Titelbeschrijving:
Cees Nooteboom, Rituelen. De Bezige Bij. Amsterdam 2012.
Titelverklaring:
De titel van deze roman toont het hele onderwerp van dit verhaal, namelijk rituelen.
Een groot deel van alle handelingen van de twee meest voorkomende bij figuren komen
voort uit rituelen. We hebben Arnold Taads, een man die van zijn leven een strakke
tijdsindeling heeft gemaakt en zijn zoon Phillip Taads, iemand die zijn hele leven heeft
overgegeven aan de Chanoyu, Japanse theeceremonies waar het drinken van thee wordt
verheven tot een kunstvorm. Ze maken gebruik van deze rituelen om het leven en doel te
geven, zodra een ritueel was afgelopen of niet meer dienstbaar was dan had het leven ook
geen zin meer.
Motto met verklaring
Het motto van deze roman is : ‘Personne n'est, au fond, plus tolérant que moi. Je vois des
raisons pour soutenir toutes les opinions ; ce n'est pas que les miennes ne soient fort
tranchées, mais je conçois comment un homme qui a vécu dans des circonstances contraires
aux miennes a aussi des idées contraires.’1
De Nederlandse vertaling van dit gebruikte motto luidt als volgt : ‘Niemand is eigenlijk
verdraagzamer dan ik. Ik zie redenen om alle meningen te steunen; het is niet dat de mijnen
niet sterk geprofileerd zijn, maar ik begrijp hoe een mens dat heeft geleefd in tegengestelde
omstandigheden ook tegengestelde ideeën heeft.’
Het motto geeft een globale schets van de hoofpersonage, Inni Wintrop, hij keurt namelijk
geen van de mensen om hem heen af.
Samenvatting van het boek
Intermezzo:
Het eerste deel van de roman speelt zich af in Amsterdam in 1963. We maken als eerst
kennis met de hoofdpersoon, Inni Wintrop, veel interessants doet hij niet. Hij schrijft
horoscopen voor Het Parool, handelt op zijn tijd met kunstwerken en leeft van geërfd geld.
In 1955 ontmoette hij Zita, waarmee hij uiteindelijk trouwde, maar met de tijd groeide de
twee steeds meer uit elkaar. Hun relatie was te vergelijken met een boom en zijn bladeren,
aan het begin was het in volle bloei, maar zodra herfst zijn entree deed liet de boom zijn
blaadjes langzaam gaan. In 1963 krijgt Zita een minnaar en verlaat Inni zonder terug te
kijken. Nadat Zita hem verlaten had probeerde Inni zelfmoord te plegen, maar dit mislukt.
Arnold Taads:
In het jaar 1953 leefde Inni in Hilversum op kamers, dit is wanneer zijn tante Thérèse hem
bezoekt, zij neemt hem mee naar Arnold Taads, haar vroegere minnaar. Arnold is een
zonderling, heeft een hekel aan de wereld en de mens. Het enige waar hij om gaf was zijn
hond. Elke dag van de week volgt hij zijn zelfde dagelijkse routine en één keer per jaar gaat
hij naar de alpen met zijn hond, daar leeft hij ook met een vaste tijdsverdeling. Arnold
verteld Inni over zijn filosofische gedachtes en alhoewel Inni hier zichzelf in herkende ging hij
hier niet zo ver in als Arnold. Arnold liep namelijk met de gedachte rond om zichzelf en de
wereld te schrappen. Inni zou na de eerste ontmoeting met Arnold hem vaker bezoeken,
maar zoals alles een eind heeft kwam ook hier een einde aan. Op Taads zijn laatste vakantie
naar de Alpen moest hij zijn hond doodschieten, omdat die een ongeneselijke tumor in zijn
1
Stendhal, Brouillon d’article, 1832