Engels in het basisonderwijs (meer dan de) kennisbasis
vakdidactiek
(Bodde-Alderlieste & Salomons, 2018)
1. Introductie Engels in het basisonderwijs
1.1 Rol van ‘Europa’ in het talenonderwijs
1.1.1 Europees talenbeleid
1.1.2 Europees Referentiekader voor de talen
Niveau A1 Ik kan deelnemen aan een eenvoudig gesprek, wanneer de
basisgebruiker gesprekspartner bereid is om zaken in een langzamer spreektempo t
herhalen of opnieuw te formuleren en mij helpt bij het formuleren
van wat ik probeer te zeggen. Ik kan eenvoudige vragen stellen en
beantwoorden die een directe behoefte of zeer vertrouwde
onderwerpen betreffen.
Niveau A2 Ik kan communiceren over eenvoudige en alledaagse taken die een
Basisgebruiker eenvoudige of directe uitwisseling van informatie over vertrouwde
onderwerpen en activiteiten betreffen. Ik kan zeer korte sociale
gesprekken aan, alhoewel ik gewoonlijk niet voldoende begrijp om
het gesprek zelfstandig gaande te houden.
Niveau B1 Ik kan de meeste situaties aan die zich kunnen voordoen tijdens een
Onafhankelijke gebruiker reis in het gebied waar de betreffende taal wordt gesproken. Ik kan
onvoorbereid deelnemen aan een gesprek over onderwerpen die
vertrouwd zijn, of mijn persoonlijke belangstelling hebben of die
betrekking hebben op het dagelijks leven (bijvoorbeeld familie,
vrijetijdsbesteding, werk, reizen en actuele gebeurtenissen).
Niveau B2 Ik kan zodanig deelnemen aan een vloeiend en spontaan gesprek,
Onafhankelijke gebruiker dat normale uitwisseling met moedertaalsprekers redelijk mogelijk
is. Ik kan binnen een vertrouwde context actief deelnemen aan een
discussie en hierin mijn standpunt uitleggen en ondersteunen.
Niveau C1 Ik kan mezelf vloeiend en spontaan uitdrukken zonder merkbaar
Vaardige gebruiker naar uitdrukkingen te hoeven zoeken. Ik kan de taal flexibel en
effectief gebruiken voor sociale en professionele doeleinden. Ik kan
ideeën en meningen met precisie formuleren en mijn bijdrage
vaardig aan die van de andere spreker relateren.
Niveau C2 Ik kan zonder moeite deelnemen aan welk gesprek of discussie dan
Vaardige gebruiker ook en ben zeer vertrouwd met idiomatische uitdrukkingen en
spreektaal. Ik kan mezelf vloeiend uitdrukken en de fijnere
betekenisnuances precies weergeven. Als ik een probleem
tegenkom, kan ik mezelf hernemen en mijn betoog zo
herstructureren dat andere mensen het nauwelijks merken.
1.1.3 Gevolgen van het Europees talenbeleid voor Nederland
1.1.4 Meertaligheid in Nederland
Recent onderzoek laat zien dat kinderen met gemak verschillende talen naast elkaar kunnen leren en
gebruiken zonder dat dit ten koste gaat van de eerst taal, dat het beheersen van meer dan één taal
culturele en economische verrijking betekent, én dat het cognitieve voordelen heeft (Kuiken &
Muysken, 2009).
, 1.1.5 Niveau van het Engels van Nederlanders
1.2 Stand van zaken van Engels in het basisonderwijs
1.2.1 Geschiedenis van Engels op de basisschool
1.2.2 Kerndoelen
Kerndoel13 De leerlingen leren informatie te verwerven uit eenvoudige gesproken en
geschreven Engelse teksten.
Kerndoel 14 De leerlingen leren in het Engels informatie te vragen of geven over eenvoudige
onderwerpen en zij ontwikkelen een attitude waarbij ze zich durven uit te
drukken in die taal.
Kerndoel 15 De leerlingen leren de schrijfwijze van enkele eenvoudige woorden over
alledaagse onderwerpen.
Kerndoel 16 De leerlingen leren om woordbetekenissen en schrijfwijzen van Engelse
woorden op te zoeken met behulp van het woordenboek.
1.2.3 Engels nu
1.2.4 Groepsleerkracht of gespecialiseerde leerkracht Engels
B2 is het minimumniveau dat nodig is om goed Engels te kunnen geven.
1.2.5 Aansluiting VO op PO
Alle VO methodes Engels beginnen op A1+ niveau en gaan er dus van uit dat de leerlingen in het PO
al een basis aan Engels hebben gehad.
1.2.6 Nieuwe beleidsvoorstellen
1.3 Inleiding op de communicatieve aanpak
Wat de leerlingen moeten leren, staat beschreven in de kerndoelen voor Engels. Het uitgangspunt is
communicatief Engels: Engels waarmee de leerling kan communiceren. Kunnen communiceren is
belangrijker dan Engels spreken zonder fouten. Ook is het de bedoeling dat de leerlingen door de
lessen Engels een positieve houding ontwikkelen ten aanzien van het leren van vreemde talen.
1.3.1 Kenmerken
De communicatieve aanpak is een goede manier om leerlingen daadwerkelijk voor te bereiden op
communicatie met mensen over de hele wereld. Met deze aanpak leren de leerlingen Engels meteen
te gebruiken en met elkaar en anderen te communiceren in alledaagse situaties. Deze aanpak sluit
aan bij het recente inzicht dat men een taal leert om te gebruiken.
De zes belangrijkste kenmerken van de communicatieve aanpak:
1. Kwalitatief goed taalaanbod
2. Gebruikmaking van voorkennis
3. Situationeel aanbod van Engels
4. Realistisch taalgebruik
5. Aandacht voor alle vaardigheden
6. Brede ondersteuning door de leraar in een veilige omgeving
Kwalitatief goed taalaanbod
Er is sprake van gevarieerd en kwalitatief goed taalaanbod. De leerstof wordt aangeboden in
alledaagse thema’s en de leerstof is betekenisvol. De leerkracht spreekt Engels en nodigt de
leerlingen uit om in het Engels te reageren.
,Gebruikmaking van voorkennis
Alle leerlingen krijgen globaal dezelfde leerstof aangeboden, maar het resultaat is voor iedere
leerling anders. Dit komt door het verschil in buitenschoolse voorkennis van Engels bij de leerlingen.
Ook individuele belangstelling en leervermogen spelen een rol bij het resultaat.
Situationeel aanbod van Engels
Woorden en zinnen worden aangeboden in een context, zodat leerlingen het nut en de betekenis
ervan inzien. De leerlingen leren nieuwe woorden niet in rijtjes uit het hoofd, maar ze maken zich de
woorden eigen terwijl ze ze toepassen en met elkaar communiceren.
Realistisch taalgebruik
Je introduceert je de nieuwe stof meestal in dialogen of gesprekken door middel van luister- of
kijkfragmenten en gebruikt daarvoor realistische dialogen: levensechte gesprekjes waarbij het
onderwerp en de situatie herkenbaar zijn voor de leerlingen.
Aandacht voor alle vaardigheden
Alle taalvaardigheden komen in de Engelse les aan bod: luisteren, kijken, spreken, lezen, schrijven en
opzoekvaardigheden. De leerlingen leren om de belangrijkste informatie te halen uit korte luister- en
leestekstjes. Je kunt schrijven op twee manieren inzetten:
- Als ondersteuning om bijvoorbeeld de nieuwe woorden te onthouden.
- Als communicatiemiddel om met anderen te communiceren.
Brede ondersteuning door de leraar in een veilige omgeving
Ondersteuning van de leerlingen in hun leerproces is belangrijk. Je rol is om de leerlingen te
stimuleren veel Engels te spreken. Belangrijk is dat ze daarbij succeservaringen hebben.
Zelfredzaamheid is het sleutelwoord. Je zorgt voor een veilige omgeving waarin de leerlingen fouten
mogen maken.
1.1 Buitenschoolse voorkennis
1.1.1 Verschillen
1.1.2 Aandachtspunten bij anderstalige, taalzwakke en dyslectische
leerlingen
Bij het spreken van Engels in de les ondersteun je de taal met gebaren, met het aanwijzen van
voorwerpen en met het visualiseren van de boodschap. Ook kun je de leerlingen instructies laten
uitvoeren. Deze benadering wordt Total Physical Response (TPR) genoemd.
In het SBO is Engels niet verplicht. Maar ook voor deze leerlingen is het nuttig om (op hun eigen
niveau) te starten met het leren van Engels en daarin gemotiveerd te worden.
1.2 What’s new?
1.2.1 Recente ontwikkeling
1.2.2 Ontwikkelingen in de didactiek
1.2.3 Kwaliteit van Eibo
1.2.4 Groei van vroeg vreemdetalenonderwijs Engels
Een van de meest opvallende ontwikkelingen is de explosieve groei van vroeg
vreemdetalenonderwijs (vvto). Op deze scholen leren de leerlingen spelenderwijs Engels, meestal
vanaf groep 1, maar op circa 80 scholen vanaf groep 5/6. Er worden geen formele lessen Engels
gegeven, maar er worden activiteiten in het Engels uitgevoerd die anders in het Nederlands zouden
, worden aangeboden, zoals een spelles over kleuren. Door deze werkwijze pikken de leerlingen het
Engels spelenderwijs op. Spelenderwijs leren is ook het belangrijkste doel van vvto.
1.2.5 Redenen voor de groei
1.2.6 Lesmateriaal van Eibo tot vvto
Je hoeft niet altijd met een kant-en-klaar lespakket te werken; een lespakket kan nooit alles bieden
wat je aan differentiatie nodig hebt. Het is daarom handig en verstandig om extra materiaal bij het
lespakket te zoeken, zodat je de lessen Engels op je groep kunt afstemmen.
1.3 Introductie van vroeg vreemdetalenonderwijs
1.3.1 Welk niveau kunnen de leerlingen bereiken met vvto?
VMBO HAVO VWO
Luisteren en begrijpen A1 A2 A2/B1
Interactie A1 A2 A2/B1
Lezen en begrijpen A1 A2 A2
Schrijven A1 A1/A2 A2
1.3.2 Welk eindniveau bereiken de leerlingen?
1.3.3 Wat is de juiste startleeftijd?
1.3.4 Wat is het juiste aantal lesuren?
1.3.5 Wat is de juiste verdeling van de uren over de groepen?
Groep Uren per week Activiteiten
1 2 keer 20 min. + iedere dag 5 min. Methodelessen, kleine activiteiten zoals
liedjes, verhaaltjes en spelletjes.
2 2 keer 20 min. + iedere dag 5 min. Methodelessen, kleine activiteiten zoals
liedjes, verhaaltjes en spelletjes.
3 2 keer 30 min. + 3 keer 10 min. Methodelessen en kleine activiteiten.
4 2 keer 30 min. + 3 keer 10 min. Methodelessen en kleine activiteiten.
5 2 keer 30 min. + 3 keer 10 min + 1 keer Methodelessen, kleine activiteiten, muziek,
per maand CLIL-les en start met het lezen tekenen of handvaardigheid en lezen.
van graded readers .
6 2 keer 30 min. + 3 keer 10 min + 2 keer Methodelessen, kleine activiteiten, muziek,
per maand CLIL-les en het lezen van tekenen of handvaardigheid en lezen.
graded readers.
7 2 keer 45 min. + 5 keer 5 min. + 1 keer Methodelessen, kleine activiteiten, gym,
gymles + 2 keer per maand CLIL-les en muziek, tekenen, handvaardigheid en lezen.
het zelfstandig lezen van boeken.
8 2 keer 45 min. + 5 keer 5 min. + 1 keer Methodelessen, kleine activiteiten, gym,
gymles + 3 keer per maand CLIL-les en muziek, tekenen, handvaardigheid en lezen.
het zelfstandig lezen van boeken.
1.3.6 Hoe kun je de kwaliteit van vvto op een school meten?
1.3.7 Is vvto geschikt voor alle leerlingen en scholen?
1.3.8 Hoe voer je vvto in?
1.3.9 Onderzoek naar vvto