de samenleving juist verre van het
ideaal. Sciencefiction begon in de literatuur, maar beleeft de glorietijd in
TV en film.
,Het einde van de 18e eeuw:
Er waren veel ontwikkeling in de tijd van de insdustrialisatie, in de
samenleving was er een grote omslag in het denken, mensen gingen
anders kijken naar hun omgeving. Door de industriele revolutie ging men
leven met industrie hier horen mijnen, textielfabrieken en urbanisatie bij.
De leefomgeving van de gewone burger werd steeds slechter, men wilde
ontsnappen. Ook werd er geexperminteerd met elecktriciteit en werd de
infrastructuur verbeterd. De kunsternaars in deze tijd waren geinspireerd
in het nieuwe denken en legde dit vast. De kunstenaars legde dit vast
door bijvoorbeeld hoe burgers onder deze veranderingen reageerden.
Ontwikkelingen in kunst en fotografie zijn hetzelfde.
Het was ook de tijd van de Franse revolutie (politiek) de gewone burger
moest weer centraal staan. Het was de tijd van vrijheid gelijkheid en
broederschap mensenrechten waren erg belangrijk. De
standenmaatschappij kwam langzamerhand op zijn einde, er kwam in
plaats daarvan een klassenmaatschappij. Dit zie je terug in de kunst en
zeker bij de stromingen, romantiek, realisme en impressionisme.
Door de industriële en Franse revolutie:
Veranderende ideeën over de maatschappij en daardoor veranderde de
kunst. De kunsternaars in deze tijd waren geinspireerd in het nieuwe
denken van de industrialisatie en legde dit vast. De kunstenaars legde dit
vast door bijvoorbeeld hoe burgers onder deze veranderingen
reageerden. Ontwikkelingen in kunst en fotografie zijn hetzelfde. De mens
kwam centraal te staan door de franse revolutie. In de kunststroming
romantiek zag je duidelijk dat mensen graag wilden vluchten uit de
huidige situatie omdat die op het moment ook zo slecht was. Men vlucht
in de kunst (eind 17e eeuw begin 18e eeuw). Escapisme, vluchten naar
bijvoorbeeld het verleden, natuur, andere culturen, liefde en religie.
Object: hetgeen dat gemaakt wordt. Subject: de mens, moet weer centraal staan.
Realisme:
2
, Er was een tegenreactie op de romantiek door de realist omdat de
romantiek alles idealiseerde en alles buiten het hier en nu plaatste. De
realist als kunstenaar maakte veel kunst over sociaal-maatschappelijke
thema’s. (1840-1880)
Een alorgie: er staan bijvoorbeeld arbeiders afgebeeld op het doek en die staat voor alle arbeiders.
Impressionisme:
De tegenreactie van het realisme was het impressionisme. De fotografie
komt rond deze tijd op ontwikkeling en de schilderijen beginnen erg op
foto’s te lijken hierdoor. Zoals bij het impressionisme zij wilden het
moment vast leggen, zoals een foto. Het moest juist de sfeer vast leggen
het hoefde niet per se een getrouwe weergave van de werkelijkheid zijn.
De schilderijen moesten het alledaagse voorstellen, dus van de normale
mens. Men kon ook rond deze tijd eindelijk op locatie schilderen door
middel van de uitvinding van de verftube. De kunst van de
impressionisten werd eerst ook niet als vol aangezien omdat het vaak niet
helemaal af was vergeleken de vorige kunsttechnieken (1860-1890).
Conclusie:
Uitvindingen en veranderingen in denken veranderen de maatschappij.
Dit was duidelijk terug te zien in de kunst tijdens de industrialisatie en de
franse revolutie. De kunst weerspiegelt het tijdsgewricht waarin het
gemaakt is. Film behoord ook tot kunst. Deze kunstvorm biedt een inkijkje
in de huidige stand van zaken in een maatschappij.
Stilstaand beeld:
Het stilstaande beeld, voorbeelden hiervan zijn: het thaumatroop 2
plaatjes snel rond draaien, fotografie (eerste foto 1825) de sluitertijd was
aan het begin van de foto erg lang (8 uur in 1826) , daguerreotypie is een
techniek van foto’s maken waar de sluitertijd een stuk korter was (10
minuten), cyantypie een soort afdruk/fotografie met behulp van licht. En
het stereogram een soort 3D foto wat bestond uit een camera met twee
lenzen
Bewegend beeld:
Fenakistiscoop (1831) een papieren rondje met ongeveer dezelfde
beweging die je hard moet draaien en dan
3
